35.263

Tijdelijke Experimentenwet rechtspleging



Dit wetsvoorstel maakt het mogelijk om te experimenteren met eenvoudige, snelle, effectieve en de-escalerende vormen van geschilbeslechting. De experimenten zijn beperkt in tijd (ten hoogste drie jaar) en omvang en worden door middel van een onafhankelijk onderzoek geëvalueerd. Op basis van de uitkomst van de evaluatie wordt besloten of het experiment aanleiding geeft tot definitieve aanpassing van de wetgeving.

Met dit voorstel wordt het onder voorwaarden mogelijk om bij Algemene Maatregel van Bestuur tijdelijk af te wijken van de artikelen in in het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, de Wet op de rechterlijke organisatie de procesrechtelijke bepalingen van Boek 1 BW en van de Faillissementswet, en de daarop gebaseerde lagere regelgeving. Als dit nodig is ter ondersteuning van het experiment, kan ook worden afgeweken van de Wet op de rechtsbijstand en de Wet griffierechten burgerlijke zaken.

Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.


Stand van zaken

Het voorstel (EK, A) is op 11 februari 2020 aangenomen door de Tweede Kamer.

Voor: SP, PvdA, GroenLinks, PvdD, Van Kooten-Arissen, 50PLUS, D66, VVD, SGP, CDA, ChristenUnie, PVV, FVD en Van Haga.

Tegen: DENK.

De Eerste Kamer heeft het voorstel op 23 juni 2020 als hamerstuk afgedaan.

Dit voorstel is opgenomen in de lijst van wetsvoorstellen waarvan het kabinet oordeelt dat zij spoedeisend zijn en het daarom wenselijk acht dat deze door de Eerste Kamer binnen twee maanden plenair worden behandeld (EK CXXXIX / 35.300, D met bijlagen).


Kerngegevens

ingediend

18 juli 2019

titel

Regels inzake invoering van een tijdelijke mogelijkheid voor experimenten in de rechtspleging (Tijdelijke Experimentenwet rechtspleging)

schriftelijke voorbereiding

inbreng geleverd door

ondertekening

  • minister voor Rechtsbescherming

inwerkingtreding

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld, en vervalt vijftien jaar na het tijdstip van inwerkingtreding.


Documenten

38