36.232 (R2174)

Goedkeuring verdrag met de Verenigde Arabische Emiraten over wederzijdse rechtshulp in strafzaken



Dit voorstel van Rijkswet regelt de goedkeuring van het Verdrag met de Verenigde Arabische Emiraten (VAE) over wederzijdse rechtshulp in strafzaken (Trb. 2021, 116PDF-document). Hiermee wordt het verlenen van wederzijdse rechtshulp in strafzaken vereenvoudigd.

Het verdrag bevat de verplichting tot het verlenen van wederzijdse rechtshulp bij strafrechtelijke onderzoeken, vervolgingen of procedures in strafzaken. Rechtshulp houdt in dat strafrechtelijke onderzoekshandelingen worden verricht op verzoek van een justitiële autoriteit van de verzoekende staat. Gedacht kan worden aan het horen van de verdachte of van getuigen onder ede, het betekenen van gerechtelijke documenten en het uitvoeren van verzoeken om doorzoeking, inbeslagneming of bevriezing. Daarnaast is in het bijzonder aandacht uitgegaan naar de bestrijding van financieel-economische criminaliteit. Ook zorgt het verdrag dat de samenwerking met de autoriteiten van de VAE soepeler en sneller verloopt. Het Koninkrijk der Nederlanden houdt hierbij rekening met de mensenrechtelijke aspecten van het verdrag, ook tegenover personen uit staten die geen partij bij het EVRM zijn, zoals de VAE.

Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.


Stand van zaken

Het voorstel (TK, 2) is op 9 mei 2023 aangenomen door de Tweede Kamer.

Voor: SP, GroenLinks, Volt, Fractie Den Haan, PvdA, D66, ChristenUnie, VVD, CDA, PVV, PvdD, SGP, DENK, JA21, BBB, Groep Van Haga en Lid Omtzigt.

Tegen: BIJ1 en FVD.

Afwezig: Lid Gündoğan.

De Eerste Kamer heeft het voorstel op 11 juli 2023 als hamerstuk afgedaan.

Dit wetsvoorstel wordt gezamenlijk behandeld met 36.233 (R2175).


Kerngegevens

ingediend

29 oktober 2022

titel

Goedkeuring van het op 29 augustus 2021 te Abu Dhabi tot stand gekomen Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Verenigde Arabische Emiraten inzake wederzijdse rechtshulp in strafzaken (Trb. 2021, 116)

schriftelijke voorbereiding

inbreng geleverd door

ondertekening

inwerkingtreding

Met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin de wet wordt geplaatst.


Documenten

1