T03227

Toezegging Balans tussen economische groei en duurzaamheid in Groeifonds (35.570)



De Minister van Financiën zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag de leden Vendrik (GroenLinks), Sent (PvdA), Bikker (ChristenUnie) en Koffeman (PvdD), toe om een afschrift te sturen van een brief aan de Tweede Kamer over het opschuiven van de balans tussen economische groei en duurzaamheid/brede welvaart in het Groeifonds.


Kerngegevens

Nummer T03227
Status voldaan
Datum toezegging 17 november 2020
Deadline 1 juli 2021
Verantwoordelijke(n) Minister van Financiën
Kamerleden Mr. M.H. Bikker (ChristenUnie)
drs. N.K. Koffeman (PvdD)
Prof.dr. E.M. Sent (PvdA)
C.C.M. Vendrik (GroenLinks)
Commissie commissie voor Financiën (FIN)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie brief/nota
Onderwerpen Brede welvaart
Nationaal Groeifonds, begroting
overheidsinvesteringen
Kamerstukken Miljoenennota 2021 (35.570)


Uit de stukken

Handelingen I 2020-2021, nr. 10, item 3, blz. 11

De heer Vendrik (GroenLinks):

Voorzitter. Naast het steunbeleid, dat wat mijn fractie betreft zo veel mogelijk de transitie naar een duurzame economie moet faciliteren, is hier het Nationaal Groeifonds relevant. Daar is al veel over gesproken. Vorig jaar heb ik een pleidooi gehouden om dat fonds, dat toen nog slechts een kader in de Miljoenennota rijk was, toe te snijden op de transities van de economie. Ik vraag de minister van Financiën waar het kabinet nu staat. Er is ook al veel over gesproken aan de overkant. Als ik de minister van Financiën beluister tijdens de AFB, gaat het fonds vooral over technologische innovaties zoals artificial intelligence. Dan gaat het dus niet over de transities. Ik vraag de minister van Financiën hier om verduidelijking. Dat betreft ook de notie dat alle projecten afgerekend worden, gecalculeerd worden op hun bijdrage aan de groei van het bbp. Dat moet toch gewoon brede welvaart zijn? Dat is toch gewoon gezond economisch beleid? Waarom stond dat dan niet in de brief van 7 september? Hoe staat het kabinet er nu in? Mag ik er ook van uitgaan dat het budgetrecht van het parlement — hoe je het ook wendt of keert, het blijven publieke middelen — zowel daar als hier recht wordt gedaan?

(…)

Handelingen I 2020-2021, nr. 10, item 3, blz. 22

Mevrouw Sent (PvdA):

Voorzitter! In lijn met het betoog van Keynes voor gerichte overheidsinvesteringen in economische infrastructuur stelt de regering een Nationaal Groeifonds voor. Tijdens het debat in de Tweede Kamer zijn veel vragen gesteld over de keuze voor projecten, de daarbij te hanteren criteria en de methode van verantwoording. Net als mijn collega in de Tweede Kamer, Henk Nijboer, en net als de economen die pleiten voor duurzaamheid en sociale gelijkheid, roep ik de regering op tot de creatie van een nationaal brede welvaartsfonds. De heer Vendrik heeft daar ook al over gesproken.

Al bij de introductie van bruto binnenlands product 80 jaar geleden waarschuwde de uitvinder, Simon Kuznets, dat miljoenen mensen samenvatten in één cijfer geen exacte wetenschap kán zijn. Brede welvaart gaat over meer dan alleen ons inkomen, economie of groei. Het gaat ook over leefbaarheid en veiligheid, kwaliteit van de leefomgeving, sociale samenhang en voorzieningenniveau, onderwijs en arbeidsmarkt, klimaat en energie, natuur en landbouw, bereikbaarheid en woningmarkt. De PvdA-fractie wil daarom dat de focus van het investeringsbeleid verlegd wordt. Voor ons is groei een middel en brede welvaart een doel. Een extra procent economische groei is mooi, maar mensen verlangen vooral naar zekerheid. Doel van het investeringsbeleid moet zijn dat mensen zeker kunnen zijn van een baan, een betaalbaar huis en goede zorg. Is de minister dat met mij eens? Beschouwen we die brede welvaart, dan spreekt de Studiegroep Begrotingsruimte zijn zorgen uit over de collectieve uitgaven aan onderwijs. Dat is nu reeds urgent, want door de coronacrisis missen we kansen in het onderwijs en wordt de ongelijkheid groter. Te veel kinderen hebben tijdens de coronacrisis thuis niet het onderwijs kunnen krijgen dat zij nodig hebben en smachten naar een "persoonlijk groeifonds" om die achterstanden weer in te lopen. Hoe gaat de minister deze noodzakelijke inhaalslag faciliteren?

(…)

Handelingen I 2020-2021, nr. 10, item 8, blz. 2

Mevrouw Bikker (ChristenUnie):

De ChristenUniefractie hanteert een brede welvaartsdefinitie in de beoordeling van de activiteiten van het Groeifonds. Kortom, een duurzame economie. Het kan daarbij niet zo zijn dat alleen gevestigde spelers aan tafel zitten. Ook start-ups en scale-ups, nieuwe mkb-bedrijven en jonge bedrijven die sociaal ondernemerschap hoog in het vaandel hebben staan, moeten een plek hebben. Zij zijn de nieuwe generatie ondernemers. Hoe gaat het kabinet de deelname van nieuwkomers borgen? In de Tweede Kamer is uitgebreid gesproken over de rol van parlementaire controle bij het Groeifonds, zowel aan de voor- als aan de achterkant. Welke beleidsconclusies trekt de minister op dit punt uit het debat? Ik hoor ook graag of het brede welvaartsbegrip inmiddels tot richtsnoer is gekozen.

Handelingen I 2020-2021, nr. 10, item 8, blz. 26

Minister Hoekstra:

De heer Vendrik en mevrouw Ester vroegen nog naar brede welvaart. De minister van Economische Zaken en ik hebben bij herhaling geprobeerd aan te geven dat het ook hier en-en is. We kijken echt naar die brede welvaart. In de eerste brief hebben we ook heel expliciet meegenomen hoe belangrijk de contouren van Parijs zijn. We hebben wel staande willen houden dat als je wat wil doen voor de volgende generatie, je wel degelijk je verdienvermogen moet vergroten. Wij zijn zelf tot de conclusie gekomen, reflecterend op het debat in de Tweede Kamer, dat dit wel vraagt om nog een keer explicieter die balans op te schuiven. Dat zullen we dus doen. Ik zal zorgen dat een afschrift daarvan deze kant uitkomt.

Mevrouw Sent (PvdA):

Alleen even kort. De minister had het over mevrouw Ester. Bedoelt hij mevrouw Sent of mevrouw Bikker in plaats van meneer Ester?

Minister Hoekstra:

Ik had er al voor gewaarschuwd. Dan heb ik het toch verkeerd gedaan.

Mevrouw Sent (PvdA):

Het gebeurt altijd! In elk debat.

Minister Hoekstra:

Ik wil niet te veel vooruitlopen op de familierelaties aan deze kant van het Binnenhof, maar ik bedoelde mevrouw Bikker. Ik realiseer me dat ook mevrouw Sent een vraag in deze richting heeft gesteld. Het is dus überhaupt een omissie dat zij hier niet op het lijstje stond. De heer Van Ballekom fluistert volgens mij ook nog iets verstandigs. Als ik hem ook ten onrechte niet heb genoemd, dan teken ik bij deze aan dat ik elk antwoord geacht word ook specifiek aan de heer Van Ballekom gegeven te hebben.

De heer Koffeman (PvdD):

In het enerzijds-anderzijds van de minister, hoor je dat het brede welvaartsbegrip weliswaar belangrijk is, maar dat het groeivermogen ook belangrijk is. Vindt de minister dat dit twee begrippen zijn die elkaar uitsluiten? Of zou het heel goed kunnen dat wanneer je in zo'n groeifonds inzet op het brede welvaartsbegrip, je daarmee misschien ook wel sneller kunt groeien dan op de traditionele manier?

Minister Hoekstra:

De heer Koffeman heeft gezegd dat duurzaamheid en economische groei wel degelijk samen kunnen gaan. Ik ben dat met hem eens. Je kan er een matrix van maken. Je kan het allebei niet hebben, maar dan doe je het dubbel verkeerd. Je kan economische groei hebben zonder duurzaamheid, je kan ook duurzaamheid hebben zonder economische groei, maar je kan het ook allebei hebben. Dat is niet makkelijk, maar het kan wel.

De heer Koffeman (PvdD):

In het uitgangspunt van het Groeifonds stond dat het niet strijdig moet zijn met het klimaatbeleid. Dat klinkt een beetje als: als het maar aan die voorwaarden voldoet. Je zou natuurlijk ook kunnen zeggen dat het bevorderlijk moet zijn voor het klimaatbeleid. Dat kan toch een minimale voorwaarde zijn die je stelt in diezelfde matrix die de minister schetst?

Minister Hoekstra:

Ik ga het vanaf nu de matrix van Koffeman noemen, want met hem heb ik dit uitgeklaard. Ik denk dat het belangrijk is dat we ons realiseren in welk stukje van de matrix je wel terecht moet komen en bij welk stukje je moet proberen weg te blijven. De minister van Economische Zaken en ik hebben het volgende geprobeerd toe te lichten. Als je dingen wilt doen die goed zijn voor het klimaat, hoe belangrijk ook, maar die verder geen economische groei generen, dan kunnen die potentieel ergens anders in de rijksbegroting hun beslag krijgen, maar het Groeifonds is daar niet voor bedoeld. Als we wat willen doen voor de volgende generatie, naast alles wat we al uitgeven voor het hier en nu, vind ik echt — ik zou de leden van de fracties daartoe willen oproepen — dat we het aan onze stand verplicht zijn om ervoor te zorgen dat er economische groei is op de lange termijn. Daarom noem ik die beleidsterreinen. Samen met de minister van Economische Zaken ga ik het punt waar de heer Koffeman aan raakt wel nog specificeren in die brief.


Brondocumenten


Historie