Plenair Schalk bij voortzetting Algemene Europese Beschouwingen



Verslag van de vergadering van 3 november 2020 (2020/2021 nr. 8)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 15.14 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Schalk i (SGP):

Dank u wel, voorzitter. Gisteren was het exact zestien jaar geleden: de moord op Theo van Gogh, op 2 november 2004 in Amsterdam. In datzelfde jaar: Madrid, bommen in treinen met 191 doden en 1.800 gewonden. In 2005: Londen met 56 doden en 700 gewonden. Brussel, 24 mei 2014: een man opent met een kalasjnikov het vuur in het Joods Museum. Vier doden. Parijs, 7 januari 2015: de aanval op Charlie Hebdo. Nice, 3 februari 2015: een man steekt met een keukenmes twee militairen neer die de wacht houden bij een joods centrum. Parijs, 2015: Bataclan, meer dan 130 doden en 350 gewonden. Marseille, 2016: een jongen verwondt een leraar van een joodse school, die op weg is naar z'n werk. Brussel, 22 maart 2016: bommen op de luchthaven en in een station met zeker 30 doden en meer dan 130 gewonden. Opnieuw Nice, 14 juli 2016: een vuurwerkshow, een boulevard en een vrachtwagen, 84 doden en meer dan 200 gewonden. Amsterdam, 31 augustus 2018: Centraal Station, twee doden. Utrecht, 18 maart 2019: schoten in een tram, vier doden, zes gewonden. De afgelopen weken in Frankrijk de moord op Samuel Paty, gevolgd door de afschuwelijke moordpartij in Nice. Twee vrouwen en een koster, afgeslacht. Gisteren, exact zestien jaar na de moord op Theo van Gogh, een islamitische terrorist in Wenen. Minimaal drie doden. Vier, heb ik inmiddels gelezen.

Waarom deze macabere, maar zeer onvolledige opsomming? Omdat gewone mannen en vrouwen, vaders, moeders, broers, zussen, zonen en dochters het slachtoffer werden. Omdat we het niet mogen vergeten en niet mogen afdoen als incidenten. Het gaat hier om niets minder dan de essentie van onze samenleving, om vrede, om recht en om een verantwoorde vrijheid. Daarom is mijn vraag aan de minister: hoe houden we Europa en Nederland vrij van en veilig voor islamitisch terrorisme? Wat is hiervoor nog extra nodig? Hebben geheime diensten genoeg mogelijkheden en bevoegdheden? Worden radicale oproepen op internet gemonitord en weggehaald? Heel graag een reactie van de minister hierop.

Voorzitter. Wat me ook opviel in het overzicht van terreuraanslagen, is het grote aantal antisemitische incidenten. Dat brengt me bij de volgende vragen. Hoe geeft de minister samen met het minister van J&V uitvoering aan de aangenomen motie over het hanteren van de IHRA-definitie van antisemitisme? Het heeft drie jaar geduurd en er waren zeven incidenten bij het koosjere restaurant HaCarmel in Amsterdam — ik noemde het vorige week ook — voordat het Openbaar Ministerie eindelijk toegaf dat hier sprake is van een radicaliseringsproces en een extremistische ideologie. Begrijpt de minister onze oproep dat politie en Openbaar Ministerie de aangiftes serieuzer moeten behandelen?

Bovendien leg ik in het licht van de huidige Algemene Vergadering van de Verenigde Naties de vinger bij de traditionele stroom aan anti-Israëlische resoluties. Als gevolg van de aangenomen motie-Van der Staaij kunnen deze resoluties niet langer klakkeloos rekenen op de Nederlandse steun. We zien dat Nederland inderdaad vaker tegenstemt, maar zich ook nog af en toe onthoudt van stemming. Mogen we ervan uitgaan dat, in plaats van het zich onthouden van stemmen, steeds vaker tegenstemmen aan de orde zal zijn? Specifiek ben ik bezorgd over het feit dat de formuleringen in door Palestijnen en andere landen ingestoken resoluties de historische relatie van plaatsen — "heilige plaatsen" worden ze wel genoemd — in Israël en specifiek Jeruzalem met het jodendom negeren. Zo wordt soms de joodse naam voor Tempelberg weggelaten en wordt alleen al-Haram al-Sharif genoemd. Dit is ook strijdig met het EU-standpunt dat Jeruzalem een heilige stad is voor drie grote monotheïstische religies.

