Plenair Kox bij voortzetting behandeling Wet temporisering verhoging AOW-leeftijd



Verslag van de vergadering van 2 juli 2019 (2018/2019 nr. 37)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 20.52 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Kox i (SP):

Dank u wel, voorzitter. Ook vanaf deze plek nog eens gefeliciteerd. Het ziet er goed uit. We moeten er vier jaar tegen aankijken, dus het is wel belangrijk dat het allemaal te doen is.

Ik heb al in mijn eerste termijn gezegd dat dit wetsvoorstel niet het beste is dat wij ons konden bedenken. Maar het is beter dan wat er lag. Mijn partij houdt zich graag vast aan haar uitgangspunten, maar kijkt ook altijd praktisch naar wat een wetsvoorstel voor gewone mensen oplevert of verslechtert. Dat is een reden om te zeggen: dit wetsvoorstel verdient ondanks zijn beperkingen onze steun, want voor een vrij grote groep mensen betekent dit dat ze in ieder geval in de komende twee jaar te maken krijgen met een bevriezing van de AOW-leeftijd. Dat is echt beter dan niks, zeker omdat zoveel mensen zich er nu al zorgen over maken of ze het wel halen.

Ik vind dat die groep onderbelicht is gebleven in de discussie. Er wordt hier te veel over gemiddelde mensen gesproken, maar gemiddelde mensen bestaan niet. Als ik in mijn familie rondkijk, behoort toch vrijwel iedereen tot die andere groep, voor wie 66 jaar en 4 maanden een enorme prestatie is om te halen. Weinigen doen dat dus. Ik vind dat we daar meer aandacht voor moeten hebben. Maar voor die mensen is dit wetsvoorstel een verbetering en daarom zal mijn partij daar vóór stemmen.

Ik vind tegelijkertijd dat het goed is om te markeren dat het niet 66 is geworden. Dat stond ook op al die stickers en de borden die we meedroegen in al die acties waar de collega's van andere linkse partijen ook bij aanwezig waren. Het was een compromis van onze kant en van hun kant, maar het is niet 66 geworden, maar 66 en 4 maanden. Het geldt ook maar twee jaar. In de optiek van de minister is het goed dat er een akkoord is. Tegelijkertijd heeft de vakbeweging, met steun van de linkse partijen, niet binnengehaald wat we wilden binnenhalen. Dat moet wel gememoreerd worden. Dat geeft inspiratie voor de volgende strijd, om dan wél binnen te halen wat we willen binnenhalen. Zoals gezegd is er in een land dat door rechts geregeerd en door VNO-NCW gedomineerd wordt voor ons nog veel werk te doen. Nu lukte het niet om dat binnen te halen.

Ik vind het vreemd dat de minister zo pertinent zegt: nee, we gaan geen compensatie geven aan mensen die onbedoeld schade oplopen door dit wetsvoorstel. Ik vind eigenlijk dat dit niet kan. Ik vind dat het altijd een streven moet zijn om onbedoelde schade te voorkomen, dus schade of een inkomensnadeel die niet in het verband van de wet past. Maar de minister zegt pertinent: dat ga ik niet doen. Ik zou zeggen: onderzoek het eerst, of praat er nog eens over met de bonden en de werkgevers. Als er niks op te vinden is of de uitvoeringskosten hoger worden dan wat het oplevert, dan houdt het op. Maar tot dat moment vind ik echt dat een wetgever gehouden is om onbedoelde schade eigenlijk altijd te compenseren. Ik hoor daar graag nog een keer de minister over. Ik vind het argument dat die groep eigenlijk helemaal niet zo groot is, dat de schade ook niet zo enorm is en dat het zo moeilijk is om uit te voeren een beperkt antwoord.

Maar nogmaals, we moeten onze zegeningen tellen. Wat er lag aan wetgeving was erg slecht voor heel veel mensen. Deze wetgeving is beter voor heel veel mensen. Per saldo zal mijn fractie daarvoor stemmen. Dat hoef ik denk ik niet eens in overweging te geven — ik denk dat ze wel mee gaan — maar dat is de formulering. Ik denk dat het een goede zaak is dat we dit wetsvoorstel hier kunnen aannemen. Blijft overeind dat de rest van het pensioenakkoord nog vertaald moet worden in wetgeving. Zoals de minister heeft gezegd, kan elke volgende regering die wetgeving aanpassen. Maar ook elke Kamer kan haar best doen om die wetgeving beter te maken dan nu voorzien is. Daar zetten we maar op in.

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Kox. Dan geef ik het woord aan de heer Van Rooijen.