De minister voor Rechtsbescherming zegt de Kamer, naar aanleiding van een motie van het lid Meijer (VVD), toe om voor de zomer met reparatiewetgeving te komen om de termijn van de omkering van bewijslast voor levende dieren aan te passen van 12 naar 6 maanden indien motie-Meijer wordt aangenomen.
Nummer | T03391 |
---|---|
Status | voldaan |
Datum toezegging | 12 april 2022 |
Deadline | 1 juli 2022 |
Verantwoordelijke(n) | Minister voor Rechtsbescherming |
Kamerleden | drs. H.J. Meijer (VVD) |
Commissie | commissie voor Justitie en Veiligheid (J&V) |
Soort activiteit | Plenaire vergadering |
Categorie | overig |
Onderwerpen | bewijslast levende dieren reparatiewetsvoorstel |
Kamerstukken | Implementatiewet richtlijnen verkoop goederen en levering digitale inhoud (35.734) |
Handelingen I 2021-2022, nr. 25, item 3 - blz. 10-11
De heer Meijer (VVD):
Voorzitter. Ik dank de minister voor de zorgvuldige beantwoording van de vragen en elementen die aan de orde zijn gekomen in de eerste termijn. Vanzelfsprekend heb ik begrip voor het feit dat hij te maken heeft met een stemmingsuitslag in de Tweede Kamer en dat hij vanuit dat oogpunt naar het wetsontwerp kijkt. Ik heb daar een iets andere invalshoek bij gekozen; dat zijn ook de verschillende rollen.
Ik heb in de pauze even zitten kijken naar de richtlijnen. Ik ben blij dat de minister wat duidelijkheid heeft gegeven over de richtlijnen drie en vier en wat specifieker is ingegaan op de situatie in Duitsland en in mindere mate in Denemarken. Ik denk dat harmonisatie een heel belangrijk punt is, maar ik denk dat je daarbij niet moet kijken of je alle 27 landen hebt, want in het ene land is het belang van de hippische sector bijvoorbeeld veel groter dan in het andere. Duitsland en Nederland zijn daarin nu eenmaal de grootste spelers, dus het is voor Nederland buitengewoon relevant voor het level playing field dat de voorwaarden vergelijkbaar zijn met Duitsland. Dat is ons afwegingskader, waarbij wij ervan overtuigd zijn dat handelaren en fokkers dierenwelzijn echt vooraan hebben staan.
Omdat ik mijn verhaal nogal gebaseerd had op veronderstelde politieke opvattingen en meerderheden, heb ik toch een motie geconcipieerd waarin ik om een uitspraak van de
Kamer vraag over het element in het amendement-Ellian. Misschien kunt u de als-danvraag beantwoorden hoe u ermee omgaat als die motie wordt aangenomen. Ik heb specifiek niet om een novelle gevraagd of om een reparatiewet of wat dan ook. Misschien kunt u zelf het beste kijken hoe u zo'n uitspraak van de Kamer om toch iets te doen met het amendement-Ellian verwerkt, ook kijkend naar het feit dat deze richtlijnen inmiddels wel voorbij hun termijn zijn waarop ze moeten worden vastgesteld. Ik hoor graag van u hoe zich dat tot elkaar verhoudt, zodat wij dat in onze afweging mee kunnen nemen bij de besluitvorming volgende week.
Ik begrijp dat ik de motie zelf voorlees.
De voorzitter:
Door de leden Meijer, Atsma en Van Dijk wordt de volgende motie voorgesteld:
Motie
De Kamer, gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de regering heeft besloten geen gebruik te maken van de mogelijkheid die de Richtlijn verkoop goederen biedt om de verkoop van levende dieren uit te sluiten van het toepassingsbereik van de richtlijn;
constaterende dat in de Tweede Kamer een amendement is ingediend (Ellian, nr. 10) waarin wordt voorgesteld voor levende dieren de huidige termijn van zes maanden waarvoor het bewijsvermoeden geldt, te handhaven; constaterende dat tijdens het debat bleek dat de meerderheid van de Tweede Kamer dit amendement zou steunen;
overwegende dat de huidige wettelijke regeling een goede balans oplevert tussen de belangen van (consumenten)kopers en verkopers van levende dieren;
overwegende dat binnen de huidige wettelijke regeling er voldoende prikkel is voor professionele fokkers om voorzorgsmaatregelen te nemen om ziekten en gebreken bij dieren te voorkomen;
overwegende dat de regering internationaal zo veel mogelijk een gelijk speelveld wil nastreven en dat verschillende relevante landen gebruikmaken van de mogelijkheid die de richtlijn biedt om de verkoop van levende dieren uit te sluiten van het toepassingsbereik van de richtlijn;
verzoekt de regering om het wetsontwerp 35734, Implementatiewet richtlijnen verkoop goederen en levering digitale inhoud aan te passen in de lijn van het amendement-Ellian,
en gaat over tot de orde van de dag.
Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.
Zij krijgt letter E (35734).
(…)
Handelingen I 2021-2022, nr. 25, item 3 - blz. 16
Minister Weerwind:
(…)
Meneer de voorzitter. Dan mijn appreciatie van de motie. De motie roept op om de wet zo te wijzigen dat de termijn van de omkering van de bewijslast voor levende dieren zes maanden wordt in plaats van twaalf. Zo lees ik de motie. Ik heb u net al mijn inhoudelijke argumenten namens het kabinet gegeven. Ik zal niet in herhaling vervallen. Dat is de reden waarom ik het standpunt inneem om de motie te ontraden, maar u gaat daarover. Maar mag ik de motie zo lezen dat uw Kamer, ook de indieners van de motie, bereid is om nu al over het wetsvoorstel te stemmen en toestaat dat het voorstel direct in werking treedt? Waarom het wetsvoorstel in werking laten treden? Enerzijds vanwege dat algemene consumentenbescherming. Dat is het allerbelangrijkste. Dat is de kern van het stuk. U haalt de levende dieren eruit. Maar ook vanwege de EU-procedure, de infractieprocedure, waarin Nederland maanden achterloopt, met alle mogelijke financiële risico's van dien. Ik noem dat argument toch. Stel dat deze motie wordt aangenomen door uw Kamer, dan mag u van mij verwachten dat ik de meerderheid van uw Kamer goed hoor. Dan zal ik direct een aparte aanpassingswet gaan voorbereiden om de termijn van de omkering van de bewijslast voor levende dieren van twaalf naar zes maanden te brengen. U heeft net gehoord waarom ik eraan hecht om de wet op een zo kort mogelijke termijn in werking te laten treden.
Laat ik duidelijk zijn: als uw Kamer zich bij meerderheid voor deze motie uitspreekt, dan is het mijn inzet om nog voor de zomer met een voorstel te komen tot aanpassing van de wet, om de termijn aan te passen. Ik zal dan, indien nodig, een spoedadvies aan de Raad van State voorleggen en de Raad van State vragen om het te wegen en om te kijken of we op de juiste weg zijn.
(…)
Handelingen 2021-2022, nr. 25, item 3 - blz. 17
De heer Meijer (VVD):
(…)
Voorzitter. Ik wil deze derde termijn gebruiken om een gewijzigde motie in te dienen, gehoord de gevoelens in de Kamer. Ik heb de derde constatering in de motie geschrapt en ik heb van de gelegenheid gebruikgemaakt om het nummer van het wetsontwerp in het verzoek te corrigeren, want dat was verkeerd.
Nu ik toch het woord heb in de derde termijn, dank ik de minister voor zijn handreiking. Consumentenbescherming en ingebrekestelling zullen wij ook serieus meewegen. Ik moet nog wel even op mij laten inwerken wat de handreiking precies is. Bovendien wil ik daarover nog met een aantal fracties overleggen. Dus ik wacht even de stemming van volgende week af, waarbij ik u in ieder geval wil verzoeken om de motie eerder in stemming te brengen dan het wetsontwerp.
De voorzitter:
Wilt u de gewijzigde motie zelf voorlezen, alstublieft?
De heer Meijer (VVD):
Weer in z'n geheel?
De voorzitter:
Ja, in z'n geheel.
De heer Meijer (VVD):
Oké.
De voorzitter:
De motie-Meijer c.s. (35734, letter E) is in die zin gewijzigd dat zij thans luidt:
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de regering heeft besloten geen gebruik te maken van de mogelijkheid die de Richtlijn verkoop goederen biedt om de verkoop van levende dieren uit te sluiten van het toepassingsbereik van de richtlijn;
constaterende dat in de Tweede Kamer een amendement is ingediend (Ellian, nr. 10) waarin wordt voorgesteld voor levende dieren de huidige termijn van zes maanden waarvoor het bewijsvermoeden geldt, te handhaven;
overwegende dat de huidige wettelijke regeling een goede balans oplevert tussen de belangen van (consumenten)kopers en verkopers van levende dieren;
overwegende dat binnen de huidige wettelijke regeling er voldoende prikkel is voor professionele fokkers om voorzorgsmaatregelen te nemen om ziekten en gebreken bij dieren te voorkomen;
overwegende dat de regering internationaal zo veel mogelijk een gelijk speelveld wil nastreven en dat verschillende relevante landen gebruikmaken van de mogelijkheid die de richtlijn biedt om de verkoop van levende dieren uit te sluiten van het toepassingsbereik van de richtlijn;
verzoekt de regering om het wetsontwerp 35734, Implementatiewet richtlijnen verkoop goederen en levering digitale inhoud aan te passen in de lijn van het amendement-Ellian,
en gaat over tot de orde van de dag.
Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.
Zij krijgt letter F, was letter E (35734).
De motie komt in de plaats van de motie 35734, letter E, die daarmee geen deel meer uitmaakt van de beraadslaging.
(…)
Handelingen I 2021-2022, nr. 25, item 3 - blz. 19
Minister Weerwind:
(…)
Dan verwacht u nog van mij een appreciatie over de gewijzigde motie die op tafel ligt?
De voorzitter:
Het is aan u om die wel of niet te geven, minister.
Minister Weerwind:
Inhoudelijk heb ik duidelijk aangegeven dat ik haar als zodanig ontraad. Ik moet consequent blijven en ik wíl ook consequent blijven. Tegelijkertijd heb ik, als dagelijkse bestuurder, een motie die door uw Kamer wordt aangenomen te omarmen en uit te voeren. Dat zal ik dan ook als zodanig doen. Daarin kies ik nadrukkelijk de weg van aanpassen via een wetsvoorstel. Ik zal dat zo spoedig mogelijk doen. Dat betekent dat ik een spoedaanvraag zal doen bij de Raad van State. Als die motie is aangenomen, zal ik zo spoedig mogelijk komen met een voorstel richting de Tweede Kamer, de Raad van State én in de richting van uw Eerste Kamer.
(…)
Brondocumenten
-
-
behandeling Verslag EK 2021/2022, nr. 25, item 3
-
30 mei 2023
nieuwe status: voldaan
Voortgang: -
23 mei 2023
nieuwe status: deels voldaan
Voortgang: -
31 januari 2023
nieuwe status: deels voldaan
Voortgang: -
13 januari 2023
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
12 april 2022
toezegging gedaan