Mevrouw Faber-van de Klashorst i (PVV):

Ik ben blij dat de collega van de SGP een pleidooi houdt tegen het antisemitisme en opkomt voor de staat Israël, maar dan begrijp ik niet dat de SGP tegen onze motie heeft gestemd om te stoppen met het financieren van de VN.

De heer Schalk (SGP):

Dat is vanmiddag gebeurd. Ik heb volmondig tegengestemd, omdat de oproep van mevrouw Faber — ik heb die motie natuurlijk niet bij de hand, dus ik kan haar niet helemaal precies citeren — erover ging om een groot deel van de afdracht of de financiering richting de Verenigde Naties af te schaffen. Maar daarmee lossen we dit probleem niet op. Daarmee raak je een heleboel andere problemen. U hoort de fractie van de SGP niet zeggen dat alle activiteiten die vanuit de Verenigde Naties gebeuren verwerpelijk zijn of niet goed zouden zijn. Daar gaat het niet over. Het ging hier in mijn betoog over de resoluties waarin geen recht gedaan wordt aan het feit dat drie monotheïstische religies allemaal spreken over de Tempelberg.

Mevrouw Faber-van de Klashorst (PVV):

De collega komt met een uitgebreid antwoord, maar het feit blijft wel dat wij een heel groot deel, bijna 500 miljoen, vrijwillig in de kas van de VN storten. De VN — dat weet meneer Schalk ook - zijn behoorlijk anti-Israël en antisemitisch. Nogmaals, ik kan niet begrijpen dat u dan tegen zo'n motie stemt. Als u dan nog een stemverklaring had afgelegd met enige uitleg, maar ook daar heeft u niet de moeite voor genomen. Ik zeg niet dat het zo is, voor de duidelijkheid, maar dan lijken het toch wel een beetje krokodillentranen van u. Dat heb ik ook gezegd in mijn speech vandaag.

De voorzitter:

De heer Schalk, tot slot.

De heer Schalk (SGP):

Als mevrouw Faber denkt dat ik deze lijst met gruwelijke aanslagen met krokodillentranen heb besprenkeld, dan denk ik dat ze niet heeft geluisterd en dat ze niet heeft gehoord welke toon ik heb geprobeerd aan te geven. Ik heb hier nadrukkelijk aangegeven dat ik dit afgrijselijk vind. De gelden voor die VN-resoluties ... Dat heeft u volgens mij zelf vorige week betoogd tijdens de Algemene Beschouwingen, waar we met z'n allen naar hebben zitten luisteren. Dat was bij u in het betoog met name gericht op één groep. Dat was de islam. U hoort mij het islamitisch terrorisme scherp afwijzen, maar de gelden waar u over sprak, zijn voor een belangrijk deel ook van belang voor ontwikkelingssamenwerking. Dat zou je dan dus ook gewoon los- en wegtrekken. Dat vindt mijn fractie niet goed. Ik heb daar vanmiddag geen stemverklaring over afgelegd, maar deze vraag van mevrouw Faber helpt mij geweldig om dat op deze manier alsnog te doen. Geen krokodillentranen dus, dat is duidelijk.

De voorzitter:

Dank u wel. Tot slot, mevrouw Faber.

Mevrouw Faber-van de Klashorst (PVV):

Ik ben hier nu even door uit mijn verhaal.

De heer Schalk (SGP):

Dat geeft niet, hoor.

