Met dit wetsvoorstel wordt de Wet langdurige zorg (Wlz) gewijzigd. Deze wijzigingen vloeien grotendeels voort uit de uitvoeringspraktijk of betreffen wijzigingen van technische aard.
Zo wordt onder meer geregeld dat met een persoonsgebonden budget (pgb) of meervoudig pakket thuis (mpt) ook betalingen mogen worden verricht voor andere algemeen gangbare huishoudelijke hulp dan het schoonhouden van de woonruimte.
Ook regelt het voorstel dat zorgaanbieders die zorg leveren op grond van de Zorgverzekeringswet (Zvw) kunnen controleren of de betrokken cliënt een indicatie heeft voor langdurige zorg. Die zorg is namelijk voorliggend; in dat geval moet de zorg worden vergoed op grond van de Wlz en niet op grond van de Zvw. Daarnaast wordt vereenvoudiging van de levering van tandheelkundige zorg geregeld en bevat het een grondslag voor de inzet van een cliëntondersteuner voor de Wlz.
Een aantal onderwerpen in dit voorstel ziet op het aanpassen van de regelgeving aan de ontstane praktijk. Waar dit aan de orde is, zal worden bezien of terugwerkende kracht nodig is om te waarborgen dat zorgaanbieders en zorgkantoren niet geconfronteerd worden met onrechtmatigheden. Om die reden is slechts de mogelijkheid opgenomen om aan bepaalde onderdelen van het wetsvoorstel terugwerkende kracht te verlenen.
Het voorstel (TK, 2) is op 17 november 2022 als hamerstuk afgedaan door de Tweede Kamer.
De Eerste Kamer heeft het voorstel op 6 december 2022 als hamerstuk afgedaan.
ingediend
13 oktober 2021titel
Wijziging van de Wet langdurige zorg in verband met diverse onderwerpen op het gebied van langdurige zorgschriftelijke voorbereiding
ondertekening
- minister voor Langdurige Zorg en Sport
inwerkingtreding
Op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld. In dat besluit wordt bepaald dat artikel I, onderdelen D, onder 2, en E terugwerken tot en met een in dat besluit te bepalen tijdstip