Plenair Janssen bij behandeling Schrappen geborgde zetels voor bedrijven in waterschapsbesturen



Verslag van de vergadering van 21 november 2022 (2022/2023 nr. 8)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 19.46 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Janssen i (SP):

Voorzitter, dank u wel. Als eerste dank aan de initiatiefnemers voor het initiatief voor dit wetsvoorstel. Het recht van initiatief is, evenals het recht van amendement, een groot goed in ons parlementaire stelsel. Ik zal eerlijk bekennen dat soms ook mijn handen jeuken bij de behandeling van sommige wetsvoorstellen in deze Kamer, of juist bij het uitblijven daarvan. Onze rol hier is om "ja" of "nee" te zeggen tegen een wetsvoorstel. Een beetje "ja" of een beetje "nee" bestaat bij ons niet.

Vandaag behandelen wij een wetsvoorstel waarvan de parlementaire reis begon als het voorstel van wet van het lid Bromet tot wijziging van de Waterschapswet en de Kieswet in verband met het volledig democratiseren van de waterschapsbesturen. De SP pleit al jarenlang voor het verder democratiseren van de waterschappen, maar dan door deze bestuurlijk onder te brengen bij de provincies, om op die manier de democratische legitimatie te vergroten. Zo kunnen ruimtelijke ordening en wateropgaven meteen in één hand worden opgepakt.

Om meteen maar ieder misverstand weg te nemen: de SP vindt waterschappen fantastische uitvoeringsorganisaties, met een uitvoeringskracht en een slagkracht waar menige overheid een voorbeeld aan kan nemen. Maar het kan democratischer. Dat zeg ik ook vanuit mijn verleden als gedeputeerde Water in de provincie Zuid-Holland. Ik volgde net even met belangstelling de discussie, want ik had ook te maken met de strijd om de peilhoogtes in de veenweidegebieden, die tot menig probleem hebben geleid, maar ook met de funderingsproblematiek in een gebied als de stad Gouda. Dat vergt een afweging die verdergaat dan het eigen belang, namelijk het algemeen belang.

Dat is iets anders dan het initiële initiatief dat ik zonet noemde. Er ligt vandaag een iets ander wetsvoorstel. Kijkend naar onze rol in deze Eerste Kamer, begint het aan die kant voor onze fractie een beetje te wringen. Als lakmoesproef heb ik geprobeerd de memorie van toelichting van het initiële wetsvoorstel te lezen in het licht van het vandaag voorliggende wetsvoorstel. Mijn korte conclusie is dat dit niet lukt. De hele memorie van toelichting is geschreven vanuit de gedachte dat in een democratisch bestuur van de waterschappen in de huidige tijd geen plaats meer is voor het fenomeen geborgde zetels. Maar vandaag verdedigen de initiatiefnemers een voorstel waarbij het fenomeen geborgde zetels nog steeds wordt verankerd, zij het in een afgeslankte vorm. Ik zou dus graag aan de initiatiefnemers om een nadere beschouwing op dit punt willen vragen. Zien zij ook het probleem dat vandaag een wetsvoorstel voorligt dat niet meer een-op-een strookt met de initiële bedoeling? Mijn vraag is: hebben zij overwogen om het wetsvoorstel terug te nemen? Ik stel dat hier niet voor, maar hebben zij dat overwogen? Vinden zij het geamendeerde voorstel nog recht doen aan hun initiatief?

Voorzitter. Ik heb ook de door deze Kamer gevraagde voorlichting van de Raad van State gelezen. De Raad van State was — in ieder geval voor mij, maar ik begreep ook voor mevrouw Klip — verrassend mild over de gevolgen van de amendering. Ziet de Raad van State dit voorstel nu als een volgende stap op weg naar het veralgemeniseren van het waterschapsbestuur? Ik stel vast dat dit in schril contrast staat met de mening van emeritus hoogleraar Elzinga, om dat misverstand maar even weg te nemen, die meent dat het wetsvoorstel tot een vage mix van representatievorming is verworden en dat de Eerste Kamer alleen al op die grond dit voorstel zou moeten verwerpen. Sterker nog, volgens mij zei hij nog dat wij de Eerste Kamer wel zouden kunnen afschaffen als we dit überhaupt in behandeling zouden nemen. Zo zijn er wel meer uitspraken van de heer Elzinga waar ik mij niet in kan vinden, maar in deze dus ook niet.

Elzinga roept ook op tot een principiële discussie over de positie van de waterschappen. Dat laatste ben ik weer wel met hem eens, maar dan een principiële discussie waarbij we de vraag niet uit de weg gaan of het bestuur van de waterschappen niet beter op een andere plek kan worden belegd. Ook die discussie moeten we volgens mij niet uit de weg gaan. Mijn vraag is: zien de initiatiefnemers deze route misschien ook als een mogelijkheid om in de toekomst het doel van het initiële wetsvoorstel te bereiken, te weten het volledig democratiseren van de waterschapsbesturen?

Voorzitter. Ik ga een heleboel vragen overslaan, omdat deze al aan de orde zijn geweest, gesteld zijn of bij interruptie al aan de orde zijn geweest. Laat ik het volgende nog zeggen over de hele discussie of het bedrijfsleven ondervertegenwoordigd zou raken. Ik heb niet de indruk dat in Nederland bij de diverse overheden sprake is van een lobbyarmoede van het bedrijfsleven. Integendeel, zou ik willen zeggen. We hebben dat gezien bij de uitbreiding van het Europees garantierecht, waarbij de zogenaamde paardenhandel heel goed zijn weg heeft weten te vinden, ook naar deze Kamer, waardoor zij voor zichzelf een uitzondering hebben weten te bewerkstelligen.

Voorzitter. Afrondend, de SP is voorstander van het volledig democratiseren van de waterschapsbesturen. Wij pleiten daar al heel lang voor. Ik verwijs terug naar 1999, naar Remi Poppe, voor degenen die zich hem nog herinneren. Dat komt nu allemaal een beetje bij ons op bij ons vijftigjarig bestaan. Remi Poppe pleitte in 1999 al voor een andere route om te komen tot die volledige democratisering. Ik verwijs ook nog maar naar de aangenomen motie in 2011. Dat was een initiatief van D66 om de waterschapsbesturen onder te brengen bij de provincies. Maar goed, zelfs zo'n voorstel ligt vandaag niet voor, dus die discussie ga ik vandaag ook verder maar niet voeren. Die discussie zal wederom eerst moeten plaatsvinden in de Tweede Kamer. Met betrekking tot het argument dat het amendement daar onvoldoende is besproken, denk ik even terug aan de discussies die we hier hebben gehad rond de coronawetgeving. Ik kan mij menig, menig wetsvoorstel voor de geest halen waarbij toch ook niet alle amendementen uitentreuren daar besproken zijn. Wij kregen hier uiteindelijk een resultaat zonder dat daarover was gesproken. Bij de Tijdelijke wet maatregelen covid-19 was de rol van de Eerste Kamer zelfs helemaal niet besproken, om maar eens iets te noemen.

Maar goed, ik rond dit nu af. Het vandaag te bespreken initiatiefwetsvoorstel, ook in geamendeerde vorm, lijkt een verdere democratisering schoorvoetend een stapje dichterbij te brengen binnen de huidige constellatie van de waterschapsbesturen. Daar staan wij positief tegenover. Daarom kijk ik uit naar de beantwoording door de initiatiefnemers en door de minister.

De voorzitter:

Dank u wel. Dan geef ik het woord nu aan de heer Talsma van de fractie van de ChristenUnie.