Plenair Ton van Kesteren bij behandeling Meer ruimte voor nieuwe scholen



Verslag van de vergadering van 12 mei 2020 (2019/2020 nr. 26)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 20.38 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Ton van Kesteren i (PVV):

Dank u wel, voorzitter. Allereerst de complimenten — daar zijn we toch mee bezig — aan de medewerkers van de Eerste Kamer voor de professionele organisatie en de goede verzorging. Dat mag wel even genoemd worden.

Voorzitter. Hartelijk dank aan de minister voor zijn inspirerende, nou ja, in elk geval enthousiaste presentatie en verdediging van deze Wet meer ruimte voor nieuwe scholen. Toch wil ik de minister nog onder de aandacht brengen dat zijn intentie alle lof verdient, maar dat de bedoelingen van deze wet en de uitvoering in de praktijk van elkaar kunnen verschillen. Mevrouw Sent heeft daar ook al het nodige over gezegd, met name over de sociaal-economische problemen, maar toch. Over dat verschil tussen enerzijds de praktijk en anderzijds de intentie, de bedoeling, en de uitvoerbaarheid van de wet heeft mijn fractie zorgen.

De volgende vragen die ik aan de minister heb, zullen dat nader verklaren. Vraag één: in hoeverre verandert er met de nieuwe wetgeving iets in de handhaving en daadwerkelijke sanctioneringsmogelijkheid met betrekking tot de bekostiging, de sluiting van de school of zelfs een weigeringsgrond voor het afgeven van een vergunning?

De tweede vraag die ik nog heb. De minister zegt in zijn antwoord aan de Kamer dat er voor de onderwijsinspectie minder mogelijkheden zijn als het gaat om de kwaliteitseisen. Maar is met name de inhoudelijke kwaliteit van het onderwijs op een school niet medebepalend voor de vraag of een school zich al dan niet aan de wet houdt? Dan heb ik het over lesinhouden die bedreigend zijn voor onze vrijheid, onze waarden en onze democratische rechtsstaat.

De derde vraag. De minister heeft het in zijn antwoord voornamelijk over de sociaal-economische segregatie en zegt dat het kabinet, maar ook de gemeenten daar stevig beleid op zetten. Hij richtte het woord daarbij expliciet tot mevrouw Sent: hoe roder een gemeente, hoe actiever men daarin is. De PVV miste in het antwoord van de minister de ideologische overtuiging van die segregatie, met name door de islamisering. Ik zou dan ook graag van de minister willen weten of hier, ook bij segregatie vanwege ideologische overtuiging, door het kabinet beleid op wordt gezet. Geldt hiervoor ook: hoe roder een gemeente, hoe actiever men daarin optreedt?

Tot slot mijn laatste vraag, voorzitter. De minister heeft het over een integrale beleidsagenda als het gaat over sociaal-economische segregatie. Bedoelt de minister met "integraal beleid" ook beleid bij segregatie als gevolg van islamisering van het onderwijs?

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Van Kesteren. Dan is het woord aan de heer Schalk.