T03650

Toezegging Voorstel vereenvoudigen fiscale regelingen in eerste helft 2023 (36.202)



De staatssecretaris Fiscaliteit en Belastingdienst zegt de Kamer toe dat hij in de eerste helft van 2023 komt met een voorstel ten aanzien van het vereenvoudigen van de fiscale regelingen.


Kerngegevens

Nummer T03650
Status voldaan
Datum toezegging 13 december 2022
Deadline 1 juli 2023
Verantwoordelijke(n) Staatssecretaris van Financiën - Fiscaliteit en Belastingdienst
Kamerleden L.P. van der Linden MSc. (Fractie-Nanninga)
Commissie commissie voor Financiën (FIN)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie brief/nota
Onderwerpen fiscale regelingen
vereenvoudiging belastingstelsel
vereenvoudigingen
Kamerstukken Belastingplan 2023 (36.202)


Uit de stukken

Handelingen I 2022-2023, nr. 13 item 2 - blz. 2

Staatssecretaris Van Rij:

(…)

"Vereenvoudigen van het fiscale stelsel" is makkelijker gezegd dan gedaan. Op de lange termijn zal dat natuurlijk bijdragen aan sterke uitvoeringsorganisaties en verbeterd contact met burgers en bedrijven, maar daarbij moet je ook het gemeen overleg tussen Tweede Kamer en Eerste Kamer goed inhoud geven. Het betekent ook dat we daar waar we willen vereenvoudigen, regelingen zullen moeten afschaffen of versoberen. Niets is moeilijker dan dat. We hebben 129 miljard budgettair aan belastinguitgaven per jaar. 129 miljard, dat is 40% van de belastinginkomsten. Dat zijn grondslagversmallers.

In dit Belastingpakket worden een aantal maatregelen voorgesteld om tot afschaffing over te gaan. Ik ga nog specifiek in op de vragen die daarover gesteld zijn. Dat er vragen worden gesteld is op zich heel goed. Waarom schaft u het af? Maar je ziet al heel snel de neiging om zo'n regeling toch maar te handhaven of gedeeltelijk te handhaven, ook al is die niet doelmatig en niet doeltreffend. Ik zeg niet dat alles rücksichtslos afgeschaft of beperkt moet worden, maar we moeten ook eerlijk zijn tegenover elkaar. We zitten hier voor het algemeen belang en vaak worden we door de deelbelangen benaderd. Uiteindelijk is het dan aan ons om het overzicht in gemeen overleg te hebben.

Ik heb een brief geschreven over de fiscale regelingen en ik zal in de eerste helft van volgend jaar met een voorstel komen. Ik hoop dat we die fiscale regelingen op een behoorlijk geobjectiveerde en ook gedisciplineerde manier tegen het licht kunnen houden, want er liggen er nogal een aantal waar nooit wat mee gebeurd is. Die pakken we als eerste op. Die zijn wel geëvalueerd, maar het is er niet van gekomen om daar debatten over te voeren. Het tweede is dat wij zelf ook in deze kabinetsperiode een aantal evaluaties op de rol hebben staan. Als die dan door een externe partij gedaan zijn, zullen ze van een kabinetsappreciatie worden voorzien en dan gaan we het debat daarover aan in de Tweede Kamer en de Eerste Kamer.”

Handelingen I 2022-2023, nr. 13 item 4 - blz. 10

Staatssecretaris Van Rij:

(…)

“Voorzitter. Dan kom ik bij de vereenvoudiging. Ik kijk dan toch naar de heer Van der Linden. We hebben het ook vanochtend gehad over de fiscale regelingen, over hoe wij daar als kabinet mee aan de slag willen en ook over het disciplinaire traject dat we in willen gaan. Met zijn goedvinden laat ik het eventjes bij de vraag over de rechte rug. "Rechte rug" betekent overigens wat mij betreft dat het kabinet altijd serieus een kabinetsappreciatie moet doen. Ik heb eerder al aangegeven dat als die appreciatie afwijkt van het oordeel dat is gegeven door de externe onafhankelijke partij, je dat zal moeten motiveren. Vervolgens gaan we daar natuurlijk met de Kamers over in gesprek.”

De heer Van der Linden (Fractie-Nanninga):

“Op dat punt is wel helder wat de staatssecretaris zegt. Ik had zelf het idee dat het er deels ook mee te maken had — dat heb ik ook in de eerste termijn betoogd — dat als iedere partij haar politieke stokpaardjes gaat berijden, de kans een stuk kleiner wordt dat het dan tot een algehele vereenvoudiging komt. Want als partij A zich in haar algehele herziening heel erg richt op bijvoorbeeld hypotheekrenteaftrek en partij B heel erg op meer vermogensbelasting, dan kan die algemene versimpeling er mogelijk daardoor niet komen. Is dat ook nog een punt van aandacht voor de staatssecretaris? En wat zou in zijn ogen de oplossing daarvoor zijn?”

Staatssecretaris Van Rij:

“Het kabinet komt in de eerste helft van volgend jaar met een voorstel over die fiscale regelingen. Ik stel voor dat we dan de discussie daar ook over voeren. We nemen het echt heel serieus, maar u heeft natuurlijk helemaal gelijk. Ja, de proef op de som. Dan zullen we merken hoe recht de ruggen zijn.”


Brondocumenten


Historie