Verslag van de vergadering van 16 december 2019 (2019/2020 nr. 13)
Status: gecorrigeerd
Aanvang: 16.33 uur
De heer Ton van Kesteren i (PVV):
Dank u wel, voorzitter. Allereerst hartelijk welkom aan de ministers van Onderwijs; eigenlijk collega's.
Voorzitter. Na 40 jaar werkzaam te zijn geweest in het onderwijs ben ik tot de volgende conclusie gekomen: onderwijs is lesgeven. De praktijk laat echter zien dat leerkrachten naast het lesgeven en het zorgen voor kennisoverdracht, ook nog therapeut, maatschappelijk werker en administrateur zijn. De balans tussen het lesgeven en de verantwoordelijkheid voor een toenemend aantal zorgleerlingen in de klas, met daarbij een aanzienlijke administratieve rompslomp, is niet in evenwicht. De leerkracht van tegenwoordig moet een duizendpoot zijn, en daarom houden maar weinig leerkrachten het vol voor de klas.
Voorzitter. De PVV heeft al eerder aangegeven dat de verhouding tussen het primaire proces van het onderwijs — het lesgeven en het zorgen voor kennisoverdracht — en de overhead niet in balans is. Van elke euro die het Rijk in het onderwijs steekt, gaat slechts 25 eurocent naar het primaire proces. Miljarden guldens en euro's zijn de afgelopen decennia voornamelijk gegaan naar overhead, naar ondersteuning uit de zogenaamde kantoortjescultuur, naar administratie en naar reserves, vermogensbeheer en onroerend goed. Het geld gaat vooral naar de organisatie, terwijl het regeringsbeleid gericht is op beter onderwijs. Prioriteit in het onderwijsbeleid is op papier het primaire onderwijsleerproces, maar in werkelijkheid blijkt die prioriteit haast veel meer gericht te zijn op de bijzaken.
Een carrière in het onderwijs houdt in dat je op termijn niet meer lesgeeft en voor de klas staat, maar een functie krijgt die van alles kan zijn behalve lesgeven. Een functie buiten de klas is minder afmattend en beter gefaciliteerd, ze heeft een hogere status en een hoger salaris, én ze staat ook nog eens beter op je cv. Die situatie motiveert veel leerkrachten om juist niet meer voor de klas te gaan staan maar een andere functie binnen het onderwijs te ambiëren. De demonstratie van de leerkrachten voor beter onderwijs moet dan ook vooral worden gezien als een protest tegen het feit dat steeds minder geld besteed wordt aan lesgeven en kennisoverdracht, en dat er te veel geld wordt uitgegeven aan overhead.
De minister moet zich terdege realiseren dat het streven naar onderwijsverbetering niet alleen een kwestie is van nog meer geld naar het onderwijs, maar veel meer van streven naar meer balans in de besteding van de gelden in respectievelijk het primaire proces en de overhead. Een OESO-rapport bevestigt ook nog eens dat naast deze taakverzwaring Nederlandse leerkrachten voor grotere klassen staan en meer uren maken dan hun Europese collega's. Dat alles verklaart de enorme werkdruk voor leerkrachten in het Nederlandse onderwijs. Dat de Nederlandse leerkracht meer lesuren draait en voor grotere klassen staat dan de Europese collega's, vindt dan ook een belangrijke oorzaak in het feit dat er te veel functies zijn gecreëerd buiten de klas. Vanuit de overheid lukt het maar niet om te sturen op een adequate groepsgrootte, op kleinere klassen en op het drastisch en effectief terugdringen van de bureaucratie en de overhead in het onderwijs, omdat de schoolbesturen, de scholen, de instellingen, daarvoor immers verantwoordelijk zijn.
Voorzitter. Ooit begon ik in het speciaal onderwijs in een groep van maximaal acht leerlingen. Toen ik na ongeveer tien jaar het speciaal onderwijs verliet, had ik inmiddels vijftien leerlingen in de klas, terwijl het aantal uitgeroosterde collega's met onderwijsondersteunende taken nog nooit zo hoog was geweest. De toegenomen werkdruk voor de klas ging veelal hand in hand met een toename van vrijgeroosterde collega's met taken buiten de klas. Naast een intensieve dag voor de klas nam je ook regelmatig deel aan verplichte begeleidingsprogramma's en cursussen ter verbetering van de vakbekwaamheid. Dat alles leidde tot een aanzienlijke toename van het ziekteverzuim en zelfs definitieve uitval van ervaren leerkrachten en zelfs van startende leraren, die al na een jaar of een paar jaar na hun start teleurgesteld het onderwijs verlieten. Bij mijn vertrek uit het onderwijs na ruim 40 jaar constateerde ik dan ook geen verbetering, maar juist een uitholling van de kwaliteit van het onderwijs. De PVV-fractie vindt dan ook dat de arbeidsomstandigheden van de leerkracht die voor de klas staat moeten worden verbeterd. Minder werkdruk en minder stress zouden het ziekteverzuim sterk kunnen doen afnemen.
