Verslag van de vergadering van 18 januari 2022 (2021/2022 nr. 13)
Status: gecorrigeerd
Aanvang: 13.56 uur
Mevrouw Veldhoen i (GroenLinks):
Dank u wel, voorzitter. Het is goed dat we vandaag dit debat voeren, op de eerste Kamerdag van dit nieuwe jaar. Ik heb net gehoord dat dit na honderden jaren Binnenhof de eerste vergadering daarbuiten is. Het is ook het eerste debat van deze nieuwe bewindspersoon. Het is een bijzonder moment. Wij zijn blij met een cultuurhistoricus op deze plek. Ik wil haar dan ook van harte welkom heten in dit huis en veel succes wensen in deze functie, en natuurlijk ook veel plezier.
Voordat ik verderga, wil ik in het kader van de transparantie benoemen dat ik lid ben van de klachtencommissie van de Vereniging Rembrandt. Dat is een onafhankelijke klachtencommissie en ik zal mij verschonen als er een klacht komt met betrekking tot de aankoop van dit kunstwerk of de bijdrage daaraan. Ik voel me daarom ook ongehinderd en vrij om vandaag hierover namens mijn fractie het woord te voeren. En dat doe ik graag.
Ik ben opgegroeid in een kunstenaarsfamilie. Rembrandt is mij door mijn vader met de paplepel ingegoten, en daarmee de bewondering voor zijn werk. Dat neemt niet weg dat mijn fractie behoorlijk kritisch is over deze voorgenomen aankoop, en dan met name vanwege de timing in relatie tot de kosten. Dit maakt dat mijn fractie voor een juiste afweging enig comfort nodig heeft wat betreft de vraag wat deze staatssecretaris van plan is te gaan doen voor de culturele sector, en dan met name wat betreft de zzp'ers in die sector, de zelfstandig kunstenaars, theatermakers, acteurs, musici en technici.
Het blijft namelijk een wrange tegenstelling. Terwijl de culturele sector aan het vechten is voor zijn voortbestaan en vele zzp'ers in die sector rond of zelfs onder de armoedegrens leven, wordt er 150 miljoen euro uitgegeven aan één schilderij. Waar we geld uitgeven aan een maker van vroeger, doen we dat niet voor de makers van nu en voor de makers van de toekomst. De zzp'ers in de culturele sector bevonden zich aan het begin van de coronacrisis al in een precaire positie, en die positie is enorm verslechterd. Hun inkomen is met zo'n 55% gedaald, terwijl het gemiddelde inkomen al niet zo hoog was, namelijk een kleine €25.000. Deze zzp'ers leven nu onder de armoedegrens. Het zogenaamde trickle-downeffect van de maatregelen is uitgebleven, zo constateert de Boekmanstichting. Het geld is niet bij de makers terechtgekomen. Het beleid heeft op dit punt gefaald. Is de staatssecretaris dat met mij eens?
Volgens de Raad voor Cultuur is er 100 miljoen extra per jaar nodig om de structurele onderbetaling van zzp'ers in de sector op te lossen. Wat gaat deze staatssecretaris doen om ervoor te zorgen dat de positie van deze zzp'ers op korte termijn verbetert? Heel concreet, is de staatssecretaris bereid om bijvoorbeeld toe te zeggen dat er een vangnet komt voor deze zzp'ers?
Dat is ook van belang voor niet-cultuurminners. Laten we niet vergeten dat deze sector niet alleen inhoudelijk van belang is, maar ook van groot economisch belang is. Het CPB becijferde voor de coronacrisis dat het belang van de creatieve en culturele sector groter is dan vaak wordt gedacht. Door de landelijke, provinciale en lokale overheden wordt er jaarlijks zo'n 4 miljard euro in cultuur geïnvesteerd. Dat levert jaarlijks een toegevoegde waarde op van 25,5 miljard, zo'n 3,7% van het bbp. Laat dat eens goed tot ons doordringen. Los van de inhoudelijke waarde van cultuur, die wij natuurlijk vooropstellen, is het gewoon ook een hele goede investering. Met deze 25,5 miljard euro is deze sector iets kleiner dan de bouwsector en tweemaal zo groot als de landbouwsector. De creatieve sector is goed voor zo'n 320.000 banen. Dat is 4,5% van de totale werkgelegenheid.
Deze sector is nu volledig uitgekleed. Mensen zijn uit wanhoop ander werk gaan zoeken. Wat betekent deze crisis voor de sector, voor de makers van nu en van toekomstige generaties, maar ook voor de sector als werkgever en als economische kracht?