Mevrouw Faber-van de Klashorst (PVV):

Ik weet het weer. Ik waardeer het zeker dat u met zo'n hele lijst komt over wat in feite afschuwelijke misdrijven tegen de menselijkheid zijn. De veroorzakers daarvan komen uit de islamitische hoek. Het klopt dat ik het vorige week heb gehad over de VN, die een agenda uitrolt van terrorisme en antisemitisme. Ik heb toen gezegd — nu kom ik een beetje op een gevaarlijk punt — ik citeer: omvolking. Dat ging allemaal over de islamitische hoek. U komt zelf nu met een lijst van islamitische aanslagen die er zijn geweest, maar aan de andere kant zegt u: ja maar, u had het toen alleen maar over die islam. In feite hebben we elkaar wel gevonden, maar u verwoordt het anders dan ik.

De voorzitter:

Dank u wel. Meneer Vendrik.

De heer Schalk (SGP):

Ik denk dat ik het niet op dezelfde manier zou willen verwoorden. Met name het woord dat u zojuist in de mond nam en waar de voorzitter vorige week tegen gewaarschuwd heeft.

De heer Vendrik i (GroenLinks):

De heer Schalk spreekt stevige woorden over islamitisch terrorisme en dat begrijp ik heel goed. Mag ik ervan uitgaan dat alles wat hij gezegd heeft, evenzeer van toepassing is op terrorisme dat zijn grond vindt in rechtsextremistische denkbeelden, bijvoorbeeld de aanslagen in Noorwegen, Nieuw-Zeeland en andere aanslagen?

De heer Schalk (SGP):

Ik heb inderdaad nu gekozen voor een aantal aanslagen in Europa. Wat betreft de rechtsextremistische aanslagen: aanslagen zijn sowieso te verwerpen. Dus als u dat bedoelt: eens.

De heer Van Apeldoorn i (SP):

Ik had dezelfde vraag als de heer Vendrik. De heer Schalk plaatst het expliciet in de context van antisemitisme. Hij heeft het over aanslagen in Europa, die ook mijn fractie stuk voor stuk veroordeelt, ook zeker als die afkomstig zijn van de geradicaliseerde islam. Daar hebben we helaas ook voorbeelden van gezien, gisteren nog. Daar moeten we ook in Europese context zeker wat aan doen. We moeten Turkije ook aanspreken op beïnvloeding op dat gebied. Maar bijvoorbeeld in Duitsland zijn in februari van dit jaar ook aanslagen gepleegd. Daar zijn negen jonge mensen vermoord. Die aanslagen, in Hanau, waren antisemitisch geïnspireerd. De Duitse minister van Justitie heeft toen gezegd ...

De voorzitter:

Wat is uw vraag, meneer Van Apeldoorn?

De heer Van Apeldoorn (SP):

Nog één zin. De Duitse minister van Justitie heeft gezegd dat extreemrechtse terreur nu de grootste bedreiging is voor de democratie in Duitsland. Mijn vraag is dus waarom de heer Schalk exclusief focust op islamitisch terrorisme in zijn betoog.

De heer Schalk (SGP):

Ik heb in mijn betoog gezegd dat het een macabere maar zeer onvolledige opsomming betrof. Er zijn inderdaad veel meer aanslagen geweest. Zoals ik zojuist al tegen de heer Vendrik zei, zijn ook rechtsextremistische aanslagen verwerpelijk. Maar inderdaad, in het rijtje dat ik heb genoemd, waren er een aantal heel nadrukkelijk gericht vanuit antisemitisch geweld. Maar niet alleen; ook het islamitisch terrorisme in zijn algemeenheid heb ik willen benoemen. En ja, dan hadden we natuurlijk eigenlijk moeten beginnen bij 11 september 2001.

De voorzitter:

Vervolgt u uw betoog.

De heer Schalk (SGP):

Ik had al iets gezegd over de Tempelberg. Ik verzoek de minister met klem om bij alle VN-resoluties waarin naar de Tempelberg verwezen wordt met alleen de Arabische naam al Haram al-Sharif, een duidelijke tegenstem te laten horen. Ik overweeg een motie op dit punt. Want woorden maken het verschil!

Voorzitter. Het is maar een kleine stap naar mijn volgende aandachtspunt: de rechtsstatelijkheid in de Europese Unie. Een ingewikkelde en beladen discussie; we hebben het er zojuist al even over gehad. Materieel gezien valt op bepaalde zaken natuurlijk niet te marchanderen. Zojuist in een interruptiedebatje met meneer Vendrik noemde hij ze ook, maar ik heb ze hier ook genoteerd. Worden misdadigers gestraft en slachtoffers van rechtswege beschermd? Is er sprake van scheiding van de machten en van onafhankelijke rechtspraak? Is er persvrijheid, gewetensvrijheid en vrijheid van meningsuiting? Dat zijn fundamentele rechtsstatelijke waarden. De hamvraag is echter hoe we in de Europese Unie omgaan met de verschillende manieren waarop dit vanuit het verleden en de eigen cultuur concreet vorm krijgt. Onze visie op de rechtsstaat wordt natuurlijk beïnvloed door de vraag of we uit West-Europa afkomstig zijn of uit het voormalige Oostblok komen, of we onszelf gelovig, agnost of atheïst noemen, of we conservatief of progressief zijn. Laat ik een simpel voorbeeld noemen. De Europese Commissaris voor Mensenrechten veroordeelde Polen omdat daar mogelijk abortussen op kinderen met het downsyndroom verboden worden. Let wel: Commissaris voor Mensenrechten. Zoiets hangt natuurlijk fundamenteel samen met je visie op het menselijk leven. Laten we voorzichtig zijn met het bekritiseren van landen als Polen, Hongarije of Tsjechië. De dialoog is te prefereren boven zware artikel 7-procedures. Daarom pleit de SGP ervoor eerst te bezien welke gemeenschappelijke noties over de rechtsstaat ontstaan uit de landenspecifieke discussies. Mijn vraag is of de minister deze opvatting deelt.

Voorzitter, dan nog de Europese Green Deal. U weet dat de SGP kritisch is op de al te ambitieuze Europese klimaatplannen.

De voorzitter:

Ik zie diverse interrupties, maar gezien de tijd laat ik meneer Schalk nu even zijn verhaal afmaken. Dan kijken we even hoe laat het is en hoe dat zich verhoudt tot de pauze straks. Vervolgt uw betoog.

De heer Schalk (SGP):

Ik had juist zo'n belangrijk onderwerp aan de orde, voorzitter. Het ging over de Green Deal.

De voorzitter:

Daarom zei ik: vervolgt uw betoog.

De heer Schalk (SGP):

Zeker.

Welnu, de Europese Commissie toont zich overijverig als het gaat om klimaat en landbouw. Tijdens de Algemene Politieke Beschouwingen heb ik al aan de orde gesteld dat we in Nederland een Klimaatwet hebben, waarin het onhaalbare percentage van 49% reductie CO2 staat vermeld. Zo creëren we onze eigen Urgenda's. Maar Europa doet er met de Green Deal nog een schepje bovenop: 55%. Wat doet de regering eraan om Europa duidelijk te maken dat Nederland niet de wet moet worden voorgeschreven op dit terrein? Als prikkel voor de industrie kan mijn fractie wel begrijpen dat een hogere CO2-prijs wordt vastgesteld in het Europese emissiehandelssysteem. Voor verduurzaming in de industrie hebben we Europa gewoon nodig. Maar laten we er alsjeblieft voor zorgen dat Europa zich niet met onze huizen, onze gebouwen, enzovoort gaat bemoeien, direct noch indirect. Daar hebben we de Europese samenwerking niet voor nodig. Wanneer en hoe gaat het kabinet zich daarin kritischer opstellen?

