Verslag van de vergadering van 16 april 2024 (2023/2024 nr. 29)
Status: gecorrigeerd
Aanvang: 16.42 uur
De heer Van Rooijen i (50PLUS):
Voorzitter. Ik dank de minister en de staatssecretaris voor de antwoorden. De minister heeft goed geluisterd naar de toonzetting en de betrokkenheid van mijn fractie wat betreft het belang van de koppeling van de AOW en het minimumloon. Ik ben blij dat zij dat hier zo heeft aangegeven. Die koppeling bestaat al sinds 1976. Ik hoop het 50-jarige bestaan mee te maken, en misschien wel het 60- of 65-jarige bestaan van de koppeling met de AOW, van Drees.
Voorzitter. Er is volgens mijn fractie geen enkele reden om de AOW-koppeling na 50 jaar zelfs maar ter discussie te stellen, hoewel dat op zichzelf wel mag — wij zien daar geen enkele reden toe — laat staan uiteraard om daaraan te tornen. Ik verwijs naar mijn uitvoerige betoog. De AOW kost overigens in dit geval 500 miljoen en de exogeen beleidsmatige verhoging van de arbeidskorting 2023 van €523 netto kost 3,3 miljard. Hier praten we over 500 miljoen voor een verhoging voor AOW'ers met €137 per jaar. Dat betekent voor mensen die belasting betalen €10 bruto per maand. Dat mag toch geen discussiepunt zijn?
Voorzitter. Dan de staatssecretaris. Ik dank hem voor zijn duidelijke antwoord op mijn vraag over het tijdsverloop en het proces in de komende maanden naar aanleiding van de brief die hij ons vorige week stuurde over de evaluatie van de alternatieve dekking.
Er is één vraag die hij nog niet beantwoord heeft, maar dat zal hij zeker graag doen, gelet op ons gezamenlijk verleden: de motie-Hoekstra. Daar gaan we weer. Vindt de staatssecretaris het logisch, vroeg ik, om in lijn met de motie-Hoekstra, hier unaniem aanvaard destijds, alternatieve dekkingsmaatregelen die er dan komen niet in één wetsvoorstel op te nemen, maar elk alternatief in een apart wetsvoorstel op te nemen? De senaat kan immers niet kiezen bij meerdere onderdelen in één pakket. Het belastingplan bevat, zoals we helaas elk jaar hebben gezien, een veelheid aan voorstellen. Het laatste belastingplan bevat er een stuk of zeventien. Dan zitten daar dingen in die je eigenlijk niet wil. Ik stond ook voor die keuze. Ik had bijna voor het eerst van mijn leven tegengestemd, na elf keer voor te hebben bestemd, vanwege de inflatiecorrectie en die ondingen van de vrijstelling inkoop eigen aandelen en — die stond er overigens wel los van — de 30%-regeling. Graag nog een antwoord op die vraag.
Voorzitter. Dan heb ik tot slot nog een oproep. Die houdt het volgende in. Wij staan op een bijzonder kruispunt in de geschiedenis. Dat voelen we denk ik allemaal ook, al hebben we afwijkende beleidsideeën over de oplossing voor de toekomst. 50PLUS heeft primair zorgen over de ankers van ons sociale en fiscale stelsel. Dat gaat wel deels, maar niet alleen over de portemonnee van de ouderen. Dat gaat over het beschermen van de arrangementen waarmee ons land na de Tweede Wereldoorlog een tweede Gouden Eeuw heeft afgedwongen en om de betrouwbaarheid van de overheid jegens haar burgers en haar bedrijven, opdat zij hier blijven en we samen kunnen werken aan een nog mooiere eeuw, jong en oud, rijk en arm, licht of donker gekleurd. De verleiding om dure arrangementen te veranderen is groot en groeiende. Met deze krachtige trend legt 50PLUS juist nadruk op de meerwaarde en de synergie-effecten van consistente regelingen vanuit een betrouwbare overheid. Nu veel regelingen en vaste uitgangspunten op de tocht lijken te staan, voelen wij de noodzaak om de boodschap van het kind en het badwater krachtig over te brengen in het belang van alle Nederlanders.
Voorzitter. Collega Van Meenen zei gisteren dat hij mij misschien wat sfinxachtig vond. Ik wou geen namen noemen toen ik zei dat mij bekend was wie er in de politiek ook sfinx zouden kunnen zijn. Carl Paul Maria Romme werd "de sfinx van Overveen" genoemd. Hij is geboren in Tilburg en overleden in Leiden. Ik herinner me dat nog goed; ik woonde daar in de buurt. Hij was de voorman van de KVP. Het was Romme die met Drees en Schermerhorn rooms-rode coalities en kabinetten mogelijk maakte tussen — let wel — 1945 en 1958, voor de wederopbouw van ons land. Ik vond het goed om dat hier te memoreren. Dat zult u begrijpen.
De voorzitter:
Dank u wel, meneer Van Rooijen. Mevrouw Nanninga ziet af van haar tweede termijn, dus het woord is aan de heer Schalk.