Inspecties baseren hun oordeel over de kwaliteit van een onderwijsinstelling te veel op wat men in de dossierkast aantreft, op hoe een instelling zich profileert. Maar hoe een en ander daadwerkelijk in de praktijk functioneert, daar heeft de inspectie helaas niet altijd voldoende zicht op. Een leerkracht voor de klas die daarnaast al dan niet verplicht allerlei cursussen en begeleidingsprogramma's heeft gevolgd, wordt niet direct een betere leraar. Nee, het kan zomaar zijn dat een leerkracht zonder indrukwekkend portfolio en minder boekhoudkundige kwaliteiten kan uitgroeien tot een excellente leerkracht, zeker als die leerkracht voor een kleinere groep leerlingen staat en hierdoor meer tijd en energie in de leerlingen kan steken. Dat geeft die leerkracht veel meer voldoening van en plezier in zijn werk. Leerkrachten moeten dan ook niet worden afgerekend op hun administratieve portfolio of op het op orde hebben van de administratie, maar veel meer op hun concrete daden en prestaties voor de klas en op de interactie met hun leerlingen.
Voorzitter. Het fenomeen "passend onderwijs" is het resultaat van afslanking van met name het speciaal onderwijs. Passend onderwijs is: terug bij af. Passend onderwijs is: tegen het reguliere onderwijs zeggen "nemen jullie die probleemleerlingen er maar even bij". Passend onderwijs is: het aantal niveaus in een klas meer dan verdubbelen. Passend onderwijs is: extra veel probleemleerlingen in het regulier onderwijs die normaliter naar het speciaal onderwijs zouden worden verwezen. Passend onderwijs is: een enorme taakverzwaring voor leerkrachten in het regulier onderwijs. En passend onderwijs is contraproductief voor een minister die probeert om meer mensen voor de klas te krijgen. Het speciaal onderwijs heeft die expertise en specialisten namelijk wel en het is dan ook onverstandig om leerlingen met een beperking onder het mom van "samen naar school" of via passend onderwijs in veel te grote klassen van het reguliere onderwijs te droppen.
Dus minister, vraag ik via de voorzitter, neem als uitgangspunt in het beleid en de bekostiging van het onderwijs: lesgeven, kennisoverdracht in kleine groepen en het realiseren van kleinere klassen die recht doen aan de leerlingen die extra begeleiding en aandacht nodig hebben. Beperk de administratieve rompslomp en aanverwante stress voor de functionaris voor de klas. Maak het werk voor de klas en het salaris met name voor die leerkracht voor de klas, zeg ik met nadruk, weer aantrekkelijk. Geef het leraarschap weer aanzien. Verleid met dergelijke maatregelen ook de functionaris met een onderwijsbevoegdheid buiten de klas om juist weer voor de klas te gaan staan. Graag een reactie van de minister op dit welgemeende advies en voorstel tot een doeltreffende kwaliteitsinjectie in het onderwijs.
Voorzitter. Ook voor het volgende punt wil ik graag uw aandacht vragen, namelijk de positieve discriminatie, zo u wilt, van een vrouwenquotum in het hoger onderwijs.
De voorzitter:
Mag ik u onderbreken voor een interruptie van mevrouw Vos?
Mevrouw Vos i (PvdA):
Ik heb met veel interesse zitten luisteren naar het betoog van de heer Van Kesteren. Begrijp ik nu goed dat ook de PVV-fractie vindt dat er in deze onderwijsbegroting te weinig geld is uitgetrokken voor de beloning van docenten, van leraren?
De heer Ton van Kesteren (PVV):
Ik vind met name dat salarisverbetering moet gelden voor de man of de vrouw voor de klas. De salarisverhoging geldt nu voor alle leerkrachten. Ook de docenten buiten de klas met allerlei aanverwante taken komen ervoor in aanmerking. Ik vind dat je de status van het beroep, de leraar voor de klas, kunt vergroten door het salaris te verhogen. Er is een wildgroei geweest van mensen buiten de groep die ook in het onderwijs werken en die allerlei ondersteunende taken hebben waar leerkrachten in de regel vaak niet veel aan hebben. Dat moet je ontmoedigen, zodat mensen bereid zijn om toch weer voor de groep te gaan staan. Als de klassen kleiner en de werkomstandigheden beter zijn, krijg je een hele andere situatie. Dan los je het lerarenprobleem ook op. Maar dat zit niet alleen in meer geld. Ik pleit zeker wel voor salarisverbetering voor de man en de vrouw voor de klas.
