Verslag van de vergadering van 28 juni 2022 (2021/2022 nr. 35)
Status: gecorrigeerd
Aanvang: 22.01 uur
De heer Schalk i (SGP):
Dank u wel, voorzitter. Uiteraard voeg ik mij graag bij de felicitaties voor collega Van den Berg. Een prachtige maidenspeech. Veel wijsheid en zegen toegewenst, ook in het toekomende. Natuurlijk ook veel dank aan de minister voor de vele antwoorden en het mooie gesprek dat we met elkaar hebben gehad.
Voorzitter. Ik wil nog even terugkomen op drie wetsvoorstellen. Dat is allereerst 35785, over het kiescollege. Daar is best wel even een gesprek over geweest met een paar collega's, ook over de wijze waarop we omgaan met de constitutionele systematiek op geografische basis, zou je kunnen zeggen. De minister heeft duidelijk aangegeven, ook al in de voorliggende stukken, dat ze geprobeerd heeft een onevenwichtigheid weg te nemen. Maar naar de smaak van mijn fractie komt er een nieuwe onevenwichtigheid voor in de plaats, en zelfs misschien een ongelijkheid.
Ik heb nog één vraag over het implementatiepad. De minister heeft aangegeven dat zij daar toch wel zes maanden voor nodig zal hebben. Van welk rekenmoment gaan we dan uit? Is het rekenmoment 15 maart, bij de Provinciale Statenverkiezingen, of is het rekenmoment 30 mei, bij de Eerste Kamerverkiezingen? Ik ga ervan uit dat het het eerste moet zijn, want anders zou er weer een nieuwe ongelijkheid ontstaan.
Voorzitter. Het wetsvoorstel 35786, de algemene bepaling, is aan ons gepresenteerd als een sobere bepaling. Maar door het debat is het mij duidelijk geworden dat het een hele rijke bepaling is. Alle soorten democratie zou je eronder kunnen scharen. Ik ben heel blij met de duidelijkheid van de minister over de nevenschikking van alle artikelen van de Grondwet. Maar ik heb nog niet een direct antwoord van haar gekregen — daarom vraag ik het nog een keer — op de vraag of het nou een eersterangsbepaling is of dat zij dit ziet als een soort paraplubepaling. Ik vind ook dat ik nog niet heel duidelijk heb gehoord waarom we de menselijke waardigheid, het recht op leven, de machtenscheiding of de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht daar niet in terugzien.
Voorzitter. Ik wil daarbij nog één aspect benoemen. Ook als mijn fractie deze grondwetswijziging niet steunt, heeft dat geen enkele invloed op de consequente houding — dat zeg ik ook met een knipoog naar de heer Ganzevoort — van de SGP ten opzichte van de democratie, de rechtsstaat en de Grondwet met de grondrechten. Er is ook een zekere consistentie te zien in de houding van de SGP in de zin dat ik even heb nagekeken hoe het in 2012 zat. Mijn voorganger, de heer Holdijk, heeft in ieder geval niet voor de betreffende motie gestemd.
Voorzitter. Dan het laatste onderwerp. Dat is 35789, de herijking van de grondwetsherzieningsprocedure. Het is een schitterend woord. Ik heb net even geteld; het heeft 29 letters. Het past denk ik niet op een Scrabblebord, maar goed, je kunt het altijd meenemen en misschien iets afkorten. Het is duidelijk een versterking van het democratische proces. De minister heeft dat ook nog een keertje benadrukt. Maar er komt een volgend wetsvoorstel aan, dat hier eigenlijk mee samenhangt. Daarom ben ik een beetje bang voor de memories van samenhang, waar de heer Koole op wees. Dat is 35533, de behandeling van twee lezingen van grondwetswijzigingen in een verenigde vergadering. Dat komt in de toekomst hiernaartoe. Daarbij is sprake van samenhang. Maar ik denk dat het democratische gehalte van de parlementaire behandeling juist door die komende wet wordt aangetast, terwijl deze wet het versterkt. Dit is een beetje een winstwaarschuwing voor de volgende keer.
Voorzitter. Vandaag gaat het om twee tweede lezingen. Dat betekent een tweederdemeerderheid. Laat ik iedereen blij maken met te zeggen dat de SGP twee derde van de voorliggende wetsvoorstellen zal steunen.
Dank u wel, voorzitter.
De voorzitter:
Dank u wel, meneer Schalk. Dan de heer Van den Berg namens de VVD.