Dinsdag 1 november heeft de Eerste Kamer de Algemene politieke beschouwingen (Apb) voortgezet. De Algemene politieke beschouwingen waren dinsdag 18 oktober geschorst na de eerste termijn van de Kamer en de beantwoording door minister-president Rutte. Tijdens de tweede termijn op 1 november zijn door de Kamer
eenentwintig moties ingediend. Zeven moties zijn aangenomen, dertien moties zijn verworpen en één motie is ingetrokken. De aangenomen moties betreffen onder meer een oproep om Iran uit de VN-vrouwenrechtencommissie te verwijderen, het op korte termijn afschaffen van de btw op groente en fruit, het compenseren van de zogeheten pechgeneratie studenten, het ontkoppelen van twee aparte regelingen (kindgebonden budget en de IOAOW) en de Tegemoetkoming Energiekosten (TEK) voor mkb'ers.
De motie-Rosenmöller c.s. verzoekt de regering om, ten behoeve van een debat over de herijking van de relatie tussen overheid, markt en huishoudens binnen drie maanden een voorbereidende notitie aan de Kamer te doen toekomen. Hierin moet de regering gemotiveerd uiteen zetten welke nieuwe keuzes gemaakt worden over de rolverdeling tussen overheid, markt en huishoudens bij grote uitdagingen als de klimaattransitie. Deze motie kreeg van premier Rutte het advies oordeel Kamer mee.
De motie-Nanninga c.s. verzoekt de regering om namens Nederland op te roepen tot de verwijdering van Iran uit de VN-vrouwenrechtencommissie en elk voorstel dat daartoe gedaan wordt te steunen. Deze motie werd door premier Rutte ontraden.
De motie-Koffeman c.s. verzoekt de regering om de btw op groente en fruit op zo kort mogelijke termijn af te schaffen, te beginnen met de btw op onbewerkte groente en fruit, en om zo snel mogelijk daarna de btw op alle gezonde groente- en fruitproducten af te schaffen. Deze motie kreeg van premier Rutte het advies 'oordeel Kamer'.
De motie-Koffeman c.s. verzoekt de regering om studenten van de pechgeneratie op een behoorlijke wijze te compenseren voor de door hen betaalde of te betalen rentelasten. Ook deze motie werd door premier Rutte ontraden.
De motie-Van Rooijen c.s. verzoekt de regering de koppeling tussen een wetsvoorstel over de verhoging van het kindgebonden budget en een wetsvoorstel over de afschaffing van de inkomensondersteuning AOW (IOAOW) ongedaan te maken. Deze motie werd door premier Rutte ontraden.
De motie-Van Rooijen verzoekt de regering de AMvB met soepele regels voor pensioenen te verlengen tot tenminste 1 juli 2023. Deze motie werd door premier Rutte ontraden.
De motie-Schalk c.s. verzoekt de regering energie-intensieve mkb'ers eerder duidelijkheid te bieden of zij onder de Tegemoetkoming Energiekosten (TEK) vallen door de referentiedatum te vervroegen, zo mogelijk naar het vierde kwartaal van 2022, en te zorgen voor voorschotten aan bedrijven zodra zij kunnen aantonen onder de TEK te vallen. Ook deze motie werd door premier Rutte ontraden.
De motie-Faber c.s. zegt het vertrouwen in de regering op.
De motie-Nanninga c.s. verzoekt de regering op de kortst mogelijke termijn ferme maatregelen te treffen tegen het Iraanse regime, zoals onder andere het uitzetten van diplomaten. Deze motie werd door premier Rutte ontraden.
De motie-Faber c.s. verzoekt de regering de grenzen te sluiten voor asielzoekers. Deze motie werd eveneens door premier Rutte ontraden.
De motie-Faber c.s. verzoekt de regering om per direct het VN-Vluchtelingenverdrag op te zeggen. Ook deze motie werd door premier Rutte ontraden.
De motie-Faber c.s. verzoekt de regering om statushouders geen voorrang te geven bij het toewijzen van een sociale huurwoning. Deze motie werd door premier Rutte eveneens ontraden.
De motie-Faber c.s. verzoekt de regering om het tarief- en prijsplafond op stroom en gas ruimhartiger en met terugwerkende kracht tot 1 januari 2022 toe te passen. Ook deze motie werd door premier Rutte ontraden.