Mevrouw Vos (PvdA):
Begrijp ik dus goed dat de PVV vindt dat de salarissen voor mensen voor de klas omhoog moeten? Zoals ik het heb begrepen, worden ook de mensen meegenomen die zorgen voor de werkdrukverlichting, mensen die niet per se voor de klas staan maar wel helpen. Vindt u dat dat gescheiden zou moeten worden, dat er een aparte cao moet komen?
De heer Ton van Kesteren (PVV):
Het is een misvatting dat mensen buiten de klas voor minder werkdruk zorgen. Ik heb in 40 jaar onderwijs ervaren — ik begon met zes leerlingen in een groep — dat hoe meer mensen in kantoortje plaatsnamen, des te hoger de werkdruk werd. Dat begon al met de verhoging van het aantal leerlingen in een klas, want het moest uit de lengte of de breedte komen. Als er een collega vrijgeroosterd werd voor allerlei andere taken, hield dat in dat je zelf een aantal leerlingen in de klas erbij kreeg. Dan kun je niet spreken van een verlaging van de werkdruk.
De voorzitter:
Mevrouw Vos, voor de derde maal.
Mevrouw Vos (PvdA):
Daar komen we later op terug.
De voorzitter:
Meneer Van Kesteren, vervolgt u uw betoog.
De heer Ton van Kesteren (PVV):
Positieve discriminatie is gewoon een ordinaire vorm van voortrekken in plaats van de juiste persoon op de juiste functie, zonder aanzien des persoons, of die nu man of vrouw is, of van welke kleur die dan ook is. En met dat laatste bedoel ik dan ook vooral de politieke kleur. De minister wil in het hoger onderwijs een doorbraak forceren voor meer vrouwen in de top. Doe dat vooral ook voor meer mannen in de basis, met adequate maatregelen, zoals ik al eerder in mijn betoog heb verwoord. Ik krijg hier graag ook een reactie op van de minister.
Mijn laatste aandachtspunt is ook heel belangrijk. Dat gaat over de indoctrinatie in het onderwijs. De vorige spreker, die ik nog feliciteer met haar prachtige maidenspeech, heeft het daar ook over gehad. Ik kan na 40 jaar in het onderwijs zeggen dat daar wel degelijk sprake van is. Denk aan een commissie die de vaderlandse geschiedenis herijkt in een linksgeoriënteerd verhaal en verplichte deelname van leerlingen aan een klimaatdemonstratie op het Malieveld. We zagen kinderen die oprecht bang zijn voor klimaatverandering. Bij navraag bleek dat deze kinderen dit op de televisie hadden gezien. Ook op tv werd het verhaal bevestigd dat zij van hun leerkracht hadden gehoord. "Ik gebruik activisme in mijn lessen", aldus een leraar Nederlands die is aangesloten bij de Teachers For Climate. Ook hoorden we een rector van een scholengemeenschap in een interview zeggen dat hij geen vrijaf zou geven voor een demonstratie tegen massa-immigratie, maar wel voor een demonstratie tegen klimaatverandering. In het onderwijs zijn klimaatinzichten van wetenschappers zoals Freeman Dyson, Piers Corbyn, klimatoloog Tim Ball en wetenschapsjournalist Marcel Crok dan ook taboe.
En wat te denken van het door scholen verplicht gestelde moskeebezoek? De Turkse dictator Erdogan noemt moskeeën zelfs "kazernes". De koepels noemt hij "helmen" en de minaretten "bajonetten". Basisschoolleerlingen leren in die kazernes zelfs bidden tot Allah. Aan de Vrije Universiteit worden zelfs shariaworkshops gegeven. Dat alles staat haaks op onze democratische waarden van gelijkheid, van respect, van vrijheid, die we ook via het onderwijs willen doorgeven aan volgende generaties. Het aantal islamitische scholen, waar de leerlingen worden geïndoctrineerd met lesinhouden die gebaseerd zijn op een totalitaire ideologie en die onze vrijheid en onze Grondwet bedreigen en ondermijnen, neemt zelfs nog steeds toe. Dat is een zorgelijke ontwikkeling die niet in het belang is van onze vrijheid en onze democratische rechtsstaat.
