Verslag van de vergadering van 2 maart 2021 (2020/2021 nr. 27)
Status: gecorrigeerd
Aanvang: 21.14 uur
Mevrouw Faber-van de Klashorst i (PVV):
Dank u, voorzitter. Ten eerste wil ik graag meneer Berkhout feliciteren met zijn maidenspeech en wil ik de minister bedanken voor de beantwoording van de vragen. Zoals ik de Kamer heb gehoord — het geldt ook voor de minister — gaat een heel groot deel van deze Kamer ervan uit dat het slecht gaat met de natuur. Maar niemand weet in hoeverre de uitkomsten van de rekenmodellen in werkelijkheid uitkomen met de werkelijke depositie. Er wordt namelijk heel weinig gemeten. Ook de commissie-Hordijk en de commissie-Remkes laken het tekort aan metingen.
Het AERIUS-model heeft een spilfunctie in het hele geheel van stikstofreductie, maar dat systeem heeft heel erg veel onzekerheden. De minister verdedigt het AERIUS-systeem, maar als we kijken naar rapport-Hordijk, zien we dat daarin wordt aangegeven dat de onzekerheid in depositieberekeningen heel erg groot is. De commissie-Hordijk beoordeelt dat de huidige rekenmethodiek die wordt toegepast binnen AERIUS, leidt tot schijnzekerheid en dat die onvoldoende robuust is. Het adviescollege concludeert samenvattend dat de huidige rekenmethode die wordt toegepast binnen AERIUS op dit moment niet doelgericht is. De mate van detaillering in de berekening van de depositie is niet in balans met de onzekerheid van de verschillende factoren die de depositie bepalen. Maar we gaan wel 5 miljard ophangen aan een systeem dat al deze onzekerheden en onevenwichtigheden in zich heeft.
Dan kom ik nog eventjes terug op de SDF. Nee, ik kom eerst nog op de oppervlaktes. Het aantal hectaren stikstofgevoelige natuur is behoorlijk uitgebreid, van 90.000 hectare naar 172.000 hectare. Daarbij worden nog wat soorten bijgeschreven in de habitattypes. We hebben dus AERIUS, wat onzeker is, de oppervlaktes nemen toe, er worden soorten bijgeschreven, enzovoort. Dat maakt het drama dus natuurlijk wel compleet, zeker voor onze boeren.
Dan kom ik even terug op de SDF. De minister en ik hadden daar een debatje over en misschien heb ik me verkeerd uitgedrukt. Ik ga het dus nog een keertje proberen. Nederland conformeert zich bij de nationale rapportages over de kwaliteit van Natura 2000-gebieden niet aan de Europese classificatiesystemen en hanteert een eigen soort systeem. Eigenlijk krijg je dan twee soorten Natura 2000-gebieden: een voor de communicatie voor de Europese Commissie en een voor binnenlands gebruik. Indien de Europese classificatie wordt toegepast, dan blijkt dat het heel goed gaat met de natuur. De EU verplicht iedere lidstaat om de SDF per gebied in te vullen volgens de vastgestelde normen. Nederland heeft de SDF aangeleverd in 2004 en in 2018 aan de Europese Commissie. Deze zijn ingevuld. Wat er ingevuld is, is nog wel te vinden, maar de onderbouwing voor deze invulling van deze opgave van de SDF is niet openbaar. En die zouden wij gewoon heel graag willen zien. Dat geeft namelijk een houvast voor de staat van de natuur. Om dat enige kracht bij te zetten wil ik daar graag een motie voor indienen.
De voorzitter:
Door de leden Faber-van de Klashorst, Van Hattem, Ton van Kesteren, Van Strien en Bezaan wordt de volgende motie voorgesteld:
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat de Europese Commissie aan de hand van standaardgegevensformulieren voor de gebieden (Standard Data Forms, afgekort: SDF) beoordeelt of de lidstaten voldoen aan de Habitatrichtlijn;
overwegende dat de Europese Commissie constateert dat de lidstaten niet uniform rapporteren aan de hand van de SDF;
constaterende dat de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit de onderbouwing van de totstandkoming van de SDF aangeleverd aan de Europese Commissie in 2004 en 2018 niet openbaar maakt, dit in tegenstelling tot andere lidstaten;
verzoekt de regering om de onderbouwing van de totstandkoming van deze SDF zo snel mogelijk, liefst per direct, te verstrekken,
en gaat over tot de orde van de dag.
Zij krijgt letter L (35600).
Mevrouw Faber-van de Klashorst (PVV):
Deze gegevens zijn voor de PVV-fractie zeer belangrijk, en ook voor de collega's, denk ik. Dit geeft namelijk in ieder geval een beeld van de situatie van de Natura 2000-gebieden. Daarom zijn wij dus ook van mening dat deze gegevens eerst op tafel moeten komen, voordat wij kunnen oordelen over dit wetsvoorstel. Je wilt immers toch wel weten waar je over gaat beslissen. Het uitgangspunt dat ik hier zo hoor, is dat de collega's ervan uitgaan dat het slecht gaat met de natuur. Nou, laat dan maar eens de onderbouwing zien van deze SDF. Daarom kom ik met de volgende motie.
De voorzitter:
Door de leden Faber-van de Klashorst, Van Hattem, Ton van Kesteren, Van Strien en Bezaan wordt de volgende motie voorgesteld:
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit aan de Europese Commissie rapporteert aan de hand van standaardgegevensformulieren voor de gebieden (Standard Data Forms, afgekort: SDF) zodat de Europese Commissie kan beoordelen of de lidstaten voldoen aan de Habitatrichtlijn;
constaterende dat de onderbouwing van de totstandkoming van de SDF betreffende de Nederlandse rapportage in 2004 en 2018 niet openbaar is;
van mening dat de Eerste Kamer hierdoor niet beschikt over voldoende informatie om tot een goed en overwogen oordeel te komen;
roept de Kamer op om niet tot stemming over het voorliggende wetsvoorstel over te gaan totdat de onderbouwing van de totstandkoming van de SDF, aangeleverd aan de Europese Commissie in 2004 en 2018, is verstrekt door de minister,
en gaat over tot de orde van de dag.
Zij krijgt letter M (35600).
Mevrouw Faber-van de Klashorst (PVV):
Ik heb nog het verzoek aan de voorzitter om de beide moties in stemming te brengen voordat we gaan stemmen over het wetsvoorstel. Nou, voorzitter, precies op tijd.
De voorzitter:
Hij staat op nul; dat klopt. Wij zullen uw verzoek in overweging nemen. Dan is het woord aan de heer Berkhout namens de Fractie-Nanninga.