T03428

Toezegging Richtlijnen voor herstemming (35.455)



De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Koole (PvdA) , toe in het experimentenbesluit terug te komen op een mogelijk kader met richtlijnen betreffende het aantal ongeldige stemmen waarbij een herstemming uitgeroepen moet worden.


Kerngegevens

Nummer T03428
Status voldaan
Datum toezegging 24 mei 2022
Deadline 1 maart 2023
Verantwoordelijke(n) Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Kamerleden M.J.M. Kox (SP)
Commissie commissie voor Binnenlandse Zaken en de Hoge Colleges van Staat / Algemene Zaken en Huis van de Koning (BiZa/AZ)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie overig
Onderwerpen stembiljetten
verkiezingen
Kamerstukken Tijdelijke experimentenwet nieuwe stembiljetten (35.455)


Uit de stukken

Handelingen I 2021/22, nr. 29, item. 10, p. 8-9.

Minister Bruins Slot:

Voorzitter. Een terecht punt was: wanneer zou je het besluit over een hertelling moeten nemen? Tegen de heer Koole zou ik willen zeggen dat we gewoon de systematiek van de Kieswet volgen. Ook bij experimenten is het uiteindelijk altijd aan het vertegenwoordigend orgaan om te concluderen of een hertelling nodig is. Sorry, ik bedoel een herstemming. Dat kan bijvoorbeeld nodig zijn op basis van de hoeveelheid ongeldige stemmen die zijn uitgebracht. Als dat een onevenredig aantal is, dan is het aan het vertegenwoordigend orgaan, bijvoorbeeld de raad, om dat te besluiten. Ik zou dat bij een experiment zo willen houden, omdat men bij een kleinere gemeente natuurlijk eerder kan concluderen dat er veel ongeldige stemmen zijn uitgebracht dan bij een middelgrote gemeente, waar veel meer stemmen worden uitgebracht. Ik zou die bevoegdheid echt bij het vertegenwoordigend orgaan willen laten.

De heer Koole (PvdA):

Wat de minister zegt, is duidelijk, namelijk: het vertegenwoordigend orgaan. Dat is het antwoord op de vraag: wie beslist? Maar de vraag was ook: wanneer is er sprake van onevenredigheid? Zou de minister de vertegenwoordigende lichamen een kader kunnen meegeven, zodat ze kunnen zeggen wanneer er sprake is van een onevenredig aantal ongeldige stemmen?

Minister Bruins Slot:

Ik wil zeker nadenken over een bepaald kader om te zien wat ongeveer de juiste marges zijn. Mijn vraag aan de heer Koole is of ik dat mag doen in het kader van het experimentenbesluit. Ik zou graag dan op deze vraag willen terugkomen, want dat geeft mij de gelegenheid om dit nader te wegen en om te kijken of we daar wat handvatten voor zouden kunnen geven. Ik wil er een beetje voor oppassen dat ik nu een richting aangeef, want volgens mij vereist dit een zorgvuldige weging.


Brondocumenten


Historie