In het onderwijs en in de objectief en pluriform geachte NPO worden politiek correcte deugstandpunten inzake massa-immigratie, islam, EU, klimaat en duurzaamheid, genderneutraliteit, en niet te vergeten Zwarte Piet, omarmd, en de standpunten van de PVV hierover gehekeld. De Clintons en Obama's van deze wereld worden er bewierookt, terwijl de Trumps en sinds kort ook de Johnsons er worden afgebrand. Het overwegend linksgeoriënteerde onderwijs weet wel wat goed is voor de samenleving. Jordan Peterson, een christelijk-conservatief psycholoog en cultuurcriticus aan de Universiteit van Toronto, zou spreken aan de Vrije Universiteit van Amsterdam. De politiek neutraal geachte hoogleraar aldaar stuurde daarop een manifest naar het universiteitsbestuur om deze man het spreken onmogelijk te maken. Intolerante antizwartepietactivisten zonder enige academische achtergrond kregen daarentegen wel spreektijd en werd geen strobreed in de weg gelegd.
Voorzitter. Het lijkt erop dat alleen linkse activisten met een totalitair werk- en denkniveau recht van spreken hebben en in belangrijke mate medebepalend zijn voor het regeringsbeleid. Islampropaganda en linkse indoctrinatie gaan hand in hand tegen de traditioneel christelijke beschaving van het Westen. Alles wat afwijkt van utopisch links, de linksgeoriënteerde pedagogie, het linkse levensgevoel van de jaren zestig, waar ik zelf ook een product van ben, het linkse waardeoordeel, de linke wereldbeschouwing, heeft geen recht van spreken en wordt bij voorkeur weggezet als racistisch, fascistisch, islamofoob. Alles is racisme. Je wordt er af en toe moedeloos van. Schoolboeken hebben een overwegend ongenuanceerde linksgeoriënteerde inhoud. Het enige antwoord dat we van de politiek verantwoordelijken horen is dat de verantwoordelijkheid hiervoor ligt bij de onderwijsbesturen, de scholen, de instellingen. Of er wordt gewoon glashard ontkend of gebagatelliseerd dat er überhaupt sprake is van indoctrinatie in het onderwijs en bij de NPO.
Regelmatig heeft de PVV de minister gewezen op het feit dat de NPO zich niet aan zijn wettelijke taken houdt en indoctrinatie en discriminatie in het onderwijs onder de aandacht gebracht. Omdat men indoctrinatie blijft ontkennen, ervan weg blijft kijken of blijft bagatelliseren, is die indoctrinatie inzichtelijk gemaakt. Is er inzicht hoe vaak zoiets gebeurt en dan met aantoonbare feiten? Het zwartboek van Arnold Karskens over het NOS-Journaal en het onlangs verschenen rapport over indoctrinatie in het onderwijs van Cultuur onder Vuur bevestigen dat er sprake is van indoctrinatie bij de publieke omroep en in het onderwijs. Indoctrinatie in het onderwijs neemt alleen maar toe en wordt steeds hardnekkiger. Men is daarmee inmiddels de schaamte voorbij, want zelfs in lesboeken wordt het zwart-op-wit gewoon heel duidelijk neergezet.
Leerkrachten zijn er om kennis en kunde over te dragen en de talenten van hun leerlingen te ontwikkelen. Het leerproces in het primaire onderwijs en de rol van de leerkracht dienen politiek en ideologisch neutraal te zijn. Daar is nu allesbehalve sprake van. Er is overduidelijk sprake van politieke en ideologische indoctrinatie. De leerling wordt namelijk zeer eenzijdig geïnformeerd. De PVV-fractie vraagt serieuze aandacht van de regering voor dit probleem, om het probleem in elk geval te onderkennen en er niet van weg te kijken of het te bagatelliseren, in het belang van het behoud van onze vrijheid en onze democratische rechtsstaat. Het onderwijs is van een passief neutraal instituut waarin jong volwassenen worden opgeleid tot vrijdenkende, kiezende individuen, verworden tot een actief pluriform indoctrinerend en dwingend opgelegd groen-religieus onderwijs. Dat is geheel in lijn met de klimaat- en islamdictatuur die op ons afstevent.
De heer Pijlman i (D66):
Ik aarzelde even of ik wel of niet zou reageren. U gaat er blijkbaar van uit dat iedereen die voor de klas staat, ultralinks is en niks anders doet dan volgens u verkeerde informatie uitstorten over de kinderen, de leerlingen. Maar u hebt zelf, zei u, 40 jaar voor de klas gestaan en u bent een PVV'er. Wat hebt u daar die kinderen dan allemaal verteld? Dat kan dus gewoon in het Nederlandse onderwijs. Waar gaat dit dus eigenlijk over?
