Verslag van de vergadering van 30 juni 2020 (2019/2020 nr. 34)
Status: gecorrigeerd
Aanvang: 13.34 uur
De heer Doornhof i (CDA):
Voorzitter. Het CDA heeft er waardering voor dat de initiatiefnemers de negatieve gevolgen van de brexit voor Nederlanders in het VK willen beperken. Maar op het moment waarop de Tweede Kamer over het voorstel stemde, leek het er nog op alsof we aan het afkoersen waren op een onverkort harde brexit. Inmiddels is het terugtrekkingsakkoord door het Britse parlement aanvaard, is het VK uit de EU getreden en vinden onderhandelingen plaats over uitvoeringsafspraken. In het terugtrekkingsakkoord staat onder meer een verblijfsrecht voor EU-burgers van vijf jaar. De initiatiefnemers houden met dit alles geen rekening. Het voorstel is op dit moment sowieso overbodig. Mocht op een later moment alsnog blijken dat de rechten van Nederlanders in het VK onvoldoende zijn gewaarborgd en de wettelijke uitzondering nodig is, dan zal mijn fractie welwillend staan tegenover een daartoe strekkend voorstel. Maar in het huidige voorstel kunnen we ons niet vinden.
De voorzitter:
Dank u wel, meneer Doornhof. Ik zie dat er geen andere leden zijn die een stemverklaring over deze initiatiefwet willen afleggen. Dan gaan wij nu stemmen over het wetsvoorstel. We stemmen bij zitten en opstaan.