Dit wetsvoorstel heeft tot doel de toegankelijkheid van het (hoger) onderwijs te waarborgen en de instroom van internationale studenten te beheersen.
Het voorstel regelt onder meer:
-
-modernisering van het taalbeleid van instellingen (ho en mbo);
-
-invoering van een toestemmingsvereiste voor het instellen van capaciteitsnorm;
-
-maximering van de hoogte van het instellingscollegegeld dat instellingen kunnen berekenen aan EER-studenten (inclusief Nederlandse studenten) voor tweede en volgende studies.
Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.
Het voorstel (EK, A) is op 19 december 2019 aangenomen door de Tweede Kamer.
Voor: SP, PvdD, DENK, Van Kooten-Arissen, 50PLUS, D66, VVD, SGP, CDA, ChristenUnie en Van Haga.
Tegen: PVV, GroenLinks, FVD en PvdA.
De minister van OCW heeft dit voorstel bij brief van 8 mei 2024 (EK, N met bijlage) ingetrokken.
De behandeling van dit wetsvoorstel vond in eerste instantie gezamenlijk plaats met de Variawet hoger onderwijs (35.582), maar in verband met het controveriseel verklaarde wetsvoorstel Wet taal en toegankelijkheid heeft de commissie op 2 maart 2021 besloten om de wetsvoorstellen separaat te behandelen.
Na de val van het kabinet-Rutte III op 15 januari 2021 heeft de Eerste Kamer dit wetsvoorstel op 2 februari 2021 zonder stemming controversieel verklaard. De controversialiteit is vervallen door het aantreden van het Kabinet-Rutte IV op 10 januari 2022.
Naar aanleiding van de brief van de minister van OCW van 15 januari 2021 (EK, G met bijlage) inzake het ontwerpbesluit tot wijziging van het Uitvoeringsbesluit WHW 2008 houdende de invoering van bepalingen omtrent de uitdrukkingsvaardigheid in het Nederlands en de meerwaarde van een andere taal dan het Nederlands in het hoger onderwijs, heeft de commissie op 27 januari 2021 een brief (EK, I) aan de minister gestuurd.
De Eerste Kamer heeft op 3 maart 2020 zonder beraadslaging en zonder stemming ingestemd met het verzoek om ten aanzien van dit wetsvoorstel op grond van artikel 21a van de Wet op de Raad van State een voorlichtingsaanvraag bij de Raad van State in te dienen (EK, D). De Eerste Kamercommissie voor OCW besprak op 2 juni 2020 de brief van de vice-president van de Raad van State inzake voorlichting van de Afdeling advisering van de Raad van State over een onderdeel van dit wetsvoorstel (EK, E) en heeft besloten de procedure aan te houden.
Op 10 juli 2020 heeft de commissie een verslag van een schriftelijk overleg met de minister van OCW uitgebracht met een reactie op de voorlichting van de Afdeling advisering van de Raad van State (EK, F). De commissie heeft op 8 september 2020 besloten de procedure aan te houden totdat het door de minister aangekondigde wetsvoorstel tot herstel van wetstechnische onvolkomenheden de Eerste Kamer heeft bereikt. Dit is de Variawet hoger onderwijs (35.582) en deze is op 24 november 2020 door de Tweede Kamer aangenomen.
ingediend
9 september 2019titel
Wijziging van onder meer de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek en de Wet educatie en beroepsonderwijs in verband met het stellen van voorschriften ten behoeve van de toegankelijkheid van het hoger onderwijs en met betrekking tot taal in het hoger en middelbaar beroepsonderwijs (Wet taal en toegankelijkheid)schriftelijke voorbereiding
inbreng geleverd door
ondertekening
inwerkingtreding
Op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld
67
-
-
-
-
10 december 2019
Amendement van het lid Wiersma over de mogelijkheid van een noodcapaciteitsfixus TK, 14 -
-
10 december 2019
Amendement van het lid Futselaar over toestemming achteraf op de capaciteitsfixus TK, 12 -
10 december 2019
Amendement van het lid Bisschop over taalbeleid bij opleidingen in andere taal TK, 11 -
-
-
-
-
-
-
-
-
-