Plenair Janssen bij voortzetting behandeling Wijziging van de Mediawet 2008



Verslag van de vergadering van 2 februari 2021 (2020/2021 nr. 22)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 15.08 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Janssen i (SP):

Voorzitter. Dank aan de minister voor de beantwoording van de gestelde vragen. Wat betreft datgene wat ik gezegd had over verzamelwetten en variawetten gaf de minister aan dat dit pas de tweede was die hij naar deze Kamer stuurde. Dat is toch het verhaal van "een beetje zwanger". Wat ons betreft zijn twee wetten er twee te veel, omdat het nu eenmaal om het gegeven gaat dat wij op onderdelen van een wet ... Oneerbiedig gezegd is het een beetje als bij het groentepakket dat je bij de regioboer koopt. Daarin zit altijd iets wat je gewoon helemaal niet lekker vindt en dan maar opzij legt in de hoop dat iemand anders het lekker vindt.

Dank ook voor de beantwoording van de minister wat betreft de dynamiek die geleid heeft tot het oordeel Kamer geven van een ongrondwettelijk amendement. We zijn het erover eens dat dynamiek de Grondwet niet verandert en dat dat dus gewoon niet meer moet gebeuren. Ik hoop dat daaruit lessen geleerd zijn, omdat ondersteuning niet alleen politiek moet zijn, maar juist ook wetstechnisch. Eventuele politieke haalbaarheid komt pas daarna.

Voorzitter. De minister zei dat zienswijzen helpen bij procedures. Dat kan. Ik heb daar als bestuurder ook enige ervaring mee. Ik heb echter ook ervaring met de teleurstelling als mensen een zienswijze indienen waarmee vervolgens niets gebeurd. Dat leidt tot verharding van standpunten en juist meer procedures in plaats van minder procedures. Daarmee moet straks wel degelijk rekening gehouden worden. Ik zeg niet dat je iedereen z'n zin moet geven, maar er moet wel degelijk heel serieus worden omgegaan met zienswijzen. Anders leidt dat alleen maar tot meer procedures en verharding van standpunten, zoals ik net zei. Dan is de wens de vader van de gedachte dat dat niet gebeurt, maar velen zijn de minister in deze gedachte voorgegaan en velen zijn daarin ook teleurgesteld geraakt. Ik hoop echter met de minister dat het hier wel gaat werken en dat hieraan een goede uitvoering gegeven gaat worden.

Het is natuurlijk goed om te horen dat bezwaar en beroep tegen een besluit van de minister gewoon openstaan. Dat was wat ondergesneeuwd. Ik zag dat ook niet terug in de behandeling in de Tweede Kamer. Het is goed om te weten dat je aan de voorkant mag meepraten, maar dat de normale juridische procedures openstaan, mocht je het er aan het eind niet mee eens zijn. Tot nu toe was dat niet gemeld, maar het is goed dat dat nu ook helder is.

Dan kom ik op de governance. De minister zegt dat iedereen nu zit te wachten op deze wet. Maar diegenen die met verschillende petten op en met belangenverstrengeling in de huidige governance uitvoering geven aan hun taak, staat al niets in de weg om het anders te doen, als ze weten dat er sprake is van belangenverstrengeling en dat het zo niet zou moeten. Het zit niet alleen in de structuur. Ik heb ook geprobeerd om dat bij de minister aan te geven in mijn eerste termijn. Met alleen een aanpak van de structuur verandert het niet. Het is misschien een aanzet en het is misschien iets meer kader, maar het ligt ook aan personen. Governance wordt gemaakt door mensen en niet andersom.

Excuses aan de minister dat ik een gedeelte van zijn antwoord over de ACM had gemist, maar ik zat nog even iets terug te lezen in de Handelingen van de behandeling in de Tweede Kamer. Het ging mij met name om de ACM. De minister zei: de ACM is volledig geëquipeerd en daarom mogen wij dit allemaal doen. Maar de ACM heeft toch een ander primair doel? Dat is namelijk dat zij gegevens verzamelt en onderzoeken doet naar de wetten die zij handhaaft. Het gaat mij om dat onderscheid. Dit is eigenlijk een soort neventaak voor de ACM, waarbij heel helder moet zijn dat, bijvoorbeeld rond Wob-procedures, dit een ander soort gegevens is dan de gegevens die zij verzamelen in het kader van onderzoeken. Als de minister dat nog een keer wil bevestigen, dan is dat dus een stuk helderder. Het is namelijk toch een beetje een buitenbeentje dat nu bij de ACM wordt ondergebracht en niet haar hoofdtaak.

Voorzitter. Ik kijk uit naar de beantwoording in tweede termijn en ik zal met mijn fractie overleggen over wat ons oordeel volgende week zal zijn.

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Janssen. Dan is het woord aan mevrouw De Blécourt-Wouterse namens de fractie van de VVD.