Verslag van de vergadering van 8 december 2020 (2020/2021 nr. 14)
Status: gecorrigeerd
Aanvang: 11.32 uur
Mevrouw Veldhoen i (GroenLinks):
Dank u wel, voorzitter. Allereerst dank aan de minister voor de beantwoording van alle vragen. Mijn fractie is trots op de publieke omroep, laat ik dat allereerst zeggen, juist ook in deze tijd waarin de omroep zorgt voor verbinding, troost, de noodzakelijke verstrooiing en de noodzakelijke onafhankelijke informatie. Mijn fractie is voor een sterke en pluriforme publieke omroep. Dat mag wat ons betreft wat kosten. Dat vraagt om voldoende en bestendige financiële middelen, zodat onze publieke omroep kan blijven inzetten op die verbinding en die onafhankelijke en hoogwaardige informatieverstrekking.
Zichtbaarheid en vindbaarheid zijn daarbij van essentieel belang, ik zei het gisteren ook al. Een level playing field met de grote internationale mediabedrijven is niet haalbaar als het gaat om de financiële middelen. Dat vraagt dus om een borging van de positie van de publieke omroep in ons wettelijk stelsel, zodanig dat die positie duidelijk afgebakend is en stevig verankerd wordt om op die manier overeind te blijven in dat internationale krachtenveld. Onze publieke omroep moet vindbaar en zichtbaar zijn, ook online en on demand. Daarom zijn we blij met de toezegging van de minister over het starten van een onderzoek naar de onderwerpen die mijn fractie zo belangrijk vindt.
Graag zou ik nog iets horen van de minister over het tijdpad. Gaat hij dit nog zelf oppakken? Dat zou wel onze voorkeur hebben. Misschien een beetje brutaal, maar wellicht mogen leden van deze Kamer meedenken over de formulering van de onderzoeksopdracht, nu de wens voor een onderzoek ook uit deze Kamer komt. Dat aanbod staat in ieder geval van mijn kant.
Wij zijn ook verheugd over de toezegging ten aanzien van due prominence. Mijn fractie spreekt de hoop en misschien zelfs wel de verwachting uit dat dit binnen afzienbare tijd geregeld wordt, want dat zou een mooie stap vooruit zijn.
Mijn fractie blijft ondanks de uitleg van de minister beducht voor de inrichting van de governance en vreest dat als de raad van bestuur en het CvO het bijvoorbeeld niet eens worden over een jaarplan, de raad van toezicht de knoop moet doorhakken. Dat blijft in mijn optiek governancetechnisch niet zuiver.
Ook behoudt mijn fractie enige zorgen over de compensatie voor de afbouw van reclame-inkomsten. We vrezen dat dit de deur openzet naar toekomstige bezuinigingen. Die vrees is niet helemaal weggenomen, maar wij spreken hier de hoop en de verwachting uit dat dit niet gebeurt, dat het in ieder geval niet de bedoeling is dat dit gebeurt. Graag hoor ik daar nog iets over van de minister. Deelt hij die hoop en verwachting met mij?
Afrondend wil ik nog zeggen dat mijn fractie — dat heb ik ook in mijn eerste termijn gezegd — vreesde dat deze wet die we vandaag behandelen een beetje too little, too late was als je kijkt naar het internationale krachtenveld. Daarom is mijn fractie zeer blij en verheugd dat de minister dit onderzoek heeft omarmd. We hopen dat we op die manier de publieke omroep in financiële en wettelijke zin kunnen ondersteunen en versterken. Dat biedt hoop voor de toekomst.
Daar wilde ik het bij laten. Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel, mevrouw Veldhoen. Dan is het woord aan mevrouw De Blécourt-Wouterse namens de fractie van de VVD.