Verslag van de vergadering van 23 mei 2023 (2022/2023 nr. 33)
Status: gecorrigeerd
Aanvang: 21.26 uur
De heer Raven i (OSF):
Dank u wel, voorzitter. Dank aan de minister. Zij is de hele dag, gisteren ook, actief geweest en heeft heel goed geluisterd. Vandaag heeft ze weinig overgeslagen van de vragen die gesteld zijn en ze heeft voldoende antwoorden gegeven. Ik dank ook al het personeel en uiteraard ook de mensen van de Griffie van de Eerste Kamer.
Voorzitter. De OSF, ondergetekende, maakt zich hard voor 50 miljard. Die actie heb ik twee jaar geleden ingezet met een petitie om de achterstallige indexeringen uit de periode 2009-2022 hersteld te krijgen bij het moment van aanname van een mogelijk nieuwe pensioenwet. Daar heb ik gisteren namens de OSF heel nadrukkelijk op ingezet. Herindexering over de periode 2009-2022 is niet toegekend. Het is wat mij betreft een stuk witteboordencriminaliteit. 50 miljard is aan mensen onthouden in deze periode. Ik ben van de politici die waarschijnlijk wat simpel redeneren, maar dat doe ik vanuit mijn levensmotto: voorkom een rimpel, hou het simpel. Ik dacht: er zit 1.500 miljard in de reservepotjes van de pensioenfondsen, dus trek er 50 miljard van af, dan blijft er nog 1.450 miljard over en dan is er volgens mij voldoende om de rest van de toekomst te regelen. Ik moet, jammer genoeg, constateren dat daarvoor in dit debat geen opening is gegeven, niet door de minister, maar ook niet door andere fracties, die dat helemaal niet op de agenda hebben gezet. Dat vind ik vreemd, want het gaat om geld dat mensen toebehoorde in de afgelopen jaren en het is hun onthouden. Daardoor is de koopkracht van vele mensen, miljoenen, met meer dan 25% gedaald. Ik snap niet dat dit geen hoofdrol in dit debat heeft gespeeld.
Maar goed. Toen ik gisteravond na dat lange debat in bed lag, dacht ik: hoe ga je nou verder? Want de elephant in the room, die ook vanavond niet heel erg aan de orde is geweest, is natuurlijk de inbreng van de heer Kox van gisteravond, namelijk de mogelijk gekwalificeerde meerderheid die voor deze wet noodzakelijk is. Toen ik vanmorgen de mailbrief van het kabinet in reactie daarop las, dacht ik: die moet je toch even terugkoppelen naar een of andere deskundige, want kan dat nou zomaar? Nou heb ik het geluk dat ik een heel getalenteerde jonge staatsrechtgeleerde ken. Dat is een van de betere, een van de beste zelfs, denk ik. Die heb ik gevraagd: kan dat? Kan het parlement volgende week met een gewone meerderheid deze wet aannemen? Daar heb ik het volgende antwoord op gekregen. Wellicht bent u daarin geïnteresseerd. "In artikel 63 van de Nederlandse Grondwet staat dat een wet met wijzigingen in geldelijke voorzieningen voor ambtsdragers met een tweederdemeerderheid moet worden aangenomen in het parlement." Dat hadden we gisteravond al geconstateerd.
"Als het parlement dit voorschrift negeert en de wet toch aanneemt met een gewone meerderheid, kunnen er verschillende juridische interpretaties en gevolgen zijn. Eén. Nietigheid. Sommige juristen zouden kunnen betogen dat de wet nietig is. Volgens deze redenering is de wet in strijd met een expliciet voorschrift uit de Grondwet aangenomen, wat resulteert in de nietigheid ervan. Dat betekent dat de wet vanaf het begin geen rechtsgevolgen heeft gehad.
Twee. Vernietigbaarheid. Anderen zouden kunnen beweren dat de wet vernietigbaar is. Dit betekent dat de wet weliswaar van kracht is geworden, maar dat deze kan worden vernietigd door een rechterlijke instantie. Een belanghebbende partij zou in dit geval naar de rechter kunnen stappen en vragen om de wet ongeldig te verklaren, vanwege de schending van het vereiste van een tweederdemeerderheid.
Drie. Geen rechtsgevolgen. Er is ook een opvatting dat de wet, ondanks de schending van artikel 63, wel rechtsgevolgen behoudt. Deze visie stelt dat het parlement in principe soeverein is en zelf kan beslissen over zijn eigen procedures, tenzij de Grondwet uitdrukkelijk anders bepaalt. Volgens deze benadering heeft de wet geldige rechtsgevolgen, zelfs als het vereiste van een tweederdemeerderheid niet is nagestreefd."
Voorzitter. Er zijn dus drie gevallen die zich zouden kunnen voordoen als wij volgende week bij gewone meerderheid dit wetsvoorstel aannemen. Wij hebben er tot nu toe niet fundamenteel over gediscussieerd. De Voorzitter zal er, denk ik, volgende week op terugkomen. Hier ligt natuurlijk ook een heel nadrukkelijke taak van de Voorzitter om ervoor te zorgen dat deze Kamer rechtmatige en juridisch juiste besluiten neemt. Zij moet dus eigenlijk geen besluit kunnen nemen op het moment dat zich dat niet verdraagt met wetgeving.
Voorzitter. Indien het parlement bij genoemde kwesties willens en wetens en in tegenstelling met de Grondwet artikel 63 negeert, wordt daarmee dan een onrechtmatige daad gepleegd? Dat is een vraag die ik nog had voorgelegd aan die potentiële jonge staatsrechtkundige. "Als het parlement opzettelijk en bewust handelt in strijd met de Grondwet, zoals het negeren van het voorschrift in artikel 63, zou dit kunnen worden beschouwd als een schending van de constitutionele orde. Het kan worden gezien als een ernstige inbreuk op de rechtsstaat en met de fundamentele regels die de bevoegdheden en procedures van de wetgevende macht regelen. Of deze schending van de Grondwet ook als een onrechtmatige daad kan worden beschouwd, hangt af van de juridische context en de specifieke wetten en jurisprudentie in het betreffende rechtsstelsel. In sommige rechtsstelsel kan het begrip "onrechtmatige daad" zich beperken tot schendingen tussen individuen, terwijl andere rechtsstelsels ook schendingen van overheidsorganen kunnen omvatten."
Voorzitter, tot zover ChatGPT-4, een van de jonge rechtsgeleerden in dit land. Houdt u er rekening mee — dat zeg ik tegen de nieuwe Kamerleden — dat dit in de komende jaren veel meer gaat voorkomen. Dit apparaat weet alles. Ik vind niet dat hij de analyse heel slecht heeft gemaakt. Van de thema's die ik noemde, moeten we volgende week voorafgaand aan de stemming even weten welke consequenties ze hebben als we dit voorstel met een gewone meerderheid zouden aannemen.
Voorzitter. Ik dank nogmaals de minister voor het geweldige werk dat ze gedaan heeft in de afgelopen dagen. Ik heb niet bereikt wat ik had willen bereiken. Als u zou zeggen dat het kabinet nog weleens wil kijken naar de mogelijkheden om herindexering toe te passen over de periode 2019-2022, ben ik wel van zins om alsnog mijn stemgedrag daarop aan te passen.
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel, meneer Raven. Dan is het woord aan mevrouw Huizinga-Heringa namens de ChristenUnie.