Verslag van de vergadering van 20 april 2021 (2020/2021 nr. 35)
Status: gecorrigeerd
Aanvang: 20.46 uur
De heer Van Hattem i (PVV):
Dank u, voorzitter, en dank aan de beide ministers om bij dit interpellatiedebat aanwezig te zijn. Ik heb een aantal vragen, primair aan minister De Jonge, over de tekortschietende en de uitblijvende informatievoorziening vanuit het kabinet over de uitvoering van de reeds op 27 oktober 2020 aangenomen motie-Van Hattem c.s. We zitten dus al een halfjaar te wachten op een reactie vanuit het kabinet op hoe deze motie zal worden uitgevoerd. Ondertussen zijn er heel veel maatregelen genomen waar deze motie zich op richt, ook veel maatregelen die de grondrechten in ernstige mate aantasten. Daarom is het dus ook belangrijk om kennis te kunnen nemen van de indicatoren die daaronder liggen en om die vooraf te kunnen toetsen. Daarom heb ik de volgende vragen aan de minister.
In de eerste plaats heb ik een vraag over de informatievoorziening vanuit het kabinet aan de Kamer. Ondanks herhaalde verzoeken, toezeggingen en rappelleringen, zoals geschetst in het informatieverzoek van 14 april jongstleden, heeft het kabinet niet eerder dan met een stand-van-zakenbrief van 13 april jongstleden gereageerd op de uitvoering van de reeds op 27 oktober 2020 aangenomen motie-Van Hattem c.s. en daarmee dus ook na het verstrijken van de rappeltermijn van 9 april 2021. Kan de minister verklaren waarom er niet eerder vanuit het kabinet een reactie aan deze Kamer is gegeven over de uitvoering van deze motie? Kan de minister aangeven of hij het correct vindt om wél maatregelen in te voeren waar deze motie zich op richt, maar bij deze maatregelen níét te benoemen hoe met de in de motie aangevraagde indicatoren is omgegaan? Kan de minister aangeven hoe deze lang uitblijvende reactie en het al die tijd niet bieden van inzicht in de indicatoren bij maatregelen zicht verhouden tot de parlementaire inlichtingenplicht, zoals bedoeld in artikel 68 van de Grondwet, en de mogelijkheden van het parlement om regeringsbeleid te controleren?
Het tweede punt. In de stand-van-zakenbrief van 13 april jongstleden geeft minister De Jonge over de uitvoering van de motie-Van Hattem c.s. op pagina 18 slechts de volgende, korte uitleg: "Met het openingsplan en de routekaart wordt de Eerste Kamermotie van het lid Van Hattem, die de regering oproept, bij iedere maatregel en/of ministeriële regeling op basis van de Tijdelijke wet maatregelen covid-19 concrete toetsbare indicatoren vooraf vast te leggen, afgedaan." Kan de minister aangeven waarom er, mede gelet op de lange voorbereidingstijd, geen duidelijker toegelicht antwoord is gegeven over de concrete toepassing van indicatoren bij maatregelen?
Om risiconiveaus te onderscheiden, worden in de bestuurdersversie van de routekaart met coronamaatregelen het aantal positieve testen per 100.000 inwoners per regio per week genoemd, in combinatie met het aantal ziekenhuisopnames, inclusief ic, per 1 miljoen inwoners per regio per week. Kan de minister aangeven of dit, gelet op de brief met de stand van zaken, de door de minister bedoelde indicatoren zijn? Daarbij worden tevens mogelijkheden genoemd om "maatregelen binnen de risiconiveaus af te schalen, zoals binnen of buiten, lokaal of bovenlokaal, tijd, groepsgrootte en leeftijd". Kan de minister aangeven waarom bij die mogelijkheden geen concrete indicatoren worden benoemd, zoals verzocht in de motie?
Onder "de regels voor iedereen" worden bij risiconiveau vier — dat is het zeer ernstige risiconiveau dat inmiddels al langere tijd van kracht is — diverse verzwaringsmogelijkheden aangegeven, zoals de invoering van de avondklok, het sluiten van de terrassen, het sluiten van niet-essentiële detailhandel, het beperken van het fysieke onderwijs en het verbod op contactberoepen. Nu deze verzwaringsmogelijkheden binnen één risiconiveau vallen, zijn voor deze maatregelen in de routekaart geen specifieke indicatoren geformuleerd. Kan de minister aangeven waarom voor juist deze zeer ingrijpende verzwaringsmogelijkheden geen concrete indicatoren zijn geformuleerd? Is de minister bereid hier alsnog inzicht in te geven aan het parlement?
Ten derde en tot slot, stelt het openingsplan: "Maatregelen zijn afhankelijk van het epidemiologische beleid en andere ontwikkelingen, zoals de levering van vaccinaties en de vaccinatiestrategie." Kan de minister aangeven wat de concrete indicatoren zijn bij deze maatregelen en hoe deze indicatoren in het scenario van het openingsplan worden afgewogen door het kabinet?
Ook stelt het openingsplan: "Ieder besluitvormingsmoment wordt opnieuw bezien wat de ruimte is voor versoepeling." Na aankondiging van dit openingsplan wordt al door het kabinet afgeweken van het aangekondigde scenario. Kan de minister aangeven op basis van welke concrete indicatoren de ruimte voor versoepeling wordt vastgesteld bij deze besluitvormingsmomenten?
Voorzitter, tot zover in eerste termijn. Ik kijk uit naar de beantwoording door de minister. Tot zover.
De voorzitter:
Dank u wel, meneer Van Hattem. Dan is het woord aan de heer Nicolaï namens de Partij voor de Dieren.