De Eerste Kamer heeft ingestemd met een voorlichtingsaanvraag bij de Raad van State over het wetsvoorstel Uitbreiding bestuurlijk instrumentarium onderwijs. Op verzoek van de commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) heeft Kamervoorzitter Bruijn hierover een brief aan de Raad van State gestuurd.
De commissie stelt namelijk vast dat het oorspronkelijke wetsvoorstel is gewijzigd. De eerste keer naar aanleiding van het advies van de Raad van State en later door ondermeer amendering in de Tweede Kamer.
Het wetsvoorstel Uitbreiding bestuurlijk instrumentarium onderwijs regelt een uitbreiding van de handhavingsbevoegdheden van de minister ten aanzien van het bevoegd gezag van scholen en instellingen. Hiermee wordt het mogelijk om misstanden in het onderwijs in het belang van de leerlingen en studenten sneller en effectiever tot een einde te brengen. Het gaat om bevoegdheden die voor alle schoolsoorten gelijk zijn of die voor basis- en voortgezet onderwijs of het middelbaar beroepsonderwijs geregeld worden.
Specifiek ontvangt de Kamer graag voorlichting van de Afdeling advisering van de Raad van State over hoe de in het wetsvoorstel genoemde termen “flagrant” en “wezenlijk” zich verhouden tot de in het bestuursrecht gebruikelijke terminologie, wat de gevolgen zijn voor de uitvoerings- en handhavingspraktijk en wat de betekenis hiervan is voor de rechtszekerheid voor betrokken scholen.
Deel dit item: