Plenair Janssen bij voortzetting debat Staat van de rechtsstaat



Verslag van de vergadering van 21 juni 2022 (2021/2022 nr. 34)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 20.28 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Janssen i (SP):

Voorzitter, dank u wel. Ik heb geen moties en geen vragen meer, dus wat dat betreft kunnen de pennen neer en de telefoons ook. Ik had mijzelf voorgenomen, al voor de eerste termijn, dat dit voor mij een motieloos debat zou zijn, niet emotieloos, want emotie is er voldoende, maar een motieloos debat, omdat ik ook geen vraag-en-antwoorddebat wilde. Ik heb dat ook zo in de eerste termijn aangegeven.

Toch is er antwoord gekomen op heel veel vragen. Terecht, want die zijn ook allemaal gesteld. Maar het gaat ook over emotie. Een rechtsstaat is juridisch, maar een rechtsstaat is ook wel degelijk emotie. De toeslagenaffaire of het "toeslagenschandaal", moet ik zeggen, is vaak voorbijgekomen, maar als we het hebben over Groningen, dan gaat het niet over de scheuren in dat huis, maar dan gaat het over dat koffertje dat altijd bij de deur staat, omdat mensen niet meer rustig kunnen slapen, omdat ze ieder moment moeten kunnen vluchten. Dan gaat het erom dat grootouders niet meer hun kleinkinderen in hun huis durven laten slapen. Dan gaat het erom dat hun huis geen thuis meer is. Daar gaat het om bij die mensen. Het gaat niet alleen om dat geld voor die scheuren in de muur. Het gaat over heel iets anders. En dan is een rechtsstaat niet alleen juridisch, maar vooral ook emoties. En dan is het niet alleen het hoofd, maar vooral ook het hart wat mensen vaak nodig hebben.

Ik dank de minister voor Rechtsbescherming voor de uitnodiging. Die is misschien een beetje verloren gegaan, maar hij heeft ons uitgenodigd om bij hem op bezoek te komen om in het najaar, in het derde of vierde kwartaal, hierover door te praten, omdat de tijd vandaag toch een beetje ontbreekt, hoelang we dit debat ook doen.

Ik wil afsluiten met een oproep. Van 2011 tot 2015 mocht ik als gedeputeerde ook jeugdzorg in mijn portefeuille hebben. Eind 2014 namen wij daar afscheid van, omdat het naar de gemeenten ging. Toen heb ik jongeren gevraagd om voor een grote afscheidsbijeenkomst hun gedachten op te schrijven of gedichtjes of tekeningen te maken. Een van de jongeren die dat gedaan hebben, was Charlotte. Charlotte heeft dat bij die bijeenkomst ook voorgedragen. Dat was reuze dapper. In die oproep die Charlotte gedaan heeft, kun je het woord "jongere" vervangen door "burger". Charlotte richtte die aan de jeugdhulpverleners, maar als je "jongere" vervangt door "burger" zou het ook zo gericht kunnen zijn aan uitvoeringsorganisaties, aan ministers, aan staatssecretarissen en aan Kamerleden. Ik wil toch dat hele gedicht dat zij gemaakt heeft, met die oproep, nu even in de lijn van het debat, zoals ik het zie, voorlezen.

Soms lijk je te vergeten dat jouw baan een beetje beslist over mijn leven.

Als jongere moet je het soms stellen zonder de hulp van je ouders, en dan zijn jullie daar.

Een kind is jong en kwetsbaar, heeft de kracht om te groeien, heeft zoveel ruimte voor verandering en jullie beslissen een beetje hoe deze ruimte wordt besteed.

Alsjeblieft, besteed die ruimte met zorg.

De verantwoordelijkheid over mijn leven is deels jullie baan.

Het leven waar ik een tijdlang weinig controle over had.

Jullie hebben het vermogen om dit verder te laten helen of te breken.

Alsjeblieft, doe dit met zorg. Zo kan je levens redden.

Ik heb je hart nodig.

Was getekend, Charlotte.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Janssen. Dan is het woord aan de heer Otten namens de Fractie-Otten.