De culturele sector staat ook bij de recente maatregelen weer achteraan. Het kabinet kiest wel voor het openen van de bouwmarkten en de IKEA, maar niet voor de musea. Welk signaal wordt daarmee gegeven? De sector voelt zich verweesd. Gaat deze staatssecretaris — en wij hopen dat van harte — nu eens echt voor deze sector opkomen, hartgrondig en met luide stem benadrukken hoe groot het belang van deze sector is, omdat cultuur ertoe doet? En dan niet alleen de cultuur van de oude ministers. Wat mijn fractie betreft is het tijd dat onze politieke leiders zich hierover uitspreken. Ik nodig de staatssecretaris dan ook van harte uit vandaag in lijn met mijn betoog een luid en duidelijk statement te maken over het belang van onze hedendaagse culturele sector en om daar natuurlijk de komende jaren ook de nodige investeringen in te doen. Ik hoor graag een reactie.
In november is in deze Kamer de motie-Vendrik aangenomen, die vraagt om een herstelplan voor de culturele en creatieve sector. Ook wordt de regering daarin verzocht te overwegen om financiering uit het Europees herstelprogramma in te zetten. Wij horen graag van de staatssecretaris wat de eerste ideeën zijn over dit herstelplan. Wanneer kunnen wij concrete stappen verwachten? Is de 170 miljoen uit het regeerakkoord voldoende om dit herstel in gang te zetten, zo vragen wij ons af. Mijn fractie meent van niet. De vraag is dan hoe dit herstelprogramma gefinancierd gaat worden. Is dit kabinet bijvoorbeeld voornemens om gelden uit het Europees herstelprogramma te oormerken voor cultuur, zoals ook landen als Frankrijk, Italië en Oostenrijk doen en waartoe ook het Europees Parlement oproept?
Dat zou voor Nederland om 120 miljoen gaan. Maar zelfs als je die 120 miljoen optelt bij de 170 miljoen uit het regeerakkoord, kom je nog lang niet tot het bedrag dat de Raad voor Cultuur noodzakelijk acht om ervoor te zorgen dat iedereen in Nederland cultuur kan beoefenen en ervaren, en dat iedereen in de sector fatsoenlijk wordt betaald. De Raad voor Cultuur roept op jaarlijks 477 miljoen meer te investeren in de kunsten, in erfgoed, bibliotheken en de media. Ik concludeer dan ook dat die 170 miljoen voor de hele sector slechts een druppel op de gloeiende plaat is. Gaat deze staatssecretaris zich hardmaken voor het oormerken van geld uit het Herstelfonds voor de culturele sector? Kan de staatssecretaris ook meer fundamenteel uiteenzetten hoe zij aankijkt tegen de financiering van de culturele sector?
Tot slot heeft mijn fractie een aantal vragen over de aankoop. Heeft Nederland echt nog een Rembrandt nodig? Moet de blik niet worden verbreed? Want hoezeer het werk van Rembrandt ook gewaardeerd wordt, ook door mijn fractie, het is wel een aankoop die blijk geeft van een behoudende kijk op onze kunsthistorische canon. Voor hetzelfde geld zou een veelvoud aan kunst van ondervertegenwoordigde kunstenaars kunnen worden gekocht. Wat is de staatssecretaris voornemens op dit punt te gaan doen? Beschikt de regering op dit punt over een afwegingskader of een strategie?
Een belangrijke vraag: wordt er niet te veel betaald voor de Rembrandt? Dit weekend stond nog in een groot stuk in NRC Handelsblad: het is meer dan twee keer het hoogste bedrag ooit betaald voor een Hollandse meester. Frankrijk zag ervan af voor deze prijs. Is deze prijs wel reëel? Moet je als land meedoen aan de internationale gekte op de kunstmarkt, waar prijsstijgingen leiden tot extra kosten voor musea? Verzekeringskosten, kosten van bruikleenverkeer en voor beveiliging: al die kosten worden hoger, wat ertoe gaat leiden dat er minder geldt gaat naar educatie en naar tentoonstellingen. Hoe waardeert de staatssecretaris dit? En hoe gaat zij bewerkstelligen dat de culturele sector, en dan niet alleen het Rijksmuseum, maximaal profiteert van dit werk? Welke afspraken gaat de staatssecretaris op dit vlak met het Rijksmuseum maken?
Ik sluit af. De cultuur en de creatieve industrie staan in het regeerakkoord in het hoofdstuk "welvarend land", samen met ondernemerschap, innovatie en digitalisering. De toekomst zal uitwijzen of het nieuwe politieke elan van Rutte IV ook zal leiden tot de noodzakelijke herwaardering. Dat gaat over veel meer dan geld alleen. Het gaat om de politieke wil keuzes te maken die de kunsten en de creatieve sector stimuleren. Mijn fractie hoopt dat deze staatssecretaris zich zal ontpoppen tot een vaandeldrager van een ambitieuzer en respectvoller cultuurbeleid. Wij wachten de antwoorden met belangstelling af.
De voorzitter:
Dank u wel, mevrouw Veldhoen. Dan geef ik nu het woord aan de heer Frentrop namens Forum voor Democratie.