Verslag van de vergadering van 19 april 2022 (2021/2022 nr. 26)
Status: gecorrigeerd
Aanvang: 21.56 uur
De heer Schalk i (SGP):
Voorzitter. Misschien mag ik deze keer beginnen door de specialisten van de verslaglegging te danken, want zij hebben ervoor gezorgd dat ik de uitdaging van de heer Van Strien onmiddellijk kan opvolgen en kan opzoeken wat hij inderdaad over covid heeft gezegd. Ik ga niet het hele stukje oplezen, maar het is wel duidelijk dat het ook de heer Van Strien volgens mij nog niet helemaal bekend was wat de implicaties hiervan waren. Hij vraagt namelijk het volgende. Ik citeer letterlijk, overigens uit het ongecorrigeerd verslag. "Mijn vraag is derhalve niet zozeer aan de initiatiefnemers, maar vooral aan de minister en de staatssecretaris: of zij in het belang van de haalbaarheid van dit wetsvoorstel kunnen aangeven dat covidvaccinaties niet in het Rijksvaccinatieprogramma voor kinderen zullen worden opgenomen." Daaruit concludeer ik dat dat in ieder geval niet bekend was bij de PVV-fractie. Ik vind het dus ook heel begrijpelijk dat de heer Van Strien hier vervolgens aangaf dat hij z'n mind opnieuw moest opmaken, omdat dit blijkbaar een nieuw feit was voor hem. Dat was het niet alleen voor hem.
Voorzitter. Ik wilde ook iets zeggen over een kwestie die een aantal keren aan de orde is geweest, namelijk de situatie in de Biblebelt. Dank voor alle antwoorden van de indieners en van de minister en de staatssecretaris. We hebben het gehad over de zorg voor kinderen. Maar ook de mensen in de Biblebelt hebben natuurlijk de gewone zorg voor hun kinderen, ook als ze besluiten om ze niet te laten inenten. Ik vond het voorbeeld uit Barneveld trouwens heel aansprekend, maar ook wel een beetje begrijpelijk. Ik herinner me zelf dat wij, toen ik jong was, te maken hadden met die vreselijke polio-epidemie. Een predikant zei, naar aanleiding van een tekst: "Wie in de schuilplaats des Allerhoogste is gezeten, zal overnachten in de schaduw van de Almachtige". Zijn collega in Leiden — dat moet de heer Van Meenen natuurlijk aanspreken; dat was een Leienaar — gaf aan zijn gemeente aan: gebruik deze middelen. Die weging mocht zo plaatsvinden. Dat is nu juist de kracht van onze samenleving.
Ik vind het fijn dat er een aantal andere zaken aan de orde zijn geweest. Ik kijk naar mijn tijd; ik heb niet heel veel over. Ik heb nog één vraag aan de staatssecretaris. Hij gaf bij de feiten en cijfers aan dat er inderdaad een kleine dip in zit. Is daarin meegenomen — dat is namelijk ook een bekend gegeven — dat er juist in coronatijd 8% meer kinderen geboren zijn? Dat kan dus consequenties hebben voor de aantallen die nu zijn afgedrukt in de gegevens van het RIVM, of welk orgaan dan ook.
Voorzitter. Ik had zelf de indruk dat de omslag vanavond met name een beetje plaatsvond toen we er met z'n allen achter kwamen dat covid inderdaad onderdeel is van het Rijksvaccinatieprogramma, en dat dat dus indringende consequenties heeft voor zowel het personeel als de kinderen in kinderdagverblijven en dergelijke. Ik vraag me zelfs af of de indieners die implicaties van tevoren hadden overzien. Dat kan betekenen dat we nog op een hele andere manier naar deze wet zouden moeten kijken. Dan zou het zo kunnen zijn, als er geen wet komt, dat kinderdagverblijven nu de mogelijkheid hebben om te zeggen: een bmr-vaccinatie is verplicht. We hebben de hele dag betoogd dat deze wet eigenlijk niet nodig is, omdat er mogelijkheden te over zijn. Mijn vraag aan de minister en de staatssecretaris — misschien weet de indiener het wel — is: klopt het dat een kinderdagverblijf als private instelling, nu er niets is, ook gerichte vaccinaties kan eisen? Dan zou het betekenen dat datgene wat we vandaag de hele dag hebben betoogd gewoon kan gebeuren, maar dat we op het moment dat deze wet daadwerkelijk zou worden aanvaard te maken krijgen met alle vaccinaties die in het Rijksvaccinatieprogramma opgenomen zijn. Ik denk dat we dan inderdaad in een enorm maatschappelijk debat terecht zouden kunnen komen, waar niemand bij gebaat is.
Voorzitter, dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel, meneer Schalk. Dan is ten slotte het woord aan mevrouw Vos namens de fractie van de Partij van de Arbeid.