Verslag van de vergadering van 25 mei 2021 (2020/2021 nr. 38)
Status: gecorrigeerd
Aanvang: 11.30 uur
De heer Raven i (OSF):
Dank u wel, voorzitter. Vaccineren en testen is het thema van vandaag. Drie maanden geleden, toen we het vorige debat hadden over de covidmaatregelen en de verlenging van de Tijdelijke testwet, was er nog een behoorlijk hoge infectiegraad, waardoor de maatschappij helemaal stillag. Toen heb ik een motie ingediend met dezelfde strekking als de coronatestwet nu heeft, namelijk om zo snel mogelijk weer de maatschappelijke activiteiten te kunnen opstarten. Over die motie werd verschillend en genuanceerd gedacht: iedereen was tegen, behalve ik. We zijn inmiddels drie maanden later, en ik constateer dat de niet aangenomen motie wel is uitgevoerd. Ik dank de regering daar uiteraard voor. Want wat wij met z'n allen willen, is dat de maatschappij zo snel mogelijk weer een open karakter krijgt. Ik denk dat dat de strekking is van de vele reacties die ons in de afgelopen weken hebben bereikt.
Een van de commentaren die onze fractie kreeg bij de voorbereiding van de discussie was: spannen jullie met dit debat het paard niet achter de wagen, nu de infectiegraad met grote sprongen vermindert, ziekenhuizen leger worden en het aantal dodelijke slachtoffers als gevolg van de pandemie fors daalt? Het is drie maanden later, dus we hadden het iets sneller kunnen doen. Dat lijkt een terechte vraag, ook omdat inmiddels al meer dan 8 miljoen vaccinaties werden gezet tegen de dodelijke ziekte en de Amerikaanse president Joe Biden afgelopen week zelfs aankondigde, de covidmaatregelen fors te versoepelen door bijvoorbeeld de vermaledijde mondkapjesplicht af te schaffen voor gevaccineerden.
Dat brengt mij op de eerste vraag aan de ministers: wanneer wordt de mondkapjesplicht voor Nederlandse gevaccineerden afgeschaft? Tijdens de eerste fase van de pandemie werd door vooraanstaande leden van het OMT ernstig getwijfeld over het nut van die maatregel. Het duurde meer dan een halfjaar voordat het kabinet om was. Uiteindelijk is om politieke redenen toch besloten om die plicht maar in te voeren. Onomstotelijk wetenschappelijk bewijs dat mondkapjes veel bijdragen aan een veiliger omgeving is er nog steeds niet. De maatregel is een forse inbreuk op de persoonlijke levenssfeer. Het lijkt gerechtvaardigd de mondkapjesplicht op korte termijn af te schalen. In de routekaart van 13 april jongstleden is hierover niets opgenomen. Dat lijkt op z'n minst een omissie te zijn. Welke datum, zo vraag ik aan de ministers, kunnen we hiervoor inplannen?
Voorzitter. De kille cijfers over de huidige stand van de pandemie zijn weliswaar positiever dan de afgelopen maanden, maar er is toch nog een grote waakzaamheid te betrachten. De coronavijand is een veelkoppige draak, een virustsunami met gigantische en onvoorspelbare golven die een groot spoor van menselijk leed nalaten. Afgelopen week bleken de cijfers in exacte zin nog steeds erg hoog: meer dan 30.000 nieuwe besmettingen. In de bijna voorbije maand — want we zitten pas op 25 dagen — waren er maar liefst 501 dodelijke slachtoffers. Met respect voor de slachtoffers: dat is een kerkhof vol. Daar moeten we iets aan doen. Dat is een onacceptabel hoog aantal voor een land met vrijwel de beste gezondheidszorg ter wereld.
Het sociaal grondrecht dat is vastgelegd in artikel 22 van de Grondwet verplicht de overheid om haar burgers te beschermen. De overheid, aldus de Grondwet, treft maatregelen ter bevordering van de volksgezondheid. Dat hoor je niet al te veel in de discussies, maar het staat er wel. Burgers hebben hier recht op. Overheidsingrijpen blijft dan ook noodzakelijk indien er voor burgers rechtstreeks gevaar dreigt. Dit ingrijpen rechtvaardigt ook dat daarmee een zekere inbreuk wordt gedaan op andere grondrechten. De meer dan 1.000 e-mailreacties die wij in de afgelopen week hebben mogen ontvangen, gaan op dat punt mank. Er wordt wel gesproken over een aantal andere grondrechten, maar voor ons is in dit geval artikel 22 van de Grondwet leidend, dat de overheid opdraagt om maatregelen te treffen ter bevordering van de gezondheid. Zowel artikel 8 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens als de artikelen 10 en 11 van de Grondwet staan beperkingen toe. Daarmee is overheidshandelen, zoals nu wordt voorgesteld, gerechtvaardigd.
Voorzitter. Daarbij geldt wel een algemeen principe: wat het zwaarst is, moet het zwaarst wegen. Met andere woorden, de belangrijke dingen gaan voor. Het recht op bescherming van de gezondheid van de mens gaat voor. In onze ogen is noodwetgeving ter bestrijding van de pandemie, die nog steeds zeer grote aantallen slachtoffers onder de Nederlandse bevolking maakt, van het grootste belang. Dit rechtvaardigt dat de bewegingsvrijheid van burgers enigszins wordt ingeperkt, bijvoorbeeld door quarantainemaatregelen of door via testen aan te tonen dat er geen besmettingsgevaar is voor anderen bij evenementen, bezoek aan musea, horeca et cetera. Het voorliggende wetsvoorstel mengt zich weliswaar in een aantal grondrechten, maar het doet dit juist om méér vrijheid aan burgers terug te geven. De wet heeft immers tot doel om meer mogelijk te maken, mits die testen geen sociale ongelijkheid tot gevolg hebben en voor iedereen toegankelijk zijn. Kortom, wij zijn voorstander van voldoende, voorradig en gratis.
