Plenair Vos bij voortzetting behandeling (zonder stemming aangenomen)



Verslag van de vergadering van 8 december 2020 (2020/2021 nr. 14)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 11.41 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

Mevrouw Vos i (PvdA):

Dank u wel, voorzitter. Dank ook aan de minister voor de beantwoording van onze vele vragen. Ik voel hier heel veel gemeenschappelijk besef. Het fijne van een gemeenschappelijke vijand is dat je vaak wat meer gaat beseffen hoeveel je eigenlijk gemeen hebt. Ik zou bijna zeggen dat de omroepen in Nederland elkaar toch wel te vuur en te zwaard bestreden hebben, maar ik voel in de aanloop naar deze wet veel eenheid bij de omroepen, en gezamenlijkheid in de opdracht. Zij strijden, vechten of moeten in ieder geval opgewassen zijn tegen hele grote buitenlandse partijen die de aandacht van ons Nederlanders proberen te trekken.

Het was de bedoeling dat dit wetsvoorstel de omroep zou versterken en slagvaardig zou maken. Daar heeft mijn fractie nog steeds wel zorgen over. Ik ben wel blij met de toezegging van de minister over het onderzoek dat door senator Veldhoen naar voren is gebracht. Ik sluit me aan bij de brutale vragen van mevrouw Veldhoen. Ook wij willen wel even kijken naar de opdracht, omdat wij denken dat het erg belangrijk is om juist ook de slagvaardigheid en een alternatieve financiering goed op de kaart te krijgen.

Wij hebben grote zorgen over de slagvaardigheid van de publieke omroep. Dat heeft met name te maken met het wetsvoorstel (35042) dat wij op 26 januari aanstaande gaan behandelen. De toevoeging van de ACM maakt eigenlijk dat de omroep met handen en voeten gebonden is tegenover de grote partijen. Het is niet dat de markt beschermd moet worden. In dit geval, als je ziet om hoeveel miljarden dat gaat, moet eigenlijk de publieke omroep beschermd worden tegen de markt.

Mijn laatste conclusie betreft over de discussie die wij hadden over het houden van erkenningen. Ik stel eigenlijk vast dat je als omroep gewoon je identiteit kan behouden en die kan uitdragen, binnen het huidige bestel. Ik denk ook gewoon dat het onderzoek waar mevrouw Van den Hul naar vroeg, over erkenningen houden, veel sneller kan en niet zo ingewikkeld hoeft te zijn.

De voorzitter:

Dank u wel, mevrouw Vos. Dan de heer Pijlman, namens de fractie van D66.