De staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid zegt de Kamer, naar aanleiding van vragen van de leden Ester (ChristenUnie), Moonen (D66) en Sent (PvdA), toe de Kamer een integrale kabinetsappreciatie op alle terreinen toe te zenden naar aanleiding van het interdepartementaal beleidsonderzoek Toeslagen. Dit beleidsonderzoek zal voor het eind van het jaar 2019 gereed zijn.
Nummer | T02776 |
---|---|
Status | voldaan |
Datum toezegging | 9 juli 2019 |
Deadline | 1 januari 2020 |
Verantwoordelijke(n) | Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid |
Kamerleden | Dr. P. Ester (ChristenUnie) Ir. ing. C.P.M. Moonen (D66) Prof.dr. E.M. Sent (PvdA) |
Commissie | commissie voor Financiën (FIN) |
Soort activiteit | Plenaire vergadering |
Categorie | brief/nota |
Onderwerpen | integrale visie interdepartementaal beleidsonderzoek toeslagen |
Kamerstukken | Verhoging van de inkomensgrens van het kindgebonden budget voor paren (35.010) |
Handelingen I 2018-2019, nr. 38, p. 6
Ester (ChristenUnie):
De fracties van de ChristenUnie en de SGP willen de staatssecretaris vragen om met een verkennend visiedocument te komen, waarin zij eens haar licht laat schijnen op deze nijpende kwestie van complexe toeslagen en ingewikkelde regelingen. Kan zij dat onze beide fracties toezeggen? Wij zullen deze visie ook graag met haar hier in de Eerste Kamer bespreken.
Sent (PvdA):
Ik vind het een interessant voorstel van de heer Ester om de staatssecretaris om een visiedocument te vragen. Inderdaad, de uitvoerbaarheid vanuit het perspectief van
de Belastingdienst is een belangrijk aandachtspunt. Maar vindt u het ook van belang om het perspectief van de burger in een dergelijk visiedocument geadresseerd te zien, dus
om niet alleen de uitvoerbaarheid voor de Belastingdienst te bekijken, maar ook de uitvoerbaarheid en het doenvermogen van de burger?
Ester (ChristenUnie):
Dank u voor deze vraag. Ik vind het een heel goede vraag. Ik wil er graag in meegaan om de staatssecretaris te vragen ook dat perspectief in te bouwen, binnen die context van
de ingewikkeldheid. Dank daarvoor.
Moonen (D66):
Ook ik ondersteun de vraag van de heer Ester om wat fundamenteler te kijken naar de problemen in de uitvoering. Hij richt zich daarbij op de Belastingdienst, maar we zien
in de uitvoering van veel regelingen dat zowel de Belastingdienst als de Sociale Verzekeringsbank een rol heeft, en ook vaak nog het UWV. Bijvoorbeeld bij veel kindregelingen moeten zij onderling samenwerken. Kunt u bij die fundamentele vraag over de problemen bij de uitvoering de reikwijdte verbreden naar Sociale Verzekeringsbank en
UWV?
Ester (ChristenUnie):
Ook dat vind ik een heel zinnige bijdrage. Ik vloog het aan zoals ik het aanvloog omdat het nu bij de Belastingdienst eufemistisch uitgedrukt wat minder gaat. Maar als we het
kunnen oprekken tot het verdisconteren van de beide andere diensten lijkt me dat prima. Ik hecht er ook waarde aan te onderstrepen dat we geen enorm document van de staatssecretaris verwachten, maar gewoon een korte, heldere en krachtige analyse, waarin zij haar licht laat schijnen over deze kwestie. Wij zouden dat zeer waarderen. Ik tel nu
geloof ik al vier partijen die dat onderschrijven.
Handelingen I 2018-2019, nr. 38, p. 11
Moonen (D66):
Voorzitter. Het is ook bekend dat de Nationale ombudsman het complexe stelsel van toeslagen en inkomensvoorzieningen als een van de oorzaken van financiële problemen van
mensen ziet. Het is dan ook goed om in de memorie van antwoord te lezen dat er een interdepartementaal beleidsonderzoek Toeslagen is gestart; in de wandelgangen noemen wij dat een "ibo". Het is interessant dat in het eerste deelonderzoek van het ibo wordt gesteld: wij gaan op korte termijn verbetermogelijkheden onderzoeken binnen het huidige stelsel en wij gaan die deze kabinetsperiode reeds in gang zetten. In dit deelonderzoek gaan we verkennen wat goede maatregelen kunnen zijn om burgers beter te faciliteren. Ook mevrouw Sent vroeg hier vandaag al meerdere keren aandacht voor. Maar ook zullen we nagaan hoe we terugvorderingen en nabetalingen —het aantal daarvan en de hoogte ervan — kunnen realiseren. Een heel belangrijk punt, ook als je juist kijkt naar die burgers. En er wordt aangegeven dat u ook sneller wilde waarnemen wat veranderingen zijn in de persoonlijke omstandigheden van burgers.
Allereerst wil ik aangeven dat dit mij een uitstekend beleidsonderzoek lijkt en een prachtige ambitie. Vandaar de volgende vraag. Kan de staatssecretaris concreter zijn wanneer we dan de resultaten kunnen verwachten van het eerste deelonderzoek ibo?
