De Minister van Economische Zaken en Klimaat zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Van der Linden (FVD), toe de Kamer een brief te sturen met een overzicht van cijfers aangaande de kosten van het klimaatbeleid voor Nederland.
Nummer | T02980 |
---|---|
Status | voldaan |
Datum toezegging | 23 juni 2020 |
Deadline | 1 januari 2021 |
Verantwoordelijke(n) | Minister van Financiën |
Kamerleden | L.P. van der Linden MSc. (Fractie-Nanninga) |
Commissie | commissie voor Economische Zaken en Klimaat / Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (EZK/LNV) |
Soort activiteit | Mondeling overleg |
Categorie | brief/nota |
Onderwerpen | klimaatbeleid kosten |
Kamerstukken | EU-voorstel: Mededeling van de Commissie over de Europese Green Deal COM(2019)640 (35.377) Kabinetsaanpak Klimaatbeleid (32.813) |
Kamerstukken I, 2019-2020, 32813 / 35377, Q, blz. 16-18.
De heer Van der Linden (FvD): De minister begon zijn inleiding met een indeling in twee kampen. Ik schaar onder het kamp "voor" de mensen die stellen dat de volgende lockdown een klimaatlockdown is. Ik plaats ons in het kamp dat daar diametraal tegenover staat: het kamp "welvaart". Wij hebben zelf zo'n jaar geleden gesteld dat de totale kosten van het klimaatbeleid voor Nederland 1.000 miljard zouden zijn. Dat was nog voordat de Green Deal op Europees niveau werd gepresenteerd. Het gaat om een zeer minuscuul aantal minder graden opwarming in 2050. De minister gaf net aan dat we steeds efficiënter en goedkoper omgaan met de energietransitie. Het is goed dat we daarover kunnen spreken. Ik heb drie stellingen te poneren die daar haaks op staan. Die wil ik graag even voorleggen aan de minister. Stelling één is dat de kosten van het energieakkoord veel hoger zijn dan minister Kamp stelde toen het destijds in de Tweede Kamer werd behandeld. De tweede stelling is dat de kosten van het Klimaatakkoord in 2030 tot wel zes keer zo hoog zijn als door deze minister eerder is gesteld in de Tweede Kamer. De derde stelling is dat Nederland van het aardgas afhalen vele malen duurder is dan eerder werd voorgespiegeld. Ik wil dat graag nog even kort toelichten. Allereerst het energieakkoord. Minister Kamp voerde op basis van een ECN/PBLrapport voortdurend op dat het 13 tot 18 miljard zou kosten. Recent hebben we gezien dat het 52 miljard moet zijn. Wij denken dat dat nog veel te laag is, maar dan nog is dat al vele malen meer dan door de minister werd gesteld toen het werd behandeld in de Kamer. Het is een energieakkoord uit 2013, de voorloper van het Klimaatakkoord. Recentelijk, na zeven jaar, komen we er dus achter dat de Kamer daarmee heeft ingestemd op basis van een kosteninschatting die vele malen te laag was. Is de minister het daarmee eens? Dan het Klimaatakkoord, de opvolger van het energieakkoord. De kosten voor het behalen van de doelen van het Klimaatakkoord zijn eerder door de minister voorgesteld op 1,6 tot 1,9 miljard euro per jaar in 2030 -- dat was wederom op basis van PBL-berekeningen -- boven op het energieakkoord. Dat bedrag is vervolgens bestreden door het CPB, dat uitkwam op 11 miljard per jaar in 2030. Wij denken dat beide nog te laag zijn, ook omdat de kosten van van het gas afgaan daar niet in zijn meegenomen. Mijn vraag aan de minister is: wat is nu het laatste inzicht in wat het Klimaatakkoord zo'n beetje gaat kosten? Waar hebben we het nu over? Dan over de derde stelling, over het kabinetsbeleid om alle gebouwen van het aardgas af te halen. Het PBL heeft het over een voor ons onverklaarbaar bedrag van 85 miljoen euro per jaar in 2030. Inmiddels ligt er een Rekenkamerrapport dat gehakt heeft gemaakt van de eerste proefballonnetjes. Wij denken dat de totale kosten van van het gas afgaan veel hoger zijn voor de eerste 1,5 miljoen woningen in 2030. Dat komt volgens ons op minstens 1,7 miljard euro per jaar te liggen, als we de PBL-methode hanteren. Daarna moet het echt hard gaan, want tot 2050 moeten die 5,7 miljoen overige woningen ook nog van het gas af. Wij zijn echt benieuwd of de minister ook ten aanzien van van het gas afgaan van woningen kan aangeven waar we het grosso modo -- het mag een paar miljoen meer of minder zijn -- over hebben. Wij denken dat het vooral ten opzichte van de plannenmakerij duurder wordt, terwijl ik net hoorde dat het efficiënter en goedkoper schijnt te worden.
