T03464

Toezegging Nazorg voor buitenlandse vrouwen (35.737)



De minister van VWS zal, naar aanleiding van een vraag van het lid Dittrich (D66), de staatssecretaris van VWS vragen om in de visiebrief aan de Tweede Kamer ook in te gaan op de nazorg voor buitenlandse vrouwen die in Nederland een abortus hebben ondergaan.


Kerngegevens

Nummer T03464
Status voldaan
Datum toezegging 14 juni 2022
Deadline 1 juli 2022
Verantwoordelijke(n) Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Kamerleden mr. B.O. Dittrich (D66)
Commissie commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie brief/nota
Onderwerpen abortus
buitenlandse vrouwen
nazorg
Kamerstukken Initiatiefvoorstel-Paternotte, Kuiken, Ellemeet en Van Wijngaarden Afschaffen verplichte minimale beraadtermijn voor afbreking van zwangerschappen (35.737)


Opmerking

In de brief ‘Visie op preventie en ondersteuning bij onbedoelde zwangerschappen’ van 8 juli 2022 aan de Tweede Kamer wordt ingegaan op deze toezegging. Na de zomer wordt de (Tweede) Kamer schriftelijk geïnformeerd over de uitwerking van de plannen.

Uit de stukken

Handelingen I 2021-2022, nr. 33, item 11, blz. 15

Minister Kuipers:

De heer Dittrich vroeg naar herhaalde abortussen. Wat wordt er gedaan om het aantal ongewenste zwangerschappen en herhaalde abortussen tegen te gaan? Er werden voorbeelden genoemd ten aanzien van toegankelijkheid van anticonceptie, het geven van voorlichting en onderwijs en intensivering van de nazorg na de eerste abortus. Het kabinet wil niet alleen het aantal herhaalde abortussen, maar ook het aantal onbedoelde zwangerschappen verminderen. Hiertoe worden verschillende activiteiten ingezet, waaronder onderzoek, preventie, gratis en toegankelijke anticonceptie voor kwetsbare groepen, goede, niet-sturende keuzehulp en informatievoorziening, en invulling van nazorg. Aan de vervolgaanpak ter preventie en de ondersteuning bij onbedoelde zwangerschap wordt momenteel in nauwe samenwerking met veldpartijen gewerkt. De Tweede Kamer ontvangt in de tweede helft van deze maand van de staatssecretaris een visiebrief over de vervolgaanpak onbedoelde zwangerschappen. De zojuist genoemde activiteiten en onderdelen zullen daarin worden benoemd en geadresseerd.

Handelingen I 2021-2022, nr. 33, item 11, blz. 17

De heer Dittrich (D66):

Er zijn nog drie dingen die ik kort wil noemen. Allereerst de buitenlandse vrouwen. Ik heb een aantal interviews gelezen met abortusartsen. Die vertellen dat vrouwen in een noodsituatie vanuit het buitenland naar Nederland komen en vanuit die noodsituatie dan ook wel geholpen worden, maar — en ik vraag ook de minister om op die vraag in te gaan — hoe is het dan met de nazorg geregeld? Want ik heb ook gelezen dat sommige van die vrouwen toch nog weer eens terugkomen voor een herhaalabortus. Dan denk ik dat er in de voorlichting, de begeleiding of in de nazorg nog iets beter gekeken moet worden naar die specifieke situatie. Dat is lastig omdat de vrouwen dan weer teruggaan naar hun eigen land, maar ik wil daar toch nog wat meer duidelijkheid over. Ik kijk ook de minister aan met de vraag of hij daar in zijn tweede termijn op wil doorgaan. De minister zei dat dat de portefeuille van de staatssecretaris is. Dat snap ik op zichzelf maar de minister zit hier namens het kabinet als adviseur van de Eerste Kamer. Dus ook al is het de portefeuille van de staatssecretaris, ik hoor graag van de minister of de staatssecretaris in de brief die hij gaat sturen in de tweede helft van de maand juni, in elk geval ook dat aspect wil adresseren. Ik krijg daar graag een toezegging op.

Handelingen I 2021-2022, nr. 33, item 11, blz. 22

Minister Kuipers:

Dan waren er een aantal resterende vragen. De heer Dittrich vroeg hoe het is met de nazorg voor buitenlandse vrouwen. De nazorg is onderdeel van de abortushulpverlening. Dat geldt ook voor buitenlandse vrouwen, maar wel met de kanttekening dat zij begrijpelijkerwijs veelal snel uit beeld raken van de betreffende hulpverleners. Ik wil graag toezeggen dat ik de staatssecretaris zal vragen om hierop in de al eerdergenoemde brief aanvullend terug te komen.


Brondocumenten


Historie