Handelingen I 2018-2019, nr. 38, p. 12
Ester (ChristenUnie):
Ik heb met belangstelling geluisterd naar het betoog van mevrouw Moonen. Een helder en verstandig verhaal. Ik heb in mijn bijdrage de staatssecretaris verzocht om met iets
van een beleidsvisie te komen over de complexiteit van de regelingen en toeslagen die we met elkaar hebben gemaakt, ook als Eerste Kamer. Zijn we daarin niet wat doorgeslagen
en kan daar niet een vereenvoudigingsslag gemaakt worden? Zou zij zich kunnen vinden in dat verzoek?
Moonen (D66):
Ik had de heer Ester net al geïnterrumpeerd toen hij dit noemde. Het ziet er inderdaad wel naar uit dat we tegen de grenzen aanlopen van wat de uitvoerende organisaties aankunnen. In dat licht zou het goed zijn om een keer wat fundamenteler beleidsmatig na te gaan hoe we de verhouding van het fiscale stelsel tot ons toeslagenstelsel eigenlijk geregeld hebben in dit land. De heer Kox noemde al het omslagpunt. De Belastingdienst was een dienst die de belasting inde, en op een gegeven moment, zo rond 2008, werd het een omgekeerde situatie en ging het van innen naar uitgeven. Als ik u goed begrijp, stelt u voor om daar eens wat diepgaander naar te kijken en daar een beleidsvisie over op te schrijven. Dat vind ik wel een verstandige gedachte.
Handelingen I 2018-2019, nr. 38, p. 15
Staatssecretaris Van Ark:
[…] Op het gebied van toeslagen zien we inderdaad interactie met een dossier als het bredeschuldendossier, met vragen over nabetaling van de kinderopvangtoeslag
en of je daarbij vermogensgrenzen overschrijdt. Verder speelt de vraag of je bepaalde groepen mensen misschien zou kunnen helpen als je een toeslag direct overmaakt. Überhaupt gaat het om de vraag of je zo veel geld naar zo veel gezinnen moet herverdelen. De heer Kox zei het al: we hebben een ophaalmachine en een uitdeelmachine gecreëerd. Op deze vragen, die van een andere orde zijn en die over het systeem gaan, verwacht het kabinet dat het interdepartementaal beleidsonderzoek over de toeslagen een
antwoord zal geven.
Handelingen I 2018-2019, nr. 38, p. 17-18
Staatssecretaris Van Ark:
Ik ben bijna aan het eind. Ik zou bijna alle vragen die over het bredere plaatje gaan, willen doorverwijzen naar het interdepartementale beleidsonderzoek over de toeslagen, hoewel de verleiding om er nu op in te gaan groot is. Dit zijn de vragen over de schuldenproblematiek, de verhouding van de toeslagen tot het doenvermogen van burgers en de grote uitvoeringsproblematieken. Dit beleidsonderzoek komt aan het eind van het jaar. Dat wordt uiteraard ook van harte richting Eerste Kamer gezonden. Daarin staat overigens het perspectief van de burger centraal, kan ik wellicht ter geruststelling aangeven. Ik denk dat deze discussies daar echt op hun plek zijn. Omwille van de tijd zal ik proberen om mij vandaag op dat punt te beperken.
[…]
Ester (ChristenUnie):
Ik sluit mij daarbij aan, voorzitter. Het lijkt me van belang, juist voor de gezinnen waar we het over hebben, waaronder vele kwetsbare gezinnen, dat we ze heel snel duidelijkheid geven over een toch niet gering bedrag van bij elkaar opgeteld een half miljard. Maar laat daar nu niet mijn vraag over gaan. Mijn vraag is heel kort. U ging in op mijn verzoek om die beleidsnotitie. U zegt: wacht nog maar even; dat ibo-rapport komt eraan. Daar wil ik best op wachten, maar ik zou dan wel een reactie op dat rapport willen waarin ook heel nadrukkelijk wordt ingegaan op wat hier breed naar voren is gekomen, namelijk of het systeem niet te complex is geworden, of we niet een onontwarbare kluwen hebben gecreëerd als we kijken naar de toeslagen en regeling en of het te doen is vanuit het perspectief van de burger. Als u die dingen zou willen toezeggen en meenemen in de reactie, dan zou ik tevreden zijn. Dank u.
Staatssecretaris Van Ark:
Ik denk dat de Kamer een brede kabinetsreactie tegemoet mag zien. Ik wijs alleen al op de onderdelen van mijn portefeuille die betrekking hebben op vraagstukken als het gaat om toeslagen. Is het bijvoorbeeld lonend voor iemand met een bijstandsuitkering om aan het werk te gaan? Hoe moet iemand met een beperking toeslagen terugvorderen? Ik wijs op het armoedebeleid en schuldenbeleid. Dus alleen ik maak het al heel erg mee. Wij kijken gespannen uit naar de komst van het ibo-rapport. Wij gaan daar in ieder geval vanuit SZW onze reactie op geven. De collega's doen dat vanuit hun perspectief. Daarmee krijgt de Kamer een integrale kabinetsappreciatie hiervan op alle terreinen. Ik denk dat dit onderwerp dat ook verdient.
Brondocumenten
-
behandeling Verslag EK 2018/2019, nr. 38, item 3
-
memorie van antwoord EK, C
-
22 september 2020
nieuwe status: voldaan
Voortgang: -
12 juni 2020
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
28 januari 2020
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
11 december 2019
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
3 december 2019
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
26 november 2019
nieuwe commissie: commissie voor Financiën (FIN) -
26 november 2019
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
26 november 2019
commissie vervallen: commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) -
21 november 2019
nieuwe status: openstaand
Voortgang:documenten: -
9 juli 2019
toezegging gedaan