Dit wetsvoorstel geeft uitvoering aan de wettelijke verplichting om, na vaststelling van een koninklijk besluit tot inwerkingstelling van bepaalde artikelen van de Wet buitengewone bevoegdheden burgerlijk gezag (Wbbbg), zo snel als mogelijk een voorstel van wet aan de Tweede Kamer te zenden over het voortduren van de werking van de in werking gestelde bepalingen.
Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.
Het voorstel (TK, 2) is op 11 februari 2021 aangenomen door de Tweede Kamer.
Voor: SP, PvdA, GroenLinks, 50PLUS, DENK, D66, VVD, CDA en ChristenUnie.
Tegen: PVV, PvdD, SGP, FVD, Krol, Van Kooten-Arissen.
De DENK-fractie heeft op 11 februari 2021 gemeld dat de fractie wordt geacht tegen te hebben gestemd.
De minister van Justitie en Veiligheid heeft dit wetsvoorstel bij brief van 22 februari 2021 (EK, B) ingetrokken. Dit wetsvoorstel is ingetrokken omdat de Tijdelijke wet beperking vertoeven in de openlucht covid-19 (35.732) op 19 februari jl. is aangenomen door de Eerste Kamer.
ingediend
2 februari 2021titel
Voortduren van de werking van artikel 8, eerste en derde lid, van de Wet buitengewone bevoegdheden burgerlijk gezag (Voortduringswet artikel 8 Wbbbg)schriftelijke voorbereiding
ondertekening
inwerkingtreding
Met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin de wet wordt geplaatst