De motie-Faber c.s. verzoekt de regering om de energiebelasting en de ODE-heffing op de energierekening af te schaffen. Ook deze motie werd door premier Rutte ontraden.
De motie-Faber c.s. verzoekt de regering om de btw op de energierekening te verlagen naar nul procent. Deze motie werd door premier Rutte ontraden.
De motie-Faber c.s. verzoekt de regering de btw op de boodschappen te verlagen naar nul procent. Deze motie werd door premier Rutte eveneens ontraden.
De motie-Koffeman c.s. verzoekt de regering in samenspraak met de sector te komen tot een aangepaste stroppenregeling voor de vogelgriep, geheel gedragen door het bedrijfsleven, en de Kamer daarover te rapporteren. Deze motie werd door premier Rutte ontraden.
De motie-Van Rooijen c.s. verzoekt de regering de verlaging van de IOAOW terug te draaien en de IOAOW weer te verhogen naar het oude niveau op 1 juli 2023 en de dekking te zoeken in de sfeer van verhoging van de vennootschapsbelasting. Deze motie werd door premier Rutte eveneens ontraden.
De motie-Van Rooijen c.s. verzoekt het kabinet de beraadslaging in de Tweede Kamer over wetsvoorstel 36067 op te schorten en na een tussentijdse evaluatie van de financieel-economische vooruitzichten de Staten-Generaal te berichten welke conclusies het kabinet verbindt aan de verdere behandeling van genoemd wetsvoorstel. Deze motie werd door premier Rutte ontraden.
De motie-Otten c.s. verzoekt de regering om een commissie in te stellen om te onderzoeken hoe de termijn van de minister-president in Nederland kan worden beperkt tot twee termijnen en/of maximaal acht jaar. Ook deze motie werd door premier Rutte ontraden.
Tijdens de eerste termijn van de Kamer op 18 oktober jl. ontnam Kamervoorzitter Bruijn senator Faber-van de Klashorst (PVV) het woord vanwege de manier waarop zij zich uitliet over het kabinet en besloot dat zij voor de rest van het debat zou worden uitgesloten. Daarop volgde een ordevoorstel van PVV-senator Van Hattem om Faber weer tot het debat toe te laten. Dat voorstel kreeg onvoldoende steun. Een tweede ordevoorstel van Van Hattem om het debat te verdagen werd eveneens verworpen. Andere PVV-senatoren namen vervolgens het woord in het debat met minister-president Rutte. Vanwege het late tijdstip dinsdagavond na afronding van de eerste termijn van de beantwoording door Rutte werd toen besloten het debat op een nog te bepalen datum voor te zetten.
Het herwinnen van het vertrouwen was een onderwerp dat bij veel fracties centraal stond. Voor GroenLinks is het dichten van de vertrouwenskloof essentieel, de VVD zei dat het kabinet moet zoeken naar meerderheden om zo vertrouwen te herwinnen en volgens het CDA moeten mensen meegenomen worden in de discussies die leiden tot keuzes van de regering. De ChristenUnie wees erop dat het wantrouwen zich niet alleen op het kabinet richtte, maar ook op het parlement en volgens 50PLUS bestaat het onderling vertrouwen als samenbindend weefsel in de samenleving niet meer. De SGP zei dat het vertrouwen in het kabinet 'geknakt' is.
In de analyse van de oorzaken van het afgenomen vertrouwen liepen de partijen uiteen. Meerdere fracties haalden verschillende oorzaken aan die volgens hen tot het gebrek aan vertrouwen hebben geleid. PvdA en FVD noemden de Groningers die nog steeds niet zijn gecompenseerd, de PVV de burgers voor wie de hoge energiekosten onbetaalbaar zijn geworden en de SP de slachtoffers van het toeslagenschandaal. De PvdD wees op de studenten die te maken hebben met flexibele rente op hun studieschuld, en 50PLUS en OSF op de gepensioneerde ouderen die wachten op compensatie voor het niet indexeren van de pensioenen. Ook de oorlog in Oekraïne en de protesten in Iran werden besproken. De Fractie-Nanninga vroeg waarom Nederland zijn diplomaten niet terug heeft geroepen uit Iran. De Fractie-Frentrop en de Fractie-Otten riepen op de asielinstroom te stoppen.
Deel dit item: