Dit wetsvoorstel voegt, ter uitvoering van artikel 23 van Verdrag van de Verenigde Naties inzake de immuniteit van rechtsmacht van staten en hun eigendommen ( Trb. 2010, 272), aan het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering en het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering BES een regeling toe voor het wijzen van een uitspraak tegen een niet verschenen staat.
Het Verdrag bevat een regeling voor de manier waarop staten moeten omgaan met het uitoefenen van rechtsmacht over vreemde staten. Het voorstel bevat een aanvulling in de regeling voor verstek en verzet in de dagvaardingsprocedure en voor de oproeping en het doen van uitspraak in de verzoekschriftprocedure. De Verdragsregeling geldt ook voor cassatieprocedures bij de Hoge Raad en voor het Caribisch deel van Nederland.
De goedkeuring van het Verdrag wordt geregeld in het wetsvoorstel Goedkeuring VN-Verdrag inzake de immuniteit van rechtsmacht van staten en hun eigendommen (36.027 (R2160)).
Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.
Het voorstel (TK, 2) is op 18 juni 2024 aangenomen door de Tweede Kamer.
Voor: SP, GroenLinks-PvdA, PvdD, DENK, Volt, D66, NSC, VVD, ChristenUnie, SGP, CDA, BBB en FVD.
Tegen: JA21 en PVV.
De Eerste Kamer heeft het voorstel op 1 oktober 2024 aangenomen.
Voor: OPNL, GroenLinks-PvdA, SGP, D66, CDA, Volt, FVD, SP, PvdD, VVD, ChristenUnie, BBB en 50PLUS.
Tegen: PVV en JA21.
ingediend
8 februari 2022titel
Wijziging van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering en het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering BES in verband met het op 2 december 2004 te New York tot stand gekomen Verdrag van de Verenigde Naties inzake de immuniteit van rechtsmacht van staten en hun eigendommen (Uitvoeringswet VN-Verdrag staatsimmuniteit)schriftelijke voorbereiding
ondertekening
- minister voor Rechtsbescherming
inwerkingtreding
Op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.
0
Er zijn geen documenten gevonden.