De heer Ton van Kesteren (PVV):
Het is heel duidelijk. Heel veel leerkrachten durven zich niet te uiten, want als je je nek uitsteekt en je hebt het tijdens de les wel over de andere kant van het verhaal, dan word je ter verantwoording geroepen. Zo heb ik vaak meegemaakt dat ik ook de andere kant van een verhaal uitlegde en vertelde. Ik zette vaak een uitzending van Nieuws uit de natuur of een Jeugdjournaalaflevering stil en dan had ik het met de leerlingen erover. Dan werd ik bij de directie ontboden en werd mij verweten dat ik aan politiek deed. Heel veel leerkrachten houden dus hun mond uit angst voor ontslag, of weggewerkt worden. Die gaan dan mee in die stream van politieke correctheid. Dat is mij dus overkomen. Je wilt niet weten wat er gebeurde op het moment dat ik uit de kast kwam als PVV-fractievoorzitter in Groningen. Dat weet u, want u komt zelf uit Groningen. Zelfs mijn echtgenote werd op school door de directie ter verantwoording geroepen met de mededeling: "Is dat jouw man?" Dat zijn de situaties die in het onderwijs voorkomen: heb niet het lef om een ander geluid te laten horen. De meeste leerkrachten in het onderwijs kiezen dus voor zekerheid, voor hun inkomen en voor hun gezin. Zij houden zich gewoon strikt aan wat politiek correct is en zij kleuren netjes binnen de lijntjes. Ik deed dat niet.
De heer Pijlman (D66):
Ik denk dat de heer Van Kesteren een stelling verdedigt en niet feiten. Hij maakt een persoonlijke ervaring algemeen, zonder te onderbouwen hoe dat eigenlijk precies in elkaar zit. Ik zou daar toch een beetje voorzichtig mee zijn. Volgens mij zijn de meeste docenten heel goed in staat om aan leerlingen beide kanten van de waarheid — zo noem ik het nu maar — te laten zien. Ik herken helemaal niet wat u zegt. Erger nog, de rector die u aanhaalde, is een goede vriend van mij. Hij is overigens lid van de Partij van de Arbeid ...
De heer Ton van Kesteren (PVV):
Uiteraard.
De heer Pijlman (D66):
... maar hij is een buitengewoon genuanceerde man, ook in dit soort zaken.
De heer Ton van Kesteren (PVV):
Ik wil daar maar één ding op zeggen. Ik heb andere ervaring. Ik heb 40 jaar voor de klas gestaan en ik heb daar veel over gesproken. U kunt mij niet verwijten dat ik niet een genuanceerd verhaal heb. Dit is een neerslag van 40 jaar onderwijs en ik heb hier veel met mensen over gesproken. Ik spreek daar nog met veel leraren over die voor de klas staan. Neemt u maar van mij aan dat dit een heel groot probleem is, dat ook gedeeld wordt. Zij vinden het fantastisch dat ik hier sta om deze ministers deelgenoten te maken van hun ervaringen. Dat is heel belangrijk.
De voorzitter:
Vervolgt u uw betoog.
De heer Ton van Kesteren (PVV):
Goed. We stevenen dus af op een klimaat- en islamdictatuur, met het cultuurmarxisme als ideologische grondslag, die aan de argeloze burger wordt verkocht als een nieuwe, volmaakte en duurzame multiculturele samenleving. Een samenleving die zich steeds meer aftekent, is die van steeds meer kritiekloze, berustende, volgzame, afhankelijke en argeloze geïndoctrineerden, een samenleving waarin een kleine groep beroepsactivisten een dagtaak heeft om zich te laten gelden, een samenleving waarin onafhankelijke en kritische vrije denkers worden verketterd en in alles worden tegengewerkt.
Afsluitend, voorzitter, vraag ik de minister welke concrete maatregelen en sancties de regering kan nemen om de politieke neutraliteit in het onderwijs te borgen. Blijft de regering in dezen passief, met het argument dat dit de verantwoordelijkheid is voor de onderwijsinspectie of het Commissariaat voor de Media? Graag zou ik een wat ruimer en royaler antwoord willen hebben dan het antwoord dat ik hier in de Eerste Kamer de afgelopen periode al heb gekregen. Want onderwijs is niet indoctrineren maar lesgeven. Dat is de verantwoordelijkheid van ons allen.
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel, meneer Van Kesteren. Dan is het woord aan de heer Van Apeldoorn namens de fractie van de SP.