Dit initiatiefwetsvoorstel van het Tweede Kamerlid Van Kent (SP) wijzigt de Pensioenwet en de Wet verplichte beroepspensioenregeling. In verband met gewijzigde economische omstandigheden wordt voorgesteld een tijdelijke aanpassing van de disconteringsvoet waartegen pensioenfondsen hun pensioenverplichtingen moeten berekenen in te voeren.
Tevens wordt een tijdelijke buitenwerkingstelling van de beleidsdekkingsgraad gedurende de overgangsfase van het huidige naar het beoogde nieuwe pensioenstelsel voorgesteld. Zolang pensioenfondsen nog in de overgangsfase verkeren dienen zij voor het maken van hun financiële beleidsmaatregelen uit te gaan van de actuele dekkingsgraad in plaats van de beleidsdekkingsgraad.
De Tweede Kamer heeft het voorstel op 7 juni 2022 verworpen.
Voor: SP, BIJ1, DENK, BBB, JA21, PVV, FVD en Groep Van Haga.
Tegen: GroenLinks, Volt, Fractie Den Haan, PvdA, PvdD, Lid Gündoğan, D66, ChristenUnie, VVD, SGP, CDA en Lid Omtzigt.
Bij brief van 30 maart 2021 (TK, 6) heeft de oorspronkelijke initiatiefneemster Van Brenk (50PLUS) gemeld dat in verband met haar vertrek uit de Tweede Kamer het Tweede Kamerlid Van Kent (SP) de verdediging van het voorstel op zich zal nemen.
ingediend
17 december 2020titel
Voorstel van wet van het lid Van Kent tot tijdelijke wijziging van de Pensioenwet en de Wet verplichte beroepspensioenregeling in verband met het invoeren van een maatregel tot onder meer aanpassing van de disconteringsvoet waartegen pensioenfondsen hun pensioenverplichtingen moeten berekenenschriftelijke voorbereiding
ondertekening
inwerkingtreding
De artikelen I en II van deze wet treden in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip. De artikelen III en IV treden in werking op 1 januari 2027.