Verslag van de vergadering van 7 juli 2020 (2019/2020 nr. 36)
Status: gecorrigeerd
Aanvang: 13.42 uur
Mevrouw Bikker i (ChristenUnie):
Voorzitter. Als voorzitter van de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap mag ik hier een stemverklaring afleggen namens de gehele commissie, met uitzondering van de fracties van de VVD en de Fractie-Otten. U begrijpt dat ik zo'n stemverklaring met genoegen namens deze vele fracties doe. Juridisch bezien kan er geen misverstand over bestaan. De vrijwillige financiële ouderbijdrage in het primair voortgezet en speciaal onderwijs is volgens de geldende onderwijswetgeving echt geheel vrijwillig. Ouders die niet betalen, overtreden geen enkele regel.
De praktijk is echter weerbarstiger. Kinderen van niet-betalende ouders krijgen soms te horen dat ze niet mee mogen met het jaarlijkse schoolreisje of thuis moeten blijven terwijl de rest van de klas het kerstdiner geniet. Dat kan een morele druk leggen op ouders om toch te betalen, aldus de initiatiefnemers Kwint en Westerveld in de memorie van toelichting bij hun wetsvoorstel. Zij kozen voor een eenvoudige oplossing voor het door hen gesignaleerde probleem. Hun voorstel legt in de Wet op de expertisecentra, de Wet op het primair onderwijs, de Wet op het voortgezet onderwijs en de corresponderende wetgeving voor de BES-eilanden vast dat het niet-betalen van een vrijwillige ouderbijdrage niet mag leiden tot uitsluiting van deelname aan activiteiten zoals hiervoor genoemd. Ook bijvoorbeeld extra activiteiten als bijlessen en examentrainingen vallen hieronder.
De initiatiefnemers maakten hun voorstel op 30 oktober 2018 bij de Tweede Kamer aanhangig en op 17 december vorig jaar werd het voorstel daar met overgrote meerderheid aangenomen. In de Eerste Kamer leefden bij twee fracties nog vragen, die de initiatiefnemers met grote kennis van zaken hebben beantwoord.
Een tweede schriftelijke vragenronde vlak voor het zomerreces heeft de initiatiefnemers nog voor een flinke uitdaging gesteld, maar uiteindelijk hebben zij zich daar ook doorheen weten te slaan, daarbij ongetwijfeld geïnspireerd door de gedachte dat zij hun voorstel bijna in veilige haven hadden.
Als gevolg van hun inspanningen kan ik hier nu namens vrijwel alle fracties verklaren dat wij voor dit wetsvoorstel zullen stemmen. Waarom? Omdat het voorstel recht en praktijk met elkaar in overeenstemming brengt. Wat juridisch vrijwillig is, is straks ook in de praktijk vrijwillig. Schrijnende gevallen zullen daarmee hopelijk voorkomen kunnen worden. Uiteraard zullen wij als Eerste Kamer wel de doeltreffendheid en de effecten van de wet in de gaten houden, waarover de minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media ons over drie jaar zal informeren. Voor nu willen wij echter de initiatiefnemers van harte complimenteren met hun wetsvoorstel en stemmen de genoemde fracties van harte voor.
De voorzitter:
Dank u wel, mevrouw Bikker. Ik zie dat mevrouw De Blécourt ook een stemverklaring wenst af te leggen.