Plenair Bezaan bij behandeling Verhoging wettelijk strafmaximum doodslag



Verslag van de vergadering van 14 februari 2023 (2022/2023 nr. 19)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 14.29 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

Mevrouw Bezaan i (PVV):

Dank u wel, voorzitter. Voor degenen die net de zaal binnenlopen: vandaag bespreken we het wetsvoorstel Verhoging wettelijk strafmaximum doodslag. Het is een wetsvoorstel waar de PVV gemengde gevoelens over heeft.

Maar laat ik positief beginnen. Dit wetsvoorstel omvat een wijziging van het Wetboek van Strafrecht waardoor het wettelijk strafmaximum voor doodslag wordt verhoogd van 15 jaar naar 25 jaar gevangenisstraf. Dit werd door voorgaande sprekers ook al genoemd. Hiermee wordt de verhouding tussen enerzijds de ernst van dit strafbare feit, en anderzijds die van minder strafwaardige delicten beter tot uitdrukking gebracht. Dat is een goede zaak, aangezien doodslag een van de ergste delicten is die gepleegd kunnen worden, waarbij bovendien de impact op de omgeving van het slachtoffer gigantisch is. Levens van nabestaanden zijn voor altijd verwoest. Nabestaanden hebben levenslang.

Voorzitter. Een ander positief punt is dat door de voorgestelde verhoging het strafgat tussen enerzijds de maximale duur van de gevangenisstraf voor doodslag, 25 jaar, en anderzijds de maximale duur van de tijdelijke gevangenisstraf voor moord wordt verkleind. Die laatste maximale duur is namelijk 30 jaar; ook dat is al door voorgaande sprekers genoemd. Wat de PVV betreft draagt het wetsvoorstel bij aan een rechtvaardiger strafsysteem.

Tenminste, dat is zo op papier, want alles staat of valt uiteindelijk met de rechters van dienst. En daar zit gelijk het grote probleem. Zoals mijn collega in de Tweede Kamer, de heer Markuszower, op 22 april jongstleden al duidelijk aangaf: er worden door rechters maar weinig hoge straffen gegeven. De huidige wet stelt de rechters namelijk nú al in de gelegenheid om vijftien jaar gevangenisstraf te geven aan moordenaars die veroordeeld zijn voor doodslag, maar de gemiddelde straf die rechters opleggen voor dit levensdelict, lag in 2021 op zes jaar. Ik had het net over "gemiddeld", want het kan nóg erger; soms wordt er helemaal geen gevangenisstraf opgelegd. Dat gebeurde bijvoorbeeld bij de Sudanese statushouder Ayoub Abdallah Y., die zomaar uit het niets in april 2020 de 18-jarige Rik van de Rakt doodstak.

Voorzitter. Dat er gemiddeld een stuk lager wordt gestraft dan mogelijk is, komt niet als een verrassing. Per slot van rekening heeft onderzoek uitgewezen dat als er wordt gekeken naar de sympathieën en stemkeuzes van magistraten, je ziet dat er onder hen een oververtegenwoordiging is van aanhang voor D66 en GroenLinks ten opzichte van andere partijen. Zolang wij in Nederland rechters die weigeren maximumstraffen op te leggen niet kunnen wegsturen, moet onze fractie helaas concluderen dat de slagkracht van hogere maximumstraffen beperkt is. De PVV zou dan ook graag zien dat rechters en officieren van justitie om de zoveel jaar, bijvoorbeeld om de vier jaar, worden gekozen door het volk. Dát zou de democratie pas echt ten goede komen. Maar goed, dat is een andere discussie, voor een ander moment.

Voorzitter. Dan heb ik nog een vraag voor de minister. Tijdens de behandeling in de Tweede Kamer kwam het onderwerp van vervroegde vrijlating voorbij. Vrij recent is de voorwaardelijke invrijheidstelling ingekort tot een derde van de straf, met een maximum van twee jaar. Wat de PVV betreft had deze voorwaardelijke invrijheidstelling helemaal van tafel gemogen, want met elk jaar dat een veroordeelde dader langer in de gevangenis verblijft, is de samenleving veiliger.

De heer Recourt i (PvdA):

Ik heb een vraag over iets wat eerder gezegd is door mevrouw Bezaan. Ik twijfelde even of ik erop zou moeten interrumperen. Mevrouw Bezaan noemde een concreet voorbeeld van een statushouder die helemaal niet veroordeeld werd. Ik ken die zaak niet, dus ik vind het heel moeilijk om te zeggen of het wel of niet klopt. Maar toch interrumpeer ik. Suggereert mevrouw Bezaan nou dat asielzoekers, statushouders niet bestraft worden, waar mensen die van geboorte Nederlander zijn dat wél worden?

