T02876

Toezegging Nagaan bij decentrale overheden of aanbod kennisuitwisseling voldoende is (34.986)



De minister voor Milieu en Wonen zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van de leden Baay-Timmerman (50PLUS), Klip-Martin (VVD) en Rietkerk (CDA), toe in gesprek met decentrale overheden na te gaan of het aanbod aan kennisuitwisseling op dit moment voldoende is en of er behoefte is aan meer kennis.


Kerngegevens

Nummer T02876
Status voldaan
Datum toezegging 11 februari 2020
Deadline 1 januari 2021
Voormalige Verantwoordelijke(n) Minister voor Milieu en Wonen
Huidige Verantwoordelijke(n) Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Kamerleden Mr. M.H.H. Baay-Timmerman (50PLUS)
drs. T. Klip-Martin (VVD)
drs. Th.W. Rietkerk (CDA)
Commissie commissie voor Infrastructuur, Waterstaat en Omgeving (IWO)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie overig
Onderwerpen Invoeringswet Omgevingswet
kennisuitwisseling
Omgevingswet
Kamerstukken Invoeringswet Omgevingswet (34.986)


Uit de stukken

Handelingen I 2019-2020, nr. 20, item 12, blz. 2-12

Mevrouw Baay-Timmerman (50PLUS):

(…)

(…) De minister erkent dat de decentrale overheden thans lang niet altijd bekend zijn met de geldende regels, waardoor mogelijk de veiligheid van de burger in het geding komt. Waar baseert de minister de verwachting op dat door samenvoeging en omzetting van talloze regels met de invoering van de Omgevingswet ook daadwerkelijk de bekendheid met de regelgeving toeneemt bij gemeenten en provincies? Kan de minister nog eens uitleggen hoe deze stevigere kennisinfrastructuur in de praktijk gerealiseerd wordt, en zo het beoogde effect heeft om de burger voldoende bescherming te bieden?

(…)

Mevrouw Klip-Martin (VVD):

(…)

De Omgevingswet geeft onzes inziens antwoord op een groot aantal van de geconstateerde problemen, want de problemen in het rapport gesignaleerd, dateren van voor de introductie van de Omgevingswet, want daarover hebben wij het vandaag. Daarnaast heeft de minister duidelijk actie ondernomen naar aanleiding van de gesignaleerde problemen, met name bij de uitvoering van de VTH-taken: een strategische agenda met medeoverheden, een onafhankelijke commissie ter verbetering van het VTH-stelsel en een steviger kennisstructuur. Dat is allemaal heel procesmatig. Wij hebben er wel vertrouwen in, maar ik hoor graag nog een keer uit de mond van de minister dat dit leidt tot daadwerkelijk doen. Gemeenten kunnen veel aan, maar ze kunnen het in eerste instantie niet alleen. Met name de ondersteuning met kennis, naast de twee andere punten, is essentieel. Ik heb dat al veel vaker gezegd wanneer wij over dit onderwerp praten. Wij roepen de minister op expliciet royaler aandacht aan en inzet voor het totale kennistraject te organiseren, zeker ook bij de VTH-taken. Ik citeer een van onze oud-collega's, de heer Rinnooy Kan. Hij zei ooit, niet als senator: wie denkt dat kennis duur is, weet niet hoeveel domheid kost. Ik denk dat dit zeker ook van toepassing is op de Omgevingswet. Kennis is wat ons betreft een dikke rode draad door de komende jaren heen.

(…)

De heer Rietkerk (CDA):

(…)

Ten slotte vraagt het CDA hoe de aanbevelingen over het borgen van kennisdeling op bovenregionaal en landelijk niveau een vervolg krijgen en hoe de minister zorgt voor een steviger kennisinfrastructuur en kennisuitwisseling als het gaat om nieuwe ontwikkelingen. Ik sluit mij kortheidshalve aan bij de vragen van de fracties van de VVD en 50PLUS.

(…)

Minister Van Veldhoven-van der Meer:

(…)

De heer Rietkerk vroeg hoe het gaat met de aanbevelingen, onder andere qua kennisuitwisseling op bovenregionaal en nationaal niveau. Want die kenniscomponent is natuurlijk ontzettend belangrijk. Ik zal de heer Rinnooy Kan, als ik hem nog een keer spreek, vertellen dat u hem nog heeft aangehaald. Ik denk namelijk dat we allemaal die conclusie delen. Ik zal in mijn gesprek met de andere overheden nagaan of de behoefte aan kennisuitwisseling op dit moment voldoende is. Want we doen al een heel aantal dingen. De invoeringsinvesteringen bij het Rijk bedragen bij elkaar zo'n 63 miljoen euro. Dat doen we omdat we die kennis zo van belang vinden. 18 miljoen subsidie voor ondersteuning, via de VNG en de Unie van Waterschappen, 35 miljoen rijksinvesteringen in invoeringsondersteuning, 10 miljoen rijksinvesteringen in een informatiepunt. Dat is allemaal bedoeld juist om die kennis die zo belangrijk is op een goed niveau te borgen.


Brondocumenten


Historie