De Eerste Kamer heeft dinsdag 21 december in haar laatste plenaire vergadering voor het reces voorlopig afscheid genomen van het Binnenhof. De renovatie van het Binnenhof maakt langer vergaderen aan het Binnenhof niet mogelijk. Sinds mei 2020 vergaderde de Eerste Kamer als gevolg van coronamaatregelen niet meer in haar eigen gebouw aan het Binnenhof maar in de Ridderzaal. Alle activiteiten van de Eerste Kamer vinden vanaf januari 2022 plaats in de tijdelijke huisvesting aan de Kazernestraat. De renovatie van het Binnenhof gaat naar verwachting vijf jaar duren.
In totaal heeft de Eerste Kamer 62 keer in de Ridderzaal plenair vergaderd sinds mei 2020. De overstap was nodig omdat de eigen plenaire zaal van de Eerste Kamer niet groot genoeg was om met de gehele Kamer op anderhalve meter afstand te kunnen vergaderen; in de Ridderzaal is dat wel mogelijk. In verband de spoedeisendheid van diverse coronawetgeving vergaderde de Eerste Kamer, die normaal alleen op dinsdag bijeenkomt, ook op diverse andere dagen. De meeste andere (commissie)vergaderingen van de Eerste Kamer werden in coronatijd digitaal gehouden of in beperkte zin in de nieuwe tijdelijke locatie die de Eerste Kamer sinds afgelopen augustus heeft betrokken.
In een toespraak aan het einde van de plenaire vergadering stond Eerste Kamervoorzitter Jan Anthonie Bruijn dinsdag stil bij het vertrek. Hij bedankte staatssecretaris Knops (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties), die gebruik van de Ridderzaal mogelijk maakte. Vervolgens refereerde hij aan Constantijn Huygens die de Ridderzaal in de zeventiende eeuw beschreef, "Vanavond gaat hier het licht voor een hele poos uit, in dit ‘durend trots gewelf van Hollands oude Heeren, daer dusend menschen daeghs en dusend nog verkeren."
Deel dit item: