T02964

Toezegging Evaluatie effectiviteit en doelmatigheid schenkvrijstelling voor eigen woning (35.302)



De Staatssecretaris van Financiën zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van de PvdA-fractie, toe om de verruimde schenkingsvrijstelling te evalueren op de effectiviteit en doelmatigheid van het bestaande beleid.


Kerngegevens

Nummer T02964
Status voldaan
Datum toezegging 28 november 2019
Deadline 1 januari 2022
Verantwoordelijke(n) Staatssecretaris van Financiën
Kamerleden drs. F.J.M. Crone (GroenLinks-PvdA)
Commissie commissie voor Financiën (FIN)
Soort activiteit (Nadere) Memorie van antwoord
Categorie evaluatie
Onderwerpen Pakket Belastingplan 2020
schenk- en erfbelasting
woningmarkt
Kamerstukken Belastingplan 2020 (35.302)


Uit de stukken

Kamerstukken I 2019/20, 35 302, D, p. 8.

De leden van de PvdA-fractie:

De leden van de PvdA-fractie vragen of het, nu de woningmarkt zo krap geworden is, het niet wenselijk is de verruimde vrijstelling van de schenkbelasting voor kinderen bij de aankoop van een huis af te schaffen of sterk te beperken, omdat deze de ongelijkheid tussen starters op de woningmarkt enorm vergroot, tevens een onnodige lastenverschuiving naar de loon- en inkomstenbelasting impliceert. Deelt de regering de

conclusie van de fraaie studie van de Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) dat dit een fiscale subsidie is van vermogensoverdracht in rijke families?

Kamerstukken I 2019/20, 35 302, E, p. 13, 14.

De Staatssecretaris van Financiën, M. Snel:

De leden van de fractie van de PvdA vragen of het, nu de woningmarkt zo krap geworden is, niet wenselijk is de verruimde vrijstelling van de schenkbelasting voor kinderen bij de aankoop van een huis af te schaffen of sterk te beperken. Volgens hen vergroot deze vrijstelling de ongelijkheid tussen starters op de woningmarkt enorm en impliceert deze

een onnodige lastenverschuiving naar de loon- en inkomstenbelasting. Ook vragen deze leden in dit verband of het kabinet de conclusie van de CBS-studie deelt dat dit een fiscale subsidie van vermogensoverdracht in rijke families is. Ik neem aan dat deze leden doelen op het onderzoek «Schenkingen vooral van ouders aan vermogende kinderen» van 11 maart 2019. Dit onderzoek zag op de periode 2007 tot en met 2015 en heeft derhalve geen betrekking op de structureel verruimde schenkingsvrijstelling. Anders dan de tijdelijke verruiming staat de huidige vrijstelling los van de situatie op de woningmarkt. Bij de tijdelijke verruiming van de vrijstelling schenkbelasting voor de eigen woning die gold vanaf 1 oktober 2013 tot en met 31 december 2014 ging het erom de woningmarkt in een

tijd van crisis weer op gang te helpen. Deze verruiming had dan ook direct te maken met de situatie in de bouw. De met ingang van 1 januari 2017 ingevoerde structurele verruiming van de vrijstelling van de schenkbelasting voor de eigen woning daarentegen beoogt een bijdrage te leveren aan de reductie van de eigenwoningschuld. Met de schenking kunnen woningbezitters hun schuldniveau verlagen, zowel direct bij aankoop van de woning als door op de bestaande schuld af te lossen. Dit maakt woningbezitters minder kwetsbaar. Daarbij kan de maatregel bijdragen aan het wegwerken van de uit de crisis voortvloeiende onderwaterproblematiek. De verruimde schenkingsvrijstelling eigen woning is niet beperkt tot een schenking van ouders aan kinderen, iedereen tussen 18 en 40 jaar mag van een familielid of van een derde eenmalig een schenking van maximaal € 102.010 (bedrag 2019) vrij van schenkbelasting ontvangen, mits deze wordt aangewend voor de eigen woning. Deze vrijstelling kan verspreid over drie achtereenvolgende kalenderjaren worden benut. Bij de raming in 2015 van de derving van deze schenkvrijstelling van € 90 miljoen is rekening gehouden met de lagere aftrekbare kosten voor de eigen woning in box 1 en een minderopbrengst in box 3. Uiteraard vindt het kabinet het belangrijk om de effectiviteit en doelmatigheid van bestaand beleid te blijven evalueren. Voor 2020 is een evaluatie voorzien.


Brondocumenten


Historie