Verslag van de vergadering van 26 november 2024 (2024/2025 nr. 09)
Status: ongecorrigeerd
Aanvang: 15.18 uur
Een verslag met de status "ongecorrigeerd" is niet voor citaten en er kan geen recht aan ontleend worden.
De heer De Vries i (SGP):
Dank u wel, voorzitter. Ook van onze kant allereerst hartelijke felicitaties aan collega Lievense voor zijn maidenspeech.
Voorzitter. Zorg voor het milieu is wat de SGP betreft zorg voor de schepping. Die zorg gaat ons daarom ter harte. Het wetsvoorstel dat voorligt is een bijdrage aan de energietransitie die nodig is om verantwoorder om te gaan met het natuurlijke milieu. Het gaat in dit geval om de overgang van verwarming met gas als energiebron, met name voor woningen, naar andere vormen van verwarming. Het kan geen kwaad dit wetsvoorstel enigszins in breder perspectief te plaatsen. Het is een bijdrage aan duurzaam energiegebruik, maar niet meer dan dat. Het is wel mooi bedacht om alle gasinfrastructuur uit een wijk te verwijderen, maar als het alternatief gebaseerd is op elektriciteit, komt deze in de meeste gevallen in Nederland van een gasgestookte centrale. Het idee dat wij van het gas af gaan is dus maar betrekkelijk. Het gas wordt alleen op een andere plaats verstookt. Bovendien is duidelijk dat er meer nodig is dan technologie. Uiteindelijk is een echt duurzame energievoorziening alleen mogelijk als wij als bevolking onze behoefte aan energie naar beneden bijstellen. Wat dat betreft zijn alle ambities om steeds meer artificiële intelligentie in te zetten zorgwekkend, want deze zullen voor een forse stijging van de energievraag zorgen. We kunnen dus wel overgaan op een andere manier van verwarmen, maar als die niet gepaard gaat met een kritische blik op wat we echt nodig hebben en wat toch eigenlijk als luxe beschouwd moet worden, is de bijdrage van deze overgang wel erg betrekkelijk. Warmte is weliswaar geen luxe maar een basisbehoefte, maar ook daar moet verantwoord mee omgegaan worden. Maar alle beetjes helpen, dus een bijdrage is belangrijk, en daarom is het goed om vandaag te debatteren over dit wetsvoorstel.
Het voorstel had voor mij ineens actualiteit, want ik sprak vorige week met een medewerker van het loodgietersbedrijf die bij ons thuis de cv-ketel kwam nakijken. We zitten thuis inmiddels zonder gas, omdat er een lek geconstateerd is. Hij vertelde hoe in Sliedrecht een proefproject in uitvoering is om zo veel mogelijk woningen van gasvoorziening te ontdoen en een alternatieve verwarmingsbron te installeren. In veel gevallen betekende dat een buitengewoon ingrijpende verbouwing, omdat een warmtepomp, waar het in dat geval om ging, totaal andere eisen aan infrastructuur stelt dan een cv-ketel. De kosten die gepaard gaan met de verbouwing zijn groot, maar gelukkig voor de bewoners kunnen ze bijna alles uit subsidies bekostigen. Na de overgang zal hun energierekening er in veel gevallen gunstiger uitzien dan voorheen, maar de vraag is of dit ook op de langere termijn het geval zal zijn. Voor warmtenetten is dat misschien zelfs meteen al de vraag. Zoals bij veel nieuwe technologieën zijn de langetermijneffecten altijd lastig in te schatten. We hebben dat bijvoorbeeld gezien met de elektrische auto. Ik hoorde van diezelfde monteur dat iemand zijn mooie Tesla na acht jaar aan de kant kon zetten, omdat deze als total loss verklaard was, niet door een ongeval, maar omdat de accu op was en vervangen onevenredig duur was. Hoe zal dat uitpakken bij warmtepompen en de andere alternatieven?
