Plenair Doornhof bij behandeling Evaluatiewet Wet financiering politieke partijen



Verslag van de vergadering van 11 oktober 2022 (2022/2023 nr. 3)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 11.00 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Doornhof i (CDA):

Dank, voorzitter. Politieke partijen hebben een belangrijke positie in onze democratie. Binnen de democratie houdt het werken aan de integriteit van het openbaar bestuur nooit op. Een doorslaggevende formule is zorgen voor transparantie. Dat is een kernwaarde. Een concrete vraag die je wilt beantwoorden, is hoe een politieke partij aan haar inkomsten komt. Wat zijn bijvoorbeeld de grotere donateurs? Dan kun je ook kritische vragen stellen over wat de invloed is van dat soort donateurs op de standpunten van de betreffende partij.

Dit wetsvoorstel gaat onder meer over een giftenmaximalisering, over een verbod op giften van buitenlanders en over maatregelen voor de subsidiëring van politieke partijen. Dat alles heeft voor een deel zijn oorsprong in de amendering van het oorspronkelijke wetsvoorstel. Het is ook de bedoeling om met dit wetsvoorstel de regels voor transparantie over ontvangen donaties aan te scherpen. Er was in de Tweede Kamer een tendens te zien waarbij die steeds strenger werden. Ik noem in het bijzonder de meldplicht voor substantiële giften. Die plicht werd apart geïntroduceerd met een nota van wijziging. Vervolgens kwam het amendement-Leijten/Arib, dat er in de eerste plaats voor zorgde dat de grens werd verlaagd voor het bedrag dat je moet melden, van €50.000 naar €10.000. Bovendien werd de termijn waarbinnen je dat moet doen, verkort van twee weken naar drie dagen.

Voorzitter. U hebt uit mijn inleiding kunnen afleiden dat met een verscherping van dit soort regels een belang wordt gediend dat in de ogen van de CDA-fractie wenselijk is. Gezien het politieke primaat van de Tweede Kamer, zijn wij graag bereid om te respecteren dat de Tweede Kamer op dit punt de teugels verder heeft aangetrokken. Maar in deze Kamer kijken we ook naar de uitvoerbaarheid. Je kunt eraan twijfelen of er voldoende aandacht is geweest voor de vraag of politieke partijen al die nieuwe en veranderde regels wel kunnen naleven. We weten allemaal dat de mensen die op de partijbureaus werken, uiterst betrokken en capabel zijn. Zij willen niks anders dan tegemoetkomen aan de eisen die aan transparantie worden gesteld, maar ook zij kunnen geen ijzer met handen breken.

Voorzitter. De heer Dittrich heeft hier ook al naar gevraagd. Ik zou graag willen weten of de partijbureaus gevraagd zijn naar hun mening over het wetsvoorstel. Ik denk in het bijzonder aan de amendementen die voor een verdere verscherping hebben gezorgd. Het past onze Kamer niet helemaal om de collega-volksvertegenwoordigers aan de overkant — ik blijf het toch maar zo zeggen — de maat te nemen, maar ik vraag me af en toe wel af of de Tweede Kamerleden wel bij hun eigen partijbureau hebben nagevraagd hoe het tegen de amendementen aankijkt. De inhoudelijke vervolgvraag aan de minister zou zijn: hoe kijkt zij zelf aan tegen de vraag of de wetswijziging die nu voorligt, uitgevoerd zou kunnen worden door de partijbureaus, mocht het wetsvoorstel aanvaard worden? Hoe zou zij met haar ministerie de partijbureaus behulpzaam willen en kunnen zijn?

Een voorbeeld van waar de uitvoering zou kunnen knellen, is het amendement-Ellian, over de aanvullende transparantieverplichting ten aanzien van giften van stichtingen en verenigingen. Je kunt betwijfelen of het altijd mogelijk is om de oorspronkelijke donateur achter elke gift of stichting te vinden. We hebben schriftelijk al naar voren gebracht dat we ons afvragen of de termijn die in het amendement-Leijten/Arib staat, dat ik net al noemde, wel haalbaar is. De termijn gaat van twee weken naar drie dagen. Is het voor partijbureaus mogelijk om dat tijdig bij het ministerie te melden? In de toelichting op het amendement staat bijna een beetje achteloos: "ondanks dat politieke partijen de werkwijze moeten aanpassen, zal de administratieve last voor de ontvangende partij beperkt zijn omdat er al een verplichting rust om giften te registeren." Maar wij vragen ons echt af, ook als we kijken naar de regels voor de cumulatie van giften, of de uitvoering hiermee niet onderschat wordt. De minister heeft in haar schriftelijke beantwoording al gezegd dat je moet kijken naar een balans tussen enerzijds spoedige transparantie en anderzijds een reële termijn waarbinnen een politieke partij daaraan tegemoet kan komen. Je zou kunnen stellen dat dat met een termijn van drie dagen niet is gebeurd.

Collega Dittrich vroeg naar een toezegging van de minister en zei: overleg met de politieke partijen over hoe hier invulling aan gegeven kan worden. Die toezegging heeft zij de facto al gedaan bij de schriftelijke beantwoording. De minister zei dat daarbij ook heel strikt gekeken wordt naar hoe het zit met die drie dragen. Er wordt dus niet alleen gekeken naar de uitvoering van het wetsvoorstel in zijn algemeenheid, maar ook naar die drie dagen. Ik zou toch een als-danvraag willen stellen. Wat als uit dat overleg blijkt dat het echt niet zo kan? Daarmee kom ik bij collega Schalk uit, die al zit te knikken. Wat ga je dan doen? Hier in de Kamer is al een paar keer genoemd dat de Wet op de politieke partijen eraan zit te komen. Ik heb in mijn schriftelijke vragen al laten doorschemeren dat die wet mogelijk een oplossing zou kunnen bieden. Ik heb daar toen geen antwoord op gehad, dus misschien kan de minister daar nu iets over zeggen. Als uit de besprekingen met de politieke partijen blijkt dat het onderhavige wetsvoorstel tot te grote uitvoeringsproblemen leidt, zou je daar, over de band van die nieuwe wet, dan geen mouw aan moeten passen? Misschien kan de minister daar nog op ingaan, want dat betekent mogelijk ook wat voor de inwerkingtreding van het wetsvoorstel dat we nu behandelen, als het daadwerkelijk zou worden aangenomen.

Tot zover mijn eerste termijn.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Doornhof. Dan is nu het woord aan de heer Schalk van de SGP.