Plenair Dessing bij behandeling Wijziging van de Wet milieubeheer



Verslag van de vergadering van 29 juni 2021 (2020/2021 nr. 43)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 11.09 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Dessing i (FVD):

Dank u wel, voorzitter. Dank ook aan de staatssecretaris voor de beantwoording van de vragen. Ik ga er toch even op door, want ik ben over een aantal antwoorden niet helemaal tevreden.

Over mijn vraag over de totale kosten, met name voor de burger en voor de industrie, werd gezegd dat vliegtickets allerlei facetten hebben. Maar ik had de vraag eigenlijk wat breder gesteld, want het gaat natuurlijk ook om de industrie. Die maakt ook enorme kosten om dit voor elkaar te krijgen. Die kosten worden uiteindelijk ook weer aan de burger doorberekend. Dus ik zou daar toch graag een soort kwantificatie van willen zien. Wat betekent het nou dat we deze wet straks gaan invoeren en wat kost dat nou gewoon?

Als vervolg daarop, als die industrie daar nou kosten voor maakt, kan ik me ook voorstellen dat dat een ontmoedigend effect heft, met name voor multinationals die met de strenge EU-wetgeving die op dit punt geldt, toch denken "misschien kunnen we buiten de EU onze bedrijfsvoering goedkoper doen", en die daardoor misschien zouden wegtrekken. Is dat meegenomen, vraag ik de staatssecretaris.

Dan nog een ander punt, terugkomend op de fraudeomvang en het toezicht. Ik heb wat voorbeelden gelezen en voorbij horen komen over biodiesel. Wat is eigenlijk de omvang van die fraude en gaat het dan alleen om biodiesel? Dat vraag ik de staatssecretaris via u, voorzitter.

Het punt China is genoemd. De staatssecretaris gaf toe dat dit toch onwenselijk is en dat we het eigenlijk niet zouden moeten willen. Dan zou mijn vervolgvraag zijn: is het ondanks het feit dat we praten over 10% grondstoffen dan toch niet een overweging of een optie om na te denken over een beperking daarvan of zelfs over enige mate van verbod als dat mogelijk is? Ik kan me ook voorstellen dat het toezicht op deze grondstoffen misschien in de EU goed geregeld zou kunnen zijn, maar in China weleens op grotere afstand veel minder. Dus ook van de partijen ter linkerzijde kan ik me voorstellen dat het een onwenselijke situatie is om die import uit China te laten voortduren. Daar zou ik graag nog een reflectie op willen hebben.

Tot slot: ik hoor toch alle partijen hier zeggen dat het eigenlijk een ingewikkelde wet is, in een transitie die we eigenlijk niet willen, omdat we toe willen naar een soort nieuwe emissieloze wereld. Die hoop wordt eigenlijk op dit moment gevestigd op waterstof. Ik kan me daar zeker wat bij voorstellen. Waterstof heeft voordelen, maar ook enorme nadelen. Blauwe waterstof wordt op dit moment zelfs gemaakt door het verbranden van fossiel, dus dat kost CO2. Dus er zijn enorme uitdagingen. Ik zou eigenlijk de Kamer, maar ook het kabinet ertoe willen oproepen dat we hierover eens met elkaar zouden moeten nadenken als we deze kant op willen, heel praktisch gezien in de uitvoerbaarheid, en een wat breder debat voeren over waterstof. Hoe wenselijk is dat nou en hoe praktisch haalbaar? Hoeveel waterstof hebben we daarvoor nodig? Hoeveel windturbines moeten we daarvoor op de Noordzee zetten? Is dat wat we willen? Daar zou ik voor de toekomst toch een keer een debat over willen voeren. Graag nog een reflectie daarop van de staatssecretaris. Tot zover.

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Dessing. Dan is het woord aan de heer Pijlman namens D66.