Voorzitter. Het spreekt voor zich dat deze inperkingen moeten gelden voor een zo kort mogelijke duur en zo beperkt mogelijk moeten zijn. Mijn vraag aan de minister is hoe burgers het vertrouwen kunnen hebben dat de regering de beperkingen niet langer laat duren dan strikt noodzakelijk is, de gegevens van burgers vertrouwelijk houdt en de informatie niet misbruikt voor andere doeleinden. Welke objectieve maatstaven biedt de regering daarvoor?
Ook dient er bij voorkeur geen inbreuk te worden gepleegd op de integriteit van het lichaam. Als het al moet, dan niet met een wattenstaafje dat diep in de neus pulkt, maar met een weinig belastende antigeentest of, nog liever, met integere ademtesten, waarbij het resultaat vrijwel meteen bekend is. Het grootschalig toepassen van zo'n ademtest bij de ingang van een etablissement kan de hele maatschappij, zonder veel overlast voor de afnemer, weer openen, terwijl de betrouwbaarheid hoog is. De vraag aan de minister is dan ook: worden deze ademtests ná de coronapandemie door de overheid beschikbaar gesteld, of gaat de regering in dit geval over tot actie en stelt ze die testen binnenkort, per 1 juni, beschikbaar?
Ik heb nog een opmerking over de betrouwbaarheid van het testen. Ik heb deze opmerking ook in het vorige debat gemaakt: pas op voor schijnnauwkeurigheid. Streef naar een maatschappelijk aanvaardbaar risico. Het is een farce om 100% betrouwbaarheid van een test te betrachten. Een test van 70% betrouwbaarheid met veel draagvlak bij de bevolking is beter dan geen test of een test die mensen afschrikt.
Voorzitter. Na vandaag wordt het nieuwe adagium voor de bestrijding van het virus "vaccineren en ventileren". Dus bij ons staat niet het testen voorop. Want naarmate de cijfers steeds positiever zullen worden door het vaccineren, zal het testen steeds meer overbodig worden. De Onafhankelijke Senaatsfractie gaat er dan ook van uit dat de coronatestwet maximaal drie maanden geldt. We verzoeken om voor september 2021 een evaluatie aan de Kamer aan te bieden en de noodwetgeving, mede gezien de inperking van sommige grondrechten, zo spoedig mogelijk in te trekken.
Voorzitter. De hele bevolking snel voorzien van een beschermende vaccinatie was in december 2020 nog een nobel en simpel doel. Hoe moeilijk kan dat nou zijn? Ja toch? De weg die de regering insloeg aangaande het vaccinatieprogramma lag bezaaid met moeilijk begaanbare keien. Wat een ongelofelijke problemen: instellingen die fout op fout stapelden, samenwerking die niet voldeed, leveranciers die niet leverden, vaccinatieprogramma's die van het ene op het andere moment werden stopgezet, terecht of ten onrechte, leiders van instellingen die het formele leiderschap van de regering ondergroeven, "voor 1 juli" werd 15 juli, et cetera. Het was één organisatorische janboel met veel gelijkenis met opportunistisch voetbal. En dat in het land met vrijwel de beste gezondheidszorg ter wereld; niet sterk. Graag een verklarende reactie van de minister.
Ventileren is het nieuwe target waar veel virologen en wetenschappers aandacht voor vragen om het virus definitief te bestrijden. Hoe gaan we dat doen? Moeten onze kinderen in de winter wederom koukleumen in klaslokalen met open ramen of zijn er dan in alle lokalen goede ventilatiesystemen? En zijn die er ook in alle openbaar toegankelijke gebouwen? Hoe staat het met de particuliere openbaar toegankelijke gebouwen, zoals winkels, kantoorgebouwen, et cetera? Hoe doen we dat ventileren trouwens in deze klimaatneutrale tijd? Het is een volgende grote uitdaging die voor de winter van dit jaar moet zijn gerealiseerd. Heeft de regering al een uitvoeringsplan uitgewerkt en volgt er een passende subsidieregeling om alle gebouwen van voldoende ventilatie te voorzien?
Voorzitter, tot slot. De burgers hebben het grondwettelijk recht op een overheid die hen beschermt tegen een aanval op hun gezondheid. Tegelijkertijd biedt de Grondwet dezelfde burgers belangrijke rechten als het recht op privacy en het recht op onschendbaarheid van het lichaam. Dat knelt en vraagt om een zorgvuldige belangenafweging bij de overheid. Maar het vraagt ook burgers er alles aan te doen om elkaar te vrijwaren van onderlinge besmetting. Wij zien dat als een burgerplicht voor iedereen. Wij roepen iedereen dan ook dringend op om in het belang van de hele Nederlandse bevolking mee te werken aan het bestrijden van de pandemie en de noodzakelijke beschermende gezondheidsmaatregelen te nemen. Testen werkt preventief en vaccineren — zo is wetenschappelijk bewezen — voorkomt besmetting. Onze oproep aan alle Nederlanders is dan ook om niet te verslappen en eensgezind het virus te bestrijden, want alleen samen kunnen we corona verslaan.
Ter afsluiting noem ik nog twee citaten om te overdenken. "Ik laat me niet inenten met die rotzooi", aldus de stoere burger. "Wat denk je wat ze je inspuiten als je straks met corona op de ic in het ziekenhuis ligt?", aldus de bezorgde buurman.
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel, meneer Raven. Dan geef ik het woord aan de heer Otten namens de Fractie-Otten.