Niet alleen is de verbouwing voor bewoners zeer ingrijpend, ook alle procedures om van subsidies gebruik te kunnen maken zijn met name voor lageropgeleiden niet gemakkelijk te doorgronden. Het is al eerder genoemd. De zorg voor wat zwak en kwetsbaar is, ligt onze fractie altijd na aan het hart. De Bijbel staat immers vol van voorbeelden waarin God juist voor het zwakke en kwetsbare bijzondere aandacht heeft. Van de arme wordt evenzeer een offer verwacht als van de rijke, maar die kan met minder toe. Vertaald naar vandaag: ook van huishoudens met lagere inkomens en minder hoogopgeleiden wordt een offer verwacht, maar zij moeten wel extra geholpen worden. Denk eens aan situaties waarin de zorg om de transitie boven op de zorg komt voor een gezinslid dat intensieve zorg nodig heeft of een gezin dat bezig is met inburgeren, waardoor de taal alleen al een probleem is bij het begrijpen van de ingewikkelde taal van de energietransitie.
De SGP is blij met alle regelingen, waaronder de mogelijkheid van een staatsdeelneming, waardoor de overgang van gas naar andere energiebronnen ook voor de kwetsbaren financieel haalbaar is, maar er is meer dan geld nodig. Kwetsbare groepen hebben extra begeleiding nodig. Ik kom daarmee tot een eerste vraag aan de minister. Kan de minister toezeggen om hier onderzoek naar te doen en samen met gemeenten te overleggen hoe kwetsbare groepen in de wijk geholpen kunnen worden met goede voorlichting en begeleiding? Kan er voor hen bijvoorbeeld een energie-expert via de Wmo beschikbaar worden gesteld om met Wmo-gerechtigden een gesprek te voeren over warmtetransitie en hen met raad en daad te ondersteunen?
Voorzitter. In een nog op te stellen algemene maatregel van bestuur worden bij het voorliggende wetsvoorstel nadere kaders gegeven met betrekking tot betaalbaarheid. De precieze inhoud daarvan is nog niet bekend. Dat brengt mij op een tweede vraag aan de minister. Wat voor voorwaarden zal die algemene maatregel van bestuur bevatten om de betaalbaarheid te garanderen? Overigens is onze fractie gelukkig met het feit dat dit wetsvoorstel uitgaat van lokale bestuursautonomie en lokale expertise. Het is daarbij wel van belang dat de aanwijsbevoegdheid niet door nog te vast te stellen beperkingen ontkracht wordt, maar dat gemeenten ruim gebruik kunnen maken van de aanwijsbevoegdheid die hen door deze wet wordt toegekend. Onduidelijk is nog hoe de relatie is tussen uitvoeringsplan en omgevingsplan. In het omgevingsplan moet beschreven zijn wat de alternatieve energiebron wordt. Dat plan is meestal voor vijf jaar geldig. Mijn derde vraag aan de minister is daarom de volgende. Is het dan zo dat de gemeente zich voor vijf jaar committeert aan die bepaalde energiebron? Hoeveel ruimte is er nog om een pas later in beeld gekomen duurzame energiebron in de tussentijd in te zetten?
Voorzitter. Onze fractie heeft zorgen over de uitvoerbaarheid van de wet. Dat punt is al eerder genoemd. Er wordt weliswaar 1,04 miljard euro beschikbaar gesteld om de gewenste energietransitie te realiseren, maar er is meer nodig dan geld. Er zal veel gevraagd worden van gemeenten in termen van tijd van ambtenaren. Nu al is de ambtelijke capaciteit van veel gemeenten problematisch. De oorzaak hiervan is niet een gebrek aan middelen, maar aan arbeidskrachten. Als er vijf warmte-experts zijn en tien gemeenten met ieder twee vacatures, kun je nog zo veel geld beschikbaar stellen, maar dan blijft er een tekort aan vijftien experts. Dat brengt me bij mijn vierde en laatste vraag aan de minister. Op welke wijze denkt de minister ervoor te kunnen zorgen dat er naast voldoende geld ook voldoende mensen, experts, zijn om uitvoering aan de wet te geven? Welke concrete maatregelen worden daartoe genomen?
Onze fractie ziet met belangstelling uit naar de beantwoording van onze vragen door de minister.
De voorzitter:
Dank u wel, meneer De Vries. Dan is het woord aan de heer Dessing namens Forum voor Democratie.