Minister Wiebes: Er is in elk geval één getal dat verschillende keren is nagerekend en geverifieerd en dat gewoon flauwekul is, en dat is die 1.000 miljard. Daar ga ik verder geen woord meer aan besteden. Laat ik dit even niet uit het hoofd doen. Laat ik hier een klein schriftelijk opstellinkje van maken. Dat stuur ik u toe. Mijn gutfeeling nu al is dat er soms -- dat gebeurt vaak in debatten -- op spectaculaire wijze nationale kosten en investeringen door elkaar worden gehaald, dat jaarlijkse kosten en cumulatieve kosten door elkaar worden gehaald, dat private kosten en totale maatschappelijke kosten door elkaar worden gehaald en dat op allerlei manieren meerkosten dan wel totale systeemkosten door elkaar worden gehaald. Ik zorg even voor een zekere hygiëne in de cijfers. Ik stuur dat in een briefje. Dan hebben wij daar helderheid over.
De heer Van der Linden (FvD): Dank daarvoor. Dan heb ik nog wel een vraag die daarmee samenhangt. Dat energieakkoord is destijds door een groep wetenschappers en ingenieurs doorgerekend. Zij hebben dat destijds overhandigd. Zij zitten volgens mij in kamp "kritisch". Wat let de minister om daar samen met het PBL, het CPB en andere instanties een soort grote maatschappelijke opgave van te maken en dat soort doorrekeningen met elkaar te doen om die helderheid te krijgen? Die groep heeft daar echt veel studie van gemaakt en die doorrekening overhandigd. Zij zouden graag gechallenged willen worden wat betreft hun doorrekening. Het PBL deed er weer erg lang over. Waarom zou de minister daar niet een soort maatschappelijke openbare exercitie van maken, waarbij iedereen met elkaar van gedachten kan wisselen en elkaars berekeningen kan challengen op een interessante en inhoudelijk goede manier? Is dat geen idee?
Minister Wiebes: Twee dingen daarover. Wij hebben dat natuurlijk georganiseerd. We hebben op zich een stelsel waar men, ook in het buitenland, jaloers op is. We hebben nationale bureaus die permanent geacht worden hun wetenschappelijke inzichten te scherpen aan internationale inzichten. Die bureaus berekenen dat voor ons en geven inzicht in hun berekenwijze. Zij zijn vatbaar voor input van buitenaf. Dat gebeurt zeer regelmatig. Zij zijn aan één stuk door in debat met nationale en internationale wetenschappers. Zij publiceren dit soort cijfers. Wij kunnen -- niet alleen in het parlement maar ook in allerlei plekken in de samenleving -- die cijfers gebruiken om onze standpunten op te baseren. Maar ik ben het met de heer Van der Linden eens dat het zin heeft om dat op een objectieve en secure manier te doen. Ik vind dat hij zichzelf in dit debat onrecht doet door de onzin die inmiddels is ontmaskerd steeds te recyclen. Daarom zeg ik ook met plezier die brief aan hem toe. Ik vind het namelijk een verstandige vraag om nog een keer op een rijtje te zetten wat de oorspronkelijke inschattingen zijn geweest en wat er uiteindelijk is uitgekomen op basis van degelijke en ordentelijke cijferopstellingen. Ik ben fan van die vraag. Die beantwoord ik bijzonder graag. Ik nodig de heer Van der Linden uit om in ieder geval op één punt in mijn kamp te komen zitten. Ook ik hoor tot het economische kamp. Ik hoor ook tot het kamp van de verstandige cijfers. In dat kamp nodig ik hem uit, want ook hij hoort daarin. Daarom beloof ik hem met liefde die brief. Ik ga daar met alle liefde over in gesprek, want dat is precies de manier waarop we dit debat moeten voeren. Dat moeten we niet doen aan de hand van allemaal flauwekul. In dat opzicht voel ik mij bij hetzelfde kamp horen als de heer Van der Linden. Ik hoop dat hij die uitnodiging accepteert.
Brondocumenten
-
8 december 2020
nieuwe status: voldaan
Voortgang: -
1 december 2020
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
25 november 2020
nieuwe status: openstaand
Voortgang:documenten:-
-brief van de minister van EZK met reactie op stellingen gedaan tijdens het mondeling overleg inzake uitwerking Klimaatakkoord en kabinetsappreciatie Green Deal
op 8 december 2020 voor kennisgeving aangenomen door de commissie voor EZK/LNV
EK 32.813 / 35.377, S
-
-
23 juni 2020
toezegging gedaan