Verslag van de vergadering van 28 september 2021 (2021/2022 nr. 1)
Aanvang: 13.36 uur
Status: gecorrigeerd
Aan de orde is het afscheid van het oud-Eerste Kamerlid Knapen.
De voorzitter:
Collega's, we nemen vandaag afscheid van de heer Knapen, die ik van harte welkom heet in ons midden.
Meneer Knapen, afgelopen donderdag heeft u uw ontslag bij mij ingediend en vrijdag bent u ten overstaan van de Koning beëdigd als minister van Buitenlandse Zaken. Daarmee keert u terug op het departement waar u ruim tien jaar eerder staatssecretaris van Buitenlandse Zaken was.
Maar voor u de politieke arena betrad, was u onder andere vele jaren werkzaam als journalist. U was correspondent voor de NOS en NRC Handelsblad in Bonn en Washington en van 1990 tot 1996 hoofdredacteur van NRC Handelsblad. In 2006 werd u wederom correspondent voor NRC, ditmaal in Zuidoost-Azië.
In 2005 schreef u een boek over landsadvocaat Johan van Oldenbarnevelt, met wie de gebouwen van de Eerste Kamer aan het Binnenhof onlosmakelijk verbonden zijn. In "De man en zijn staat" beschrijft u de belangrijke rol die Van Oldenbarnevelt speelde bij de wording van de Nederlandse Republiek. Tijdens de renovatie wordt onderzocht of hij inderdaad begraven ligt onder de voormalige Hofkapel aan het Binnenhof. Misschien dat u nog een addendum kunt schrijven wanneer de resultaten van dat onderzoek bekend zijn. Wij zien er allen naar uit.
Op 9 juni 2015 werd u beëdigd als lid van de Eerste Kamer en drie weken later nam u deel aan het eerste plenaire debat. In uw maidenspeech blikte u terug op die eerste weken en zei u: "Ik heb gemerkt dat hier niet alleen stellige opvattingen en strikte overtuigingen te berde worden gebracht, maar dat er ook ruimte is voor twijfel. Hier en daar is er zelfs ruimte voor intellectuele scepsis. Er is dus ook ruimte om van elkaar te leren. Wat wil een mens in een democratische arena nog meer?" Blijkbaar was er toch nog één ding dat de mens Knapen wilde buiten deze Kamer ...
Meneer Knapen, beste Ben, sinds 11 juni 2019 was je fractievoorzitter van het CDA in de Eerste Kamer. Uit dien hoofde was je lid van het College van Senioren, het wekelijkse overleg tussen de fractievoorzitters dat ik mag voorzitten. Met groot genoegen kijk ik terug op onze samenwerking in dat college. Jouw vragen en opmerkingen tijdens onze vergaderingen maakten dat de andere leden en ikzelf nog eens goed vanuit een ander perspectief, met enige afstand, naar een onderwerp keken. Het was de journalist in je die altijd vragen is blijven stellen en niets voor vanzelfsprekend aannam. Deze karaktertrek zal je zeker ook weer inzetten als minister. Daar ben ik van overtuigd.
Ben, ik wens je — en ik weet zeker dat ik namens iedereen hier spreek — alle goeds toe in je nieuwe rol, en wie weet tot ziens achter de regeringstafel.
Ik schors nu de vergadering voor enkele ogenblikken.
De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.