Verslag van de vergadering van 12 januari 2021 (2020/2021 nr. 18)
Aanvang: 13.49 uur
Status: gecorrigeerd
Stemmingen moties Verduidelijking tijdelijke grondslag voor regels over de toegang tot en het gebruik van voorzieningen voor personenvervoer
Aan de orde zijn de stemmingen over moties, ingediend bij de behandeling van het wetsvoorstel Wijziging van de Wet publieke gezondheid in verband met een verduidelijking van de tijdelijke grondslag voor het stellen van regels over de toegang tot en het gebruik van voorzieningen voor personenvervoer,
te weten:
-
-de motie-Nicolaï over het toelichten van het bepaalde in het vijfde lid van artikel 58p Wet publieke gezondheidszorg (35695, letter D);
-
-de motie-Nicolaï over toetsing of terecht een beroep kon worden gedaan op het vijfde lid van artikel 58p Wet publieke gezondheid (35695, letter E);
-
-de motie-Recourt over de bevordering van de eenheid van toepassing (35695, letter F).
(Zie vergadering van 8 januari 2021.)
De voorzitter:
Vervolgens stemmen we over de moties die afgelopen vrijdag 8 januari jongstleden tijdens de plenaire vergadering zijn ingediend. Ik heb begrepen dat de heer Nicolaï het woord wenst. De heer Nicolaï.
De heer Nicolaï i (PvdD):
Dank u wel, voorzitter. Ik verzoek u de stemming over de motie 35695 onder letter D aan te houden.
De voorzitter:
Dank u wel, meneer Nicolaï.
Op verzoek van de heer Nicolaï stel ik voor zijn motie (35695, letter D) aan te houden.
Daartoe wordt besloten.
De voorzitter:
Deze motie wordt van de stemmingslijst afgevoerd.
Vervolgens stemmen wij over de motie 35695, letter E, de motie van het lid Nicolaï over toetsing of terecht een beroep kon worden gedaan op het vijfde lid van artikel 58p Wet publieke gezondheid. Wenst een van de leden een stemverklaring af te leggen?
Ik geef gelegenheid tot het afleggen van een stemverklaring vooraf.
Mevrouw Jorritsma.
Mevrouw Jorritsma-Lebbink i (VVD):
Voorzitter. Met uw goedvinden zou ik direct na mijn stemverklaring over de motie-Nicolaï ook een stemverklaring willen geven over de motie-Recourt.
In de motie-Nicolai wordt verzocht de toetsing of betrokkene terecht een beroep heeft gedaan op de uitzonderingsclausule in het vijfde lid van artikel 85p Wet publieke gezondheid neer te leggen bij de Nederlandse autoriteiten bij binnenkomst in Nederland. De minister heeft deze motie oordeel Kamer gegeven, met de motivering dat hij Buitenlandse Zaken zal betrekken bij de beoordeling van schrijnende gevallen. Daar zijn wij ook voor. Maar die toetsing dient naar het oordeel van de VVD-fractie primair te geschieden bij het betreden van het vervoermiddelen en niet, zoals in de strekking van de motie is verwoord, pas bij binnenkomst in Nederland. Derhalve zullen wij tegen deze motie stemmen.
In de motie-Recourt wordt de regering opgeroepen om zorg te dragen voor registratie van weigeringen op basis van het hetzelfde artikel 58p, vijfde lid, en toepassingen van de uitzonderingen, en dit bij de vervoerders inzichtelijk te maken ter bevordering van de eenheid van toepassing. De minister heeft aangegeven dat als iemand de toegang tot het personenvervoer moet worden geweigerd op basis van het niet kunnen overleggen van een negatieve PCR-test, Buitenlandse Zaken altijd om advies kan worden gevraagd en dat betrokkene de mogelijkheid heeft om consulair advies of betrokkenheid te krijgen. De VVD-fractie vindt dat voldoende waarborgen. Wij vinden de extra administratieve rompslomp waartoe de motie oproept, overbodig. Daarom zullen wij tegen deze motie stemmen.
De voorzitter:
Dank u wel, mevrouw Jorritsma. Wenst een van de andere leden op dit moment een stemverklaring af te leggen? Dat is niet het geval.
Wij stemmen bij zitten en opstaan. Willen de leden die vóór de motie zijn, gaan staan?
In stemming komt de motie-Nicolaï (35695, letter E).
De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SGP, Fractie-Otten, GroenLinks, de SP, 50PLUS, de PvdA, de OSF, de PvdD, de PVV, de ChristenUnie, FvD en Fractie-Van Pareren voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van het CDA, de VVD en D66 ertegen, zodat zij is aangenomen.
Ten slotte de motie 35695, letter F, de motie van het lid Recourt over de bevordering van de eenheid van toepassing. Wenst een van de leden een stemverklaring af te leggen? Dat is niet het geval.
We stemmen bij zitten en opstaan. Willen de leden die vóór de motie zijn, gaan staan?
In stemming komt de motie-Recourt (35695, letter F).
De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van Fractie-Otten, GroenLinks, de SP, de PvdA, de OSF, de PvdD, FvD en Fractie-Van Pareren voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van de SGP, het CDA, de VVD, 50PLUS, D66, de PVV en de ChristenUnie ertegen, zodat zij is verworpen.
Daarmee zijn we aan het einde van de stemmingen gekomen. Ik verzoek de leden bij het verlaten van de Ridderzaal dezelfde uitgang te gebruiken als ook door u als ingang is gebruikt.
De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.
De voorzitter:
Mevrouw Jorritsma heeft het woord gevraagd voor een punt van orde.
Mevrouw Jorritsma-Lebbink i (VVD):
Voorzitter. Met excuses aan de CDA-fractie: ik had bij mijn stemverklaring over de bezwaren tegen de hoofdelijke stemming ook het CDA moeten benoemen. Dat ben ik vergeten; heel dom.
De voorzitter:
Dank u wel, mevrouw Jorritsma. Dat is dan bij dezen in de Handelingen opgenomen.