Verslag van de vergadering van 29 juni 2021 (2020/2021 nr. 43)
Status: gecorrigeerd
Aanvang: 9.16 uur
De heer Raven i (OSF):
Dank u wel, voorzitter. Alles wordt netjes gepoetst. Alleen het mondkapje hoeven we niet meer op. Daar ben ik wel blij mee, ook met de stappen die de afgelopen drie weken gezet zijn. Sinds het debat over COVID-19 waarin ik een pleidooi heb gehouden om de mondkapjes zo snel mogelijk af te schaffen, heeft de regering gelukkig besloten om dat onderdeel in te trekken op basis van de positieve cijfers. Daar zijn we allemaal blij mee.
Welkom aan de staatssecretaris. Dank voor de beantwoording van de vragen die wij gesteld hebben. In de loop van mijn pleidooi kom ik nog met een enkele vraag terug.
Voorzitter. Het wetsvoorstel dat vandaag wordt behandeld lijkt een technische aanpassing van de Wet milieubeheer. In die zin zou het debat zich vandaag kunnen beperken tot een aantal detaildiscussies. Mijn fractie ziet echter redenen tot een meer fundamentele benadering, namelijk: hoe kunnen we de kansen voor hernieuwbare energie vergroten en de taakstelling van het beoogde aandeel hernieuwbare energie in 2030 in de vervoerssector versneld realiseren zonder daarmee onnodige zware barrières op te werpen voor de producenten?
Eerst een paar actuele cijfers over de stand van zaken. Als we praten over de hernieuwbare energie in de vervoerssector, zijn er slechts een beperkt aantal middelen beschikbaar. In hoofdlijnen gaat het om twee richtingen: het vervoer elektrificeren via het gebruik van batterijen of elektrolyse, bijvoorbeeld via waterstof, of de fossiele brandstof vervangen door biobrandstoffen, gemaakt uit afvalstoffen maar ook door biogas via voedsel en voedergewassen of frituurvet. De eerste richting, het elektrificeren van het wagenpark, lijkt meer en meer een voedingsbodem te krijgen. Er wordt veel over gesproken, maar het aandeel van elektrische auto's in Nederland is nog steeds belabberd laag: in 2018 ongeveer 1,5%, eind 2020 volgens cijfers van de Rabobank geschat op 200.000 auto's van de in totaal 8 miljoen auto's die in Nederland rondrijden, oftewel slechts 2,5%. Dat is ver verwijderd van de taakstelling om eind 2020 6% vermindering te realiseren ten opzichte van 2010 voor uitstoot.
Volgens informatie van de NEa, de Nederlandse Emissieautoriteit, heeft Nederland de Europese taakstelling hernieuwbare energie ten opzichte van 2010 krap aan gehaald:11%, ten opzichte van de taakstelling van 10%. Nou, we zijn geslaagd, maar net over de sloot. Dat moet in de toekomst naar 2030 beter en sneller.
De Onafhankelijke Senaatsfractie, OSF, ziet hiertoe mogelijkheden door het toepassen van een systeem van meervoudig grondgebruik versneld in te zetten bij de productie van biobrandstoffen. Tegen productie van kansrijke biobrandstoffen is inmiddels behoorlijk wat verzet, aangezien hiervoor nogal wat landbouwgronden noodzakelijk zijn. Hoewel dit verzet begrijpelijk is, dreigen we de kansen die deze energiebronnen bieden door een té stoïcijnse houding om zeep te helpen en op dit punt wellicht ook het kind met het badwater weg te gooien. Daardoor stokt de omschakeling naar duurzame brandstoffen voor de vervoerssector.
De OSF is van mening dat het systeem van meervoudig grondgebruik hierbij een gigantische meerwaarde kan hebben, bijvoorbeeld door voor alle gronden die toekomstig gebruikt gaan worden voor het aanleggen van zonneparken de verplichting op te leggen tot meervoudig grondgebruik, waarbij de ondergrond van de zonneparken gebruikt gaat worden voor het produceren van biobrandstoffen. Dit is mogelijk indien de zonnepanelen voor die parken op enkele meters hoger geplaatst worden. Op die manier ontstaat ruimte om onder die zonnepanelen gewassen te planten ten behoeve van de productie van biobrandstoffen, waardoor de opbrengst van duurzame energie van die gronden zeer substantieel wordt vergroot, niet alleen via de zonnepanelen maar dus ook via brandstoffen.
Een globale doorrekening op basis van het bestaande arsenaal aan zonneparken levert het volgende cijfermatige beeld op indien op deze ondergronden, zeg maar de niet gebruikte ondergronden van de huidige zonneparken, bijvoorbeeld biodiesel zou worden geproduceerd, nadat we dat in het verleden al hadden geregeld. Het huidige arsenaal van zonneparken in Nederland met een ondergrond is 2.200 hectare. De opbrengst van de zonnestroom van de huidige zonneparken is 2.082 megawatt. De extra jaarlijkse opbrengst voor bijvoorbeeld biodiesel per jaar op 1 hectare is 1.500 liter. Daarmee kun je ongeveer 5.000 kilometer met één vrachtwagen rijden. In totaal, als je voor die 2.200 hectare in het verleden had besloten om daar meervoudig grondgebruik toe te passen, kom je nu al op 3,3 miljoen liters per jaar, oftewel 11 miljoen kilometer per jaar. Als je dat omslaat naar het streefpercentage van 14% als bijmengsel, kom je op 80 miljoen kilometers extra per jaar, wat we nu al zouden kunnen realiseren door de ondergrond van de zonneparken te gebruiken voor biobrandstoffen.
Voorzitter. Het ontbreken van bloemetjes leidt er inmiddels toe dat insecten over de hele wereld steeds meer bedreigd worden. Het dubbel gebruik van nutteloze ondergrond van zonneparken zou ook zeer positief kunnen bijdragen aan de versterking van de biodiversiteit indien op deze gronden biodiverse beplanting zou worden toegepast, zoals bijvoorbeeld koolzaad. Zo snijdt het mes aan meerdere kanten: de bijen worden er beter van, het milieu wordt minder belast door CO2-neutrale biobrandstoffen, de gronden worden efficiënter gebruikt, biobrandstoffen zijn een effectieve manier van energieopslag, en er is geen concurrentie voor de voedselsector, want er is sprake van dubbel grondgebruik. Deze genoemde positieve indicatieve cijfers voor dubbel gebruik van nutteloze grond geven ons aanleiding om het systeem van meervoudig grondgebruik tot versnelling van de transitie naar duurzame-energiebronnen voor de vervoerssector onder de aandacht te brengen van de staatssecretaris.
We realiseren ons dat dit wellicht iets buiten het beleidsterrein van de staatssecretaris ligt of zelfs op meerdere terreinen van collega-bewindslieden zit, maar in het kader van de ontschotting van beleid zou ik de staatssecretaris toch willen vragen om een integrale reactie van de regering. Daarom heb ik mijn bijdrage gisteren al gedeeld met uw assistent. Misschien kunt u in uw beantwoording ook betrekken wat het zou betekenen als we deze vorm van meervoudig grondgebruik zouden toepassen in de hele wereld. Dat zou een enorme potentiële capaciteit voor vergroting van de productie van biobrandstoffen zijn. Als we beginnen in Europa, of eventueel beginnen in Nederland en Europa zo gek krijgen om mee te doen, zou dat een forse stap voorwaarts zijn. Afhankelijk van uw antwoord overweeg ik om hierover in tweede termijn een motie in te dienen.
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel, meneer Raven. Dan geef ik nu graag het woord aan mevrouw Bezaan namens de fractie van de PVV.