Plenair Van der Goot bij voortzetting behandeling Begrotingen Economische Zaken, Klimaat en Groene Groei en Klimaatfonds 2025



Verslag van de vergadering van 11 februari 2025 (2024/2025 nr. 18)

Status: ongecorrigeerd

Aanvang: 20.53 uur

Een verslag met de status "ongecorrigeerd" is niet voor citaten en er kan geen recht aan ontleend worden.


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Van der Goot i (OPNL):

Voorzitter, dank u wel. Ik raakte even in verwarring door het woord "negativiteit". Maar ik ben erachter dat er "negatieve tijd" werd gezegd.

Voorzitter. Dank aan de minister, maar natuurlijk ook aan de ambtenaren voor het voorbereiden van de antwoorden, ook in de schriftelijke ronde. Heel veel dank ook voor uw uitgebreide antwoorden in de repliek in de eerste termijn.

De minister staat voor een zorgvuldige en ook zo spoedig mogelijke — laat ik het zo maar formuleren — afhandeling van de mijnbouwschade in Limburg. We leren van de ervaringen in Groningen; ik snap het. Het ongeduld snapt u ook en daarover hebben we genoeg gewisseld. Het kan niet snel genoeg gaan; dat is ook duidelijk. Over de activiteiten in het noorden ben ik tevredener dan ik had verwacht; laat ik het zo zeggen. Er zijn echter nog een paar open eindjes waar ik de aandacht van de minister voor wil vragen.

Allereerst. Er is een Waarborgfonds mijnbouwschade. Er zijn zorgen in Friesland dat het niet alleen om huizen gaat, maar om grote infrastructurele werken. Het hele watersysteem staat dus onder grote druk, is hun zorg bij het wetterskip. Het is bijna echt een begrotingsdiscussiepunt. Niet dat we om deze reden gaan stemmen, maar is het waarborgfonds wel opgewassen tegen de manier waarop dat gaat? Vanavond kunt u daar niets over zeggen, maar wij hopen dat u dat gaat meenemen in het geheel van uw zaken en dat u dat in de tweede termijn aan ons kunt toezeggen.

U heeft aangegeven dat u oog heeft voor het type schade dat in Groningen misschien iets minder aanwezig was, maar juist in Friesland dreigt te gebeuren, dat u dat mee wilt nemen in de beschouwingen en dat ook herkent en bespreekt met de mensen in Friesland. Dat stellen we natuurlijk op prijs. Kortom, we zijn zeker blij als OPNL-fractie, maar we hebben wel een motie. Het is geen motie van kritiek en ook geen motie van zorg of ontevredenheid of iets dergelijks, integendeel. Het is een spreekt-uitmotie.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat er vijftig jaar na het beëindigen van de mijnbouwactiviteiten in Zuid-Limburg nog steeds geen schadeloket is opgericht voor gedupeerden;

overwegende dat schaderegelingen voor mijnbouwactiviteiten in de noordelijke provincies best wel ingewikkeld zijn;

spreekt uit dat mijnbouwactiviteiten altijd gepaard moeten gaan met een toegankelijke, toereikende en tijdige schaderegeling, bij voorkeur door middel van één loket,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Van der Goot, Goossen, Van Aelst-den Uijl, Visseren-Hamakers, Crone, Aerdts en Bovens.

Zij krijgt letter I (36600-XXIII, 36600-M).

De heer Van der Goot (OPNL):

Dank u wel, voorzitter.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Van der Goot. Dan is het woord aan mevrouw Van Aelst namens de SP.