Verslag van de vergadering van 22 februari 2021 (2020/2021 nr. 25)
Status: gecorrigeerd
Aanvang: 17.41 uur
De heer Raven i (OSF):
Voorzitter. Als ik lid zou zijn van de onderzoekscommissie, dan zou ik proberen om de 80/20-regel toe te passen vanuit de economie, of nog liever 90/10. De voorzitter gaf het voorbeeld van een ijsberg. Daarvan is meestal 20% boven het water en 80% eronder. Ik zou het graag omgedraaid zien.
Ik heb in mijn eerste termijn met name het thema van de media toegevoegd, niet zozeer de televisie, de radio en de kranten, maar met name de social media. Als we dat punt laten liggen, dan missen we een groot aspect in het verhaal zoals dat tegenwoordig speelt in de discriminatie. Ik roep de commissie ertoe op om daar nog eens heel nadrukkelijk naar te kijken als zij straks daadwerkelijk de keuzes maakt. Ik citeer Eva Jinek, die een tijdje geleden in een van haar uitzendingen zei: ik kijk gewoon niet meer naar Twitter, want het is schandelijk wat er allemaal over jou en andere mensen geschreven wordt. Dat geldt ook voor een groot gedeelte voor Facebook. Je ziet dat over de hele wereld. Het thema zou moeten zijn dat er ook zaken zijn waar men zich aan zou moeten houden ondanks dat wij daar als overheid wellicht in eerste instantie niet in de uitvoerende sfeer iets mee kunnen, maar wel in de randvoorwaardelijke sfeer. Ik denk dat we dat als overheid en ook als Eerste Kamer zouden moeten kunnen aangeven. Ik snap dat de commissie aangeeft dat je ook keuzes moet maken en prioriteiten moet stellen: wat ga je wel en wat ga je niet onderzoeken? Ik heb nog een verhaal van een politieagent eraan toegevoegd, waar het gaat over het verwachte geringe aantal aangiftes op grond van advisering vanuit de politie zelf. Ik snap dat u uw werk op dat punt probeert te kanaliseren, maar ook dat zijn thema's waar je heel nadrukkelijk naar moet kijken, want dat speelt natuurlijk wel. In voorgaande debatten is gezegd dat het meevalt met discriminatie in Nederland. Ik denk dat het niet meevalt. De cijfers bewijzen dat ook. 27%, zo heb ik in het debat gehoord, voelt zich gediscrimineerd. Zoals ik al zei: gevoelens zijn feiten. Individuen worden ermee geconfronteerd. Daar moet je gewoon rekening mee houden en als politiek ook iets mee doen.
De voorzitter:
Dank u wel, meneer Raven. Dan is het woord aan de heer De Vries namens de Fractie-Otten.