Mevrouw Bezaan (PVV):

Meneer Recourt, allereerst wil ik u hartelijk danken voor uw interruptie, want ik had begrepen dat bij uw met GroenLinks gecombineerde partijcongres een motie was aangenomen dat jullie mensen van de PVV en FVD niet meer zouden interrumperen. Dus u verrast mij. Dank daarvoor.

Dan over dat voorstel: nee. Daar kan ik heel kort over zijn.

De heer Recourt (PvdA):

Fijn. Dan is die suggestie uit de wereld. En wat mij betreft bent u hier verkozen, dus natuurlijk interrumpeer ik als ik het niet met u eens ben, want u staat voor kiezers. Dat is democratie.

Mevrouw Bezaan (PVV):

Daar heeft u helemaal gelijk in. Ik ben het ook volledig met u eens. Het is alleen jammer dat uw partijcongres het niet met u eens is.

De voorzitter:

Vervolgt u uw betoog.

Mevrouw Bezaan (PVV):

Dank u wel, voorzitter. Waar was ik gebleven? O ja, bij de voorwaardelijke invrijheidstelling. De wetenschappelijke commissie van de Nederlandse Vereniging voor Rechtspraak spreekt in haar advies op 22 juni 2021 over voorliggend voorstel de verwachting uit dat de verkorting van de voorwaardelijke invrijheidstelling tot maximaal twee jaar door de rechter zal worden meegewogen bij het bepalen van de uiteindelijke straf. Een verhoging van de maximumstraf tot 25 jaar zal volgens deze commissie dus niet leiden tot hogere gevangenisstraffen. Dat zou naar de mening van de PVV een slechte zaak zijn en nog maar eens het belang bevestigen van hoge minimumstraffen. De PVV neemt aan dat in de evaluatie ook uitgebreid aandacht wordt besteed aan dit specifieke element. Graag een reactie van de minister.

Voorzitter. Ik ga afronden. De PVV zal instemmen met dit wetsvoorstel, maar kijkend naar de lopende zaken zijn wij sceptisch over hoe het zich in de praktijk zal gaan ontvouwen. Voornoemde evaluatie zal over drie jaar plaatsvinden. Daarbij zal het effect van de verhoging van het strafmaximum op de gemiddelde duur van de opgelegde straf in kaart worden gebracht. Wat de PVV betreft zou dit al eerder mogen aangezien het gaat om de veiligheid van onze burgers en samenleving. Om die veiligheid zo goed mogelijk te waarborgen zijn grotere ingrepen nodig dan deze goedbedoelde pleister.

Dank u wel, meneer de voorzitter.

De voorzitter:

Dank u wel, mevrouw Bezaan.

Mevrouw Baay-Timmerman i (50PLUS):

Begreep ik het goed dat mevrouw Bezaan een pleidooi hield voor minimumstraffen?

Mevrouw Bezaan (PVV):

Dat klopt inderdaad, maar dat zou niets nieuws moeten zijn. Mijn partij pleit daar al heel lang voor.

De voorzitter:

Het ligt in ieder geval niet voor.

Mevrouw Baay-Timmerman (50PLUS):

Hoe verhoudt het zich ten opzichte van de discretionaire bevoegdheid van de rechter als er een minimumstraf op welk delict dan ook zou staan?

Mevrouw Bezaan (PVV):

Kijk, mevrouw Baay ... O pardon, voorzitter. Mijn partij gaat uit van het feit dat als rechters gekozen zouden worden door het volk, je sowieso een betere en eerlijkere vertegenwoordiging zal krijgen van — hoe zal ik het nou eens vriendelijk omschrijven? — bepaalde politieke voorkeuren. Dat ten eerste. Ten tweede. Ik begrijp dat u bedoelt dat de discretionaire bevoegdheid van een rechter normaal gesproken zou moeten beginnen bij nul, zal ik maar zeggen. Maar als er zo weinig hoge straffen worden gegeven — hoge straffen waar mijn partij in tegenstelling tot andere partijen wel voor pleit — zou het misschien fijn zijn, vanuit onze point of view dan, als je rechters een duwtje in de goede richting zou kunnen geven.

De voorzitter:

Mevrouw Baay, tot slot.

Mevrouw Baay-Timmerman (50PLUS):

Tot slot. Het debat gaat natuurlijk niet over verplichte minimumstraffen, maar zelfs gekozen rechters, als die ooit hier zouden gelden, zouden toch hun eigen bevoegdheid moeten blijven hebben, lijkt mij.

Mevrouw Bezaan (PVV):

Volgens mij spreken rechters recht op grond van de wet. Op het moment dat je de wet aanpast, zou dat wel mogelijk zijn.

De voorzitter:

Dank u wel, mevrouw Baay, mevrouw Bezaan ook, allebei. Dan geef ik nu het woord aan de heer Otten namens de Fractie-Otten.