Ook wat betreft de boer-tot-bordstrategie is Brussel bezig met het rollen van een sneeuwbal met steeds meer dictaten. Een opsomming: meer dierenwelzijnsregels, een wetgevingsvoorstel voor een kader voor een duurzaam voedselsysteem, minimaal 25% biologische landbouw, 50% minder nutriëntenverliezen, 20% minder mestgebruik terwijl de huidige normen al niet hoger liggen dan wat gewassen nodig hebben, 50% minder chemische gewasbeschermingsmiddelen, 50% minder antibiotica, en dat gecombineerd met meer Brusselse controle op de nationale strategische landbouwplannen. Hoe gaat het kabinet vergaande bemoeienis van de Europese Commissie met het nationale landbouwbeleid voorkomen?

Voorzitter. Het lijkt nu net alsof de SGP vindt dat Europa niets goed doet. Dat is niet het punt dat ik wil maken. Natuurlijk is ook de SGP voor goede verhoudingen binnen Europa, voor samenwerking op allerlei grensoverschrijdende politieke en economische vraagstukken, en natuurlijk doet Europa ook goede dingen. Laat ik een positief punt noemen. Zoals u weet is onze minister van OCW, ook belast met emancipatie, voornemens om te zorgen dat op de identiteitskaart het geslacht niet meer zal worden vermeld. Dat is uiteraard heel kwetsend, juist voor kwetsbare mensen die de geslachtsregistratie juist nodig kunnen hebben, en heel onhandig voor burgers die dit om uiteenlopende redenen juist wel vermeld willen zien. Op onze vragen rond dit voornemen hebben we nog geen antwoord, dat loopt nog. Maar uit de brief die de minister stuurde, proefde ik dat ze hetzelfde idee ook zou willen doorvoeren voor de paspoorten. Echter, de EU-verordening 2252/2004 staat voor een verplichte vermelding van het geslacht op de paspoorten. Gelukkig maar. Zo blijkt maar dat mijn fractie ook oog heeft voor de goede kanten van de Europese regelgeving.

Voorzitter, ik rond af. Deze bijdrage had de focus vooral op de donkere kanten van het huidige tijdsgewricht, nu eens niet door het coronavirus waar in heel Europa mee geworsteld wordt, maar door het virus van extremistisch terrorisme en van jihadisme. Het is van belang om tegenover deze donkere kanten van het huidige tijdsgewricht niet alleen de aanpak van de overheid te stellen, maar ook het licht: licht in de duisternis dat duidt op tekenen van hoop. Onze christelijke wortels staan recht tegenover de wortels van het kwaad. En christelijke wortels hebben hun oorsprong in Christus als het licht der wereld. Dat licht overwint de duisternis op fenomenale wijze.

Ik dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Schalk. Meneer Backer wil nog interrumperen.

De heer Backer i (D66):

Dat waren mooie woorden tot slot. Ik wil nog heel even terug naar het punt over Polen en de kwestie van de rechtsstaat. Het Hof van Justitie heeft vastgesteld dat Polen zich steeds verder heeft verwijderd van de rechtsstaat door onder andere in het constitutioneel hof partijmensen te benoemen die louter om partijpolitieke redenen in dat hof terecht zijn gekomen. En men heeft rechters met pensioen gestuurd die gekwalificeerd waren. Nu heeft dit hof de facto het recht op abortus afgeschaft door een uitspraak. U reageert op de reactie van mevrouw Mijatovic van de Raad van Europa. Maar is het niet zo dat het rechtsstatelijke probleem hieraan ten grondslag ligt? De uitkomst bevalt u vanuit politieke overwegingen, maar is niet veeleer belangrijk om vast te stellen dat de rechtsstatelijkheid is komen te ontbreken in Polen?

De heer Schalk (SGP):

De heer Backer noemt twee voorbeelden. Het voorbeeld van de abortus heb ik even gelinkt aan het verbod van abortus op kinderen met het syndroom van Down. Ik kan me niet voorstellen dat we dat menselijk leven niet zouden mogen beschermen. Dat wil Polen dus blijkbaar doen. Het andere voorbeeld dat de heer Backer noemt, ging over die rechters en dat constitutionele hof. Ik ben niet heel erg goed thuis in dat gebeuren, maar ik dacht dat het in 2018 is teruggedraaid. Maar hou me ten goede; ik zal het even precies nakijken en u hoort dat later van mij. Volgens mij is dat in ieder geval teruggedraaid omdat er inderdaad op een verkeerde manier werd gehandeld. En ik vind het een uitstekend idee om als dat gebeurt, elkaar daarop aan te spreken. Ik zou het ook heel erg goed vinden als andere landen ons zouden aanspreken, bijvoorbeeld op ons beleid ten aanzien van allerlei dingen waarover ik denk: moeten we dat op deze manier doen? Denk aan euthanasie, aan de abortuspraktijk hier, aan de manier waarop wij met drugs omgaan en dergelijke. Het zou helemaal niet gek zijn als andere landen ons wat dat betreft zouden kapittelen.

De heer Backer (D66):

Voorzitter, ik zal het hierbij laten.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Backer. Meneer Van Apeldoorn, u heeft nog een hele korte interruptie?

De heer Van Apeldoorn (SP):

Ik zal het heel kort houden, voorzitter. Over de rechtsstatelijkheid zegt de heer Schalk denk ik terecht: er valt niet te marchanderen met bepaalde onderdelen. Maar vervolgens lijkt hij het toch in een soort relativerend perspectief te willen plaatsen door te zeggen dat het ook afhangt van je waarden en of die al dan niet geworteld zijn in bijvoorbeeld een bepaalde christelijke levensovertuiging. In die context is er eerder gesproken over de lhbti-vrije zones die Polen heeft ingesteld. Die verhouden zich volgens mij slecht met de principes van de democratische rechtsstaat. Daarover heeft de heer Schalk in een interruptiedebatje met de heer Vendrik gezegd: ja, daar schrik ik ook van. Maar de partij van de heer Schalk in het Europees Parlement heeft de resolutie van het Europees Parlement die die lhbti-vrije zones heeft veroordeeld, niet willen steunen. Men heeft daartegen gestemd. Dus begrijp ik het nou goed dat de heer Schalk zegt: daar schik ik wel van, maar we veroordelen het niet als het gaat om de democratische rechtsstaat?

De heer Schalk (SGP):

Dank voor deze vraag. Ik heb aangegeven dat misdadigers gestraft moeten worden, slachtoffers van rechtswege beschermd moeten worden en dat er sprake moet zijn van scheiding van machten en onafhankelijke rechtspraak enzovoort. Ten aanzien van de resolutie waar u het over heeft — ik moet u heel eerlijk bekennen dat ik die niet ken — kan ik zeggen dat als ik vanuit de SGP en heel persoonlijk naar dat onderwerp kijk, dat heel anders is dan kijken naar een lhbti-vrije zone of zoiets. Dat zal u de SGP in Nederland nooit hebben horen betogen.

De voorzitter:

Dank u wel.

De heer Schalk (SGP):

Mijn fractie staat overigens wel op het standpunt dat mensen die worstelen met lhbti op geen enkele manier veroordeeld mogen worden, of wat dan ook. Aan de andere kant en ik vind dat ik dat ook hier eerlijk moet zeggen als we het over dit onderwerp hebben, mag het ook duidelijk zijn dat ik vanuit mijn godsdienstige overtuiging het praktiseren van bepaalde seksualiteit anders dan binnen het huwelijk van één man en één vrouw, om levensbeschouwelijke en godsdienstige redenen afwijs.

De voorzitter:

Dank u wel. Dank u wel, meneer Schalk.

Mag ik de leden vragen 1,5 meter afstand te houden in de zaal, mondkapjes op te doen als ze met elkaar praten en het liefst ook niet in de zaal met allerlei mensen overleg te voeren, maar dit buiten de zaal te doen? Wilt u in ieder geval 1,5 meter afstand houden? Want we willen hier geen uitbraak. Het eerste parlement elders in Europa is al gesloten vanwege een uitbraak in het parlement. Dat maken we natuurlijk niet graag mee met elkaar.

Dan geef ik ten slotte het woord aan mevrouw Teunissen van de Partij voor de Dieren.