Verslag van de vergadering van 3 november 2020 (2020/2021 nr. 8)
Status: gecorrigeerd
Aanvang: 20.24 uur
De heer Van Hattem i (PVV):
Dank, voorzitter. Dank voor de beantwoording in eerste termijn. Desalniettemin heb ik nog wel een aantal onbeantwoorde vragen. Allereerst mijn vraag of deze bepalingen in de wet ook van toepassing zijn op de referenda die het komende jaar zullen worden gehouden door gemeentes en/of provincies.
Het volgende punt waarop ik geen antwoord heb gehad, betreft de volmachtregeling. Er werd net al gewezen op de mogelijkheden met deepfake, grote nepvolmachten die we dan krijgen. Dat moeten we dus allemaal zien te voorkomen. Maar de minister heeft ook aangegeven dat er extra waakzaamheid op moet zijn. Op mijn vraag hoe die extra waakzaamheid vorm kan worden gegeven, heb ik nog geen antwoord gehad. Ook kreeg ik geen voorbeelden van signalen die daarbij opgemerkt zouden kunnen worden. Welke extra maatregelen kan de minister zelf eventueel nog treffen om fraude en ronselpraktijken, waar de Kiesraad terecht op wijst, aan te pakken en te voorkomen? Daarbij ook de vraag wat de minister tot nu toe heeft gedaan met de aanbeveling die de Kiesraad al in 2015 heeft gedaan om dat soort ronselen met volmachtstemmen aan te pakken.
Dan kom ik bij de volgende onbeantwoorde vraag. De minister heeft aangegeven dat iemand in principe zijn stembescheiden terugkrijgt, mocht hij uit een stemlokaal worden gezet nadat hij deze bescheiden al had ingeleverd maar nog niet had gestemd. Maar kan degene dan bij hetzelfde stemlokaal — of bij een ander stemlokaal, maar het is misschien nog pregnanter bij hetzelfde stemlokaal — alsnog zijn stem uitbrengen? Hoe is dat geregeld? Hoe moet een stembureau daarmee omgaan?
Dan kom ik bij een andere onbeantwoorde vraag. Deze stelde ik mede namens 50PLUS. Het overhandigen van de onderhandse volmacht moet fysiek plaatsvinden. Dat wordt een lastige situatie voor mensen die bijvoorbeeld in quarantaine zitten. Daar zou ik ook nog graag duidelijkheid over willen.
Tot slot van de onbeantwoorde vragen het punt over de Turkse propaganda die bij de verkiezingen in 2017 in stembureaus lag. De minister zegt terecht dat dat verboden is, maar mijn vraag was welke concrete stappen er sindsdien door de minister zijn genomen om dit bij deze verkiezingen te voorkomen. Er lag destijds gewoon Diyanetpropaganda, er waren Turkse vlaggen en noem maar op in stembureaus. Gaat de minister nu iets meer doen om dit bij de komende verkiezingen geheel uit te bannen?
Tot slot heb ik nog een aanvullende vraag. Ik hoorde de minister zeggen: dat het negeren van het verbod an sich niet strafbaar is gesteld in de zin van het strafrecht. Kan de minister ook uitsluiten dat het privaatrechtelijk een grond kan vormen voor aansprakelijkheid in de zin van een onrechtmatige daad, als bijvoorbeeld iemand deze wettelijke bepaling negeert en derden daardoor besmet raken? Kan dan worden uitgesloten dat iemand dit op grond van deze wet als onrechtmatige daad naar voren kan brengen en daarmee een grondslag heeft voor een claim? Die weg zou ik ook graag uitgesloten willen hebben, als het niet strafbaar is.
Voorzitter, tot zover in tweede termijn.
De voorzitter:
Dank u wel, meneer Van Hattem. Dan geef ik graag het woord aan de heer Koole, die zal spreken namens de fractie van de Partij van de Arbeid.