Verslag van de vergadering van 1 november 2022 (2022/2023 nr. 5)
Status: gecorrigeerd
Aanvang: 15.29 uur
De heer Dessing i (FVD):
Voorzitter, dank u wel. Volgens de antwoorden van de minister-president in de eerste termijn van de Algemene Politieke Beschouwingen leven we nog steeds in een gaaf land, met een lage werkloosheid, met overheidsfinanciën die keurig op orde zijn. Eigenlijk is er volgens hem dus niet zo veel mis in Nederland op dit moment. Hoe ver staat dit van de in de eerste termijn genoemde realiteit, waarin bakkers hun deuren moeten sluiten en vissers en boeren wakker liggen omdat familiebedrijven, die al generaties lang bestaan, noodgedwongen moeten stoppen vanwege totaal zinloze CO2- en stikstofmaatregelen? De voorbeelden van afbraakbeleid zijn legio. Dit is het bewijs dat de realiteit en de feiten er tegenwoordig niet meer toe doen. In deze consensusmaatschappij gelden door de regering gecreëerde wetten en regels die voldoen aan het ideale wereldbeeld van de Great Reset. De burgers hebben geen andere keus dan zich te kneden naar deze gewenste utopie, waarin activistische kunstvandalisten op het schild worden gehesen, waarin andersdenkenden worden verketterd, geridiculiseerd of het woord wordt ontnomen en waarin energiearmoede tot een noodzakelijk en onontkoombaar beleidsfeit wordt bestempeld. Een speech over verbinding door een FVD-senator wordt beantwoord met hoongelach en interrupties die inzoomen op ophef. Het mag namelijk niet gaan over de naakte waarheid, de echte inconvenient truth, die angstvallig moet worden vermeden, terwijl dát het echt debat zou moeten zijn.
Voorzitter. Daarom is mijn aanhef in de eerste termijn helaas nog steeds waar. De democratie is in gevaar en dit land is in verval. Deze regering is daar debet aan. Ik zal dat op de inhoud blijven benoemen, omdat het vrije woord als volksvertegenwoordiger onaantastbaar overeind staat als stem van het volk dat klaar is met dit beleid. Het moet anders. Het roer moet om voor een beter Nederland.
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel, meneer Dessing. Wenst een van de leden in de tweede termijn nog het woord? Dat is niet het geval. Minister-president, bent u in de gelegenheid om direct te reageren op de vragen van de Kamer? Ik begrijp dat het daarvoor te veel vragen zijn en dat daarvoor twintig minuten nodig zijn. Ik schors tot 15.50 uur.