Plenair Bezaan bij behandeling Grondeigendom Omgevingswet



Verslag van de vergadering van 3 maart 2020 (2019/2020 nr. 22)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 13.54 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

Mevrouw Bezaan i (PVV):

Voorzitter. Zoals ik tijdens het debat over het Invoeringsbesluit en de Invoeringswet Omgevingswet heb opgemerkt, is er de laatste jaren hard gewerkt aan deze ingrijpende stelselherziening van het omgevingsrecht. Ik heb toen ook aangegeven dat de nieuwe Omgevingswet direct invloed heeft op de leefomgeving van burgers en op de bedrijfsvoering van bedrijven. Een goed voorbeeld daarvan is de nu voorliggende Aanvullingswet grondeigendom.

Voorzitter. Grondeigendom in de nieuwe Omgevingswet raakt ons allemaal. Iedereen heeft er vroeg of laat mee te maken. Juist met deze wet heeft mijn fractie veel moeite, temeer daar deze wet het mogelijk maakt om grond te onteigenen voor bijvoorbeeld de aanleg van zonneparken dan wel het plaatsen van windturbines. Het is bekend dat de PVV zal blijven vechten tegen de klimaatwaanzin en de gevolgen daarvan voor burgers en bedrijven. De boeren liggen al zwaar onder vuur, en met D66 voorop ziet men deze hardwerkende groep liever nog vandaag dan morgen vertrekken. De vrijkomende gronden, weilanden en akkers kunnen daarna worden volgebouwd om de instroom van nog meer immigranten mogelijk te maken. Meer inwoners betekent verdere maatregelen om de energietransitie in het kader van de klimaatwaanzin mogelijk te maken. Meer zonneparken, meer windturbines, en mocht er dan nog wat groen te weinig overblijven, dan maakt deze wet grondonteigening mogelijk.

Voorzitter. Ik deel de conclusie van mijn partijgenoot Kops in de Tweede Kamer. Hij concludeerde dat de klimaatwaanzin met dit wetsvoorstel het omgevingsrecht heeft bereikt: de overheid die ingrijpt in eigendomsrechten omwille van het bereiken van onzinnige en onnodige klimaatdoelen. Dit terwijl het hele vermeende probleem zou kunnen worden opgelost door de bouw van een of meer kerncentrales. Hierdoor geen grondonteigening, geen plaatsing van windturbines, geen aanleg van zonneparken, geen verplaatsing van de boeren, geen bouwstof- en geen stikstofdiscussie. Wat een rust zou dit geven in Nederland voor burgers, ondernemers en bedrijven. Ik heb dan ook de volgende vragen aan de minister. Is zij bereid de bouw van een of meer kerncentrales in Nederland mogelijk te maken? Zo nee, waarom niet? Is de minister het eens met de PVV-fractie dat door de bouw van een of meer kerncentrales in Nederland het aanleggen van zonneparken en het plaatsen van windturbines niet meer nodig is, als men al zou willen voldoen aan de onzinnige klimaatdoelen? Zo nee, waarom niet?

Voorzitter, ik rond af. Het mag duidelijk zijn dat de PVV-fractie tegen dit wetsvoorstel zal stemmen. Zij roept deze Kamer op, dit ook te doen, omdat met het instemmen van dit wetsvoorstel het mogelijk wordt dat een grove inbreuk wordt gepleegd op de eigendomsrechten van met name burgers en bedrijven.

Dank u wel.

De heer Janssen i (SP):

Ik ben enigszins in verwarring door dit betoog van mevrouw Bezaan, gelet op het feit dat zij voor de Invoeringswet Omgevingswet heeft gestemd, met haar fractie, waar toch als een soort Crisis- en herstelwet 2.0 de rechtsbescherming — ik heb dat eerder gezegd richting Forum voor Democratie — verminderd is, juist tegen datgene wat u nu wilt dat er gebouwd wordt. Hoe rijmt u dat met elkaar?

Mevrouw Bezaan (PVV):

Nou ja, wij hebben inderdaad voor de Omgevingswet gestemd, omdat we dat op zich een goede wet vinden. Maar dat wil niet zeggen dat wij vinden dat delen van deze wet ook perfect zijn. Integendeel zelfs. Daarom zijn wij tegen dit wetsvoorstel.

De heer Janssen (SP):

Maar dan toch even antwoord op mijn vraag, graag. U werkt mee aan een vermindering van de rechtsbescherming tegen datgene waarvan u nu niet wilt dat er gebouwd wordt. Daar stemt u voor, en vervolgens gaat u nu een heel verhaal houden dat u er zo tegen bent dat dit gebouwd wordt. U hebt er zelf aan meegewerkt.

Mevrouw Bezaan (PVV):

Wij hebben daar inderdaad aan meegewerkt, in die zin dat wij voorstander zijn van de Omgevingswet, omdat wij, nogmaals, vinden dat het een goede wet is en omdat wij ervan overtuigd zijn dat dit geen goed onderdeel van deze wet is.

De voorzitter:

De heer Janssen, derde.

De heer Janssen (SP):

Voorzitter, heel kort. Ik stel vast dat ik dat niet gehoord heb toen u voor de Omgevingswet stemde. Ik heb toen niet gehoord dat u dat voorbehoud hebt gemaakt. U hebt het dus mede mogelijk gemaakt. U kunt zich er nu dus niet op beroepen dat dit onderdeel heel slecht wordt als het doorgaat, terwijl u zelf in de hand hebt gewerkt dat het wel doorgaat.

Mevrouw Bezaan (PVV):

Dat zijn uw woorden.

De voorzitter:

Dank u wel, mevrouw Bezaan. Dan is het